De NAVO-landen verbinden zich ertoe de budgetten voor Defensie te verhogen. Binnen de tien jaar moet er in elke lidstaat minstens twee procent van het bruto binnenlands product naar de strijdmacht gaan. En de staten moeten meer ‘groot materieel’ kopen.
Dat hebben de bondgenoten beslist op hun top in Wales.
De Verenigde Staten, die instaan voor 75 procent van de financiering van de NAVO, pleiten al jaren voor een betere “verdeling van de lasten”.
De crisis in Oekraïne heeft een “bewustwording” veroorzaakt, zei de secretaris-generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen. “De staatsleiders hebben zich ertoe verbonden om de doelstelling van 2 procent te bereiken”, zei hij na afloop van de top van Newport in Groot-Brittannië. Op dit moment halen slechts vier landen, de Verenigde Staten op kop, die drempel. De NAVO vraagt trouwens aan zijn lidstaten ook om 20 procent van hun uitgaven te besteden aan de aanschaf van “groot materieel” en onderzoek en ontwikkeling.
Die twee drempels moeten “binnen het decennium” bereikt worden en de landen “zullen hun progressie ieder jaar evalueren”.
‘Niet vanzelfsprekend’
“Deze beslissing werd genomen in een geheel nieuwe veiligheidssituatie, met Rusland dat zich agressief opstelt tegenover Oekraïne”, zei Rasmussen. “Het mag duidelijk zijn dat we onze veiligheid niet langer als iets vanzelfsprekends mogen beschouwen en dat we meer zullen moeten investeren in defensie.”
Rusland liet zijn militaire uitgaven de voorbije jaren stijgen met 50 procent, terwijl de geallieerden die net met 20 procent lieten dalen. De NAVO hoopt ook dat enkele lidstaten dankzij hun economisch herstel een eind kunnen maken aan de “neerwaardse trend” van defensiebudgetten.
(Belga/RR)
