Nagorno-Karabach

“Of u dat visum alstublieft niet in ons paspoort wil kleven?”, vragen we de beambte op het ministerie van buitenlandse zaken van Nagorno-Karabach. “We willen nog naar andere landen die, euh…, misschien Azerbeidjan…” Het meisje glimlacht en bevestigt de sticker met een paperclip aan de reispas.

We betalen 25 euro voor een visum van een land dat officieel niet eens bestaat. In ruil krijgen we een “accreditatiebrief” mee, die ten allen tijden door de politie kan worden gecontroleerd. Op de brief staan de plaatsen vermeld die we mogen bezoeken. De frontlijn en de bezette Azerbeidzjaanse gebieden, zijn verboden terrein. “Te gevaarlijk”, zegt de beambte. “Het ligt er vol mijnen.”

Stepanakert is de hoofdstad van de lastige lap grond die Nagorno-Karabach heet. Het republiekje, kleiner dan Vlaanderen, met slechts 140.000 inwoners, vertroebelt tot op heden de Armeens-Azerbeidzjaanse relatie.

“Artsakh”, zoals de Armeniers Nagorno-Karabach noemen, werd in 1923 door Stalin aan Azerbeidzjan toegewezen, hoewel 94 procent van de bevolking etnisch Armeens was. De Armeense onvrede, die tijdens de hele Sovjet-periode verder smeulde, werd in 1988 geopenbaard toen de leiders van de Nationale Raad van Karabach zich uitspraken voor aansluiting bij Armenie. Moest kunnen in een tijd van glasnost en perestroika, dacht men. Enkele dagen later worden in de industriestad Sumgait in Azerbeidzjan tijdens nachtelijke pogroms tientallen Armeniers vermoord. Het hek was van de dam.

Met het einde van de Sovjet-Unie in 1991 verklaart Nagorno-Karabach zich onafhankelijk, een status die tot op heden door geen enkel ander land wordt erkend. Het geweld escaleert tot een open oorlog tussen de christelijke Armeniers en de islamitische Azeri’s. 200.000 Armeniers verlaten Azerbeidzjan. 800.000 Azeri’s vluchten weg uit Nagorno-Karabach en de bezette gebieden.

In 1994, na 30.000 doden, tekenen beide partijen onder Russische bemiddeling een staakt-het-vuren, geen vrede. Sindsdien is de situatie onveranderd gebleven.

Nagorno-Karabach, officieel Azerbeidzjaans territorium, is de facto geannexeerd door Armenie. Er is geen merkbare grens, noch een controlepost, tussen Armenie en Nagorno-Karabach. Armeense jongens kloppen er hun legerdienst. De financiele middelen komen uit Yerevan. De munteenheid is de Armeense Dram. De Armeense president Robert Kocharian is afkomstig uit Karabach. En tijdens het weerbericht op de Armeense nationale TV omvat de weerkaart Armenie en Artsakh. Onafhankelijk kan je Karabach bezwaarlijk noemen. Voor de meeste Armeniers is het al een uitgemaakte zaak. Nagorno-Karabach is Armenie.

Hoewel beide legers aan de grens met getrokken wapens tegenover elkaar staan, valt er in het binnenland van de bergrepubliek weinig van die spanning te merken. Behalve dan het grote aantal militairen in de straten van Stepanakert. Wanneer een van die soldaten merkt dat ik zijn Karabach-insigne probeer te fotograferen, trekt hij het lapje stof er in een ruk af, en geeft het me cadeau.

Beeldhouwer Sarkis Baghdasarian schonk Nagorno-Karabach een nationaal symbool. Net buiten de hoofdstad staren twee imposante tufstenen koppen, van een man en een vrouw, voor zich uit. “Wij en onze bergen”, heet het sculptuur, maar in de volksmond werd dat al gauw “Tapik en Patik”, oma en opa.

“Alleen hun hoofden reiken boven de grond uit”, zegt de gids in het nationaal museum van Nagorno-Karabach. “Hun lichaam lijkt ingegraven, net zoals de Armeniers diep geworteld zijn in de bodem van Karabach.”

Bij valavond verandert Azatamartikneri, de winkelstraat die Stepanakert doormidden snijdt, in een catwalk waar keurig uitgedoste jongeren heen en weer paraderen. Geen gewaagde mode-experimenten hier. Alles oogt braaf en geuniformeerd. Hij met gepoetste puntschoenen, donkere broek, lederen jas en gemillimeterd haar. (Net allemaal broers, vindt Anja). Zij met strak verpakte billen boven laarzen met naaldhakken, en bont.

Hier wordt geflirt en gelachen. Hier wordt gekeken en gekeurd. Maar verliefd zijn gebeurt stiekem. Achter hoekjes en in het park zonderen koppeltjes zich af. De Armeense maatschappij is conservatief wat samenlevingsvormen betreft. Wie een relatie heeft, wordt verondersteld snel te trouwen, ten laatste binnen het jaar. Om dan onmiddellijk aan kinderen te beginnen.

Azatamartikneri is letterlijk en figuurlijk een facade. Wie een blik werpt in de zijstraten, ziet de minder fraaie woonwijken van diezelfde, voorkomende mensen. Versleten blokken, opgelapt met gerecycleerde materialen, met plastic zeilen waar ruiten horen te zitten. De Armeniers zijn goed in het verbergen van hun armoede.

We worden aangesproken door student Armen, die meteen de politieke toer op gaat. “Sinds mensenheugenis is Artsakh ons land. Het land van een volk kan niet eeuwig gedomineerd worden door een ander volk. De enige oplossing op termijn voor Nagorno-Karabach is de reunie met de Armeense republiek.”

Eerder reportagewerk over Nagorno-Karabach op www.nickhannes.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content