Vrije Tribune

Nu de SP.A opnieuw links wil zijn…

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De toespraken op het SP.A-congres klinken als een trendbreuk, maar is dit wel zo?

Bij de SP.A is links opnieuw ‘in’ als we de toespraken op het Visiecongres mogen geloven. Bovendien kregen we van Bruno Tobback te horen dat het etiket ‘marxist’ geen scheldwoord is voor hem. Op het ogenblik dat rechts een charge voert tegen de ‘spilzieke’ welvaartstaat, tegen de te hoge arbeidskosten en dito belastingdruk zal dit door menig progressief of links iemand positief onthaald worden. Onder het voorzitterschap van Caroline Gennez werd systematisch gepleit voor een centrumlinkse positionering. Volgens Johan Vande Lanotte moest de SP.A niet links zijn want de kiezers bevinden zich in het centrum.

De toespraken van het weekend klinken als een trendbreuk, maar is dit wel zo? In een tijdperk waar partijen zichzelf als ‘catch-all’ kiesverenigingen aanzien is de verhouding tussen betekenis (inhoud) en betekenaar (het woord als ‘drager’ van inhoud) zonder meer elastisch. Alles wat gezegd wordt, moet ruimte laten voor compromissen waarbij gezichtsverlies wordt vermeden.

Enerzijds moet de afstand tussen partijen blijven bestaan. Partijen zijn immers merken die regelmatig hun marktsegment willen vergroten. Anderzijds moet de afstand tussen partijen overbrugbaar zijn, zeker in een bestel waar coalitieregeringen de regel zijn. Daarom is politiek een woordenstrijd waarbij de ‘invulling’ altijd relatief los staat van de verpakking. Bart De Wever is de eerste politicus die deze slechte traditie weet te ondermijnen. De NV-A is complexloos rechts. Met een electoraal gewicht boven de 35% dwingt ze anderen om zich ofwel even ‘rechts’ ofwel als ‘links’ te benoemen. Het SP.A-congres geeft aan waar we staan; de term ‘links’ is opnieuw bruikbaar.

Vraag is echter of men elkaar wel verstaat over hetgeen ‘links’ kan genoemd worden. Als we de identiteitskaart van twee regeringspartijen volgen dan rijmt ‘socialisme’ overigens ook met een meerjarige miljardenbesparing waarvan het overgrote deel bij de werkende bevolking terecht komt en met lamlendigheid jegens multinationals die hun engagementen niet nakomen. Niet echt een beleid dat de achterban van de linkerzijde kan plezieren. Zowel ‘socialisme’ als ‘links’ rijmen normaliter met sociale rechtvaardigheid, solidariteit én maatschappelijk verandering in positieve zin. Een terugblik op het historische origine van de noties ‘links’ en ‘rechts’ lijkt me dus meer dan welkom. De traditie van spraakverwarring doorzetten kan enkel de rechterzijde versterken.

De oorsprong van ‘links’ ligt in Frankrijk. Tijdens een bijeenkomst van grondwetgevende vergadering op 28 augustus 1789 ontstond een polemiek over het veto-recht van de koning in het toekomstig parlement. Na lange discussie waarbij weinigen elkaar overtuigden kwam het tot een stemming. Om de telling te vergemakkelijken gingen alle tegenstanders van het veto-recht van de koning links staan. Volgens de gangmakers ter linkerzijde mocht de volkssoevereiniteit niet betutteld worden of afhankelijk zijn van de goede wil van een niet verkozen persoon. Volgens de rechterzijde ging de koning zorgen voor compromisvorming en vermijden dat het land zich zou verdelen. Links haalde het nipt niet en de republiek zou nog een eeuw nodig hebben om zich te voltrekken.

Deze historische anekdote heeft een hoog actueel gehalte. Links betekent democratie boven alles. De lijst van niet verkozen machten die vandaag een vetorecht uitoefenen naast de instellingen van de vertegenwoordigende democratie is indrukwekkend:

1) de financiële markten chanteren de overheid met een ratingverlaging wat een rentestijging zal veroorzaken waardoor de kostprijs van schuldaflossing zienderogen stijgt. Ze hebben de democratie bij de beurs genomen…
2) De Europese Commissie legt een begrotingstraject op, en dreigt met sancties. Na de goedkeuring van het begrotingspact zal de ‘gouden regel’ van maximum 0,5% begrotingstekort in voege treden. De verkozen assemblée’s van de lidstaten van de Europese Unie verliezen de facto de bevoegdheid om nog over begroting te delibereren. De democratie verliest opnieuw.
3) Patronale organisaties zoals VOKA en VBO hanteren een veto-recht bij het opstellen van de sociaaleconomische agenda. Alles wat voor hen onbespreekbaar is verdwijnt van de tafel, of het nu de groep van tien is of het begrotingsconclaaf. Het volk en haar vertegenwoordigers mogen enkel binnen bepaalde limieten handelen. De macht van het getal wijkt voor de macht van het geld.

Wie zich links noemt doet er goed aan, in navolging van 1789 en van de Indignados, te streven naar een volwaardige democratie. Links zijn betekent dat de economische sfeer geen veto-recht heeft en zich niet mag onttrekken aan de volkssoevereiniteit. Links zijn betekent dat je ervan uitgaat dat wetten en regels haaks mogen staan op particuliere belangen, ook die van VOKA. Als we het particulier belang van beleggers en ondernemers als leidraad nemen draait de economie trouwens vierkant. De lonen zouden dalen tot op het peil dat niemand nog goederen of diensten kan kopen. De overheid zou de middelen ontberen om zelfs voor een kleine minderheid nog efficiënt onderwijs in te richten.

Terugblikkend naar het congres zou een linkse SP.A de ondernemers uitnodigen om te luisteren naar het algemeen belang en hun particuliere belangen hieraan ondergeschikt te maken. Spijtig genoeg heeft Bruno Tobback enkel een oproep gedaan om te luisteren naar de ondernemers. Een consequente linkerzijde zou dit anders aanpakken, zonder daarom met tomaten te beginnen gooien.

Stephen Bouquin, actief binnen Rood!, is licentiaat hedendaagse geschiedenis (VUB), doctor in de politieke wetenschappen (Paris 8 Saint-Denis) en beroepshalve Professor Sociologie (Universiteit Evry-PariSud)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content