Vrije Tribune

Naar een ‘geweldig goede school’!

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Leerkrachten zullen in onze postmoderne tijd, mede omwille van het functieverlies van het gezin, meer dan ooit tevoren aandacht moeten schenken aan opvoedend onderwijs.

Volgens een van oudsher gekend didactisch principe moet het onderwijs aanknopen bij de beginsituatie van de leerlingen. Het onderwijs kan immers maar zo logisch gegeven worden als psychologisch mogelijk is; dit wil zeggen dat er moet uitgegaan worden van het leervermogen en de reeds verworven kennis, vaardigheden en attitudes van de leerlingen. Het kind in het ‘voor-hoofd’, de lesdoelen in het ‘achter-hoofd’!

Als je dan weet dat de leerlingenpopulatie in Vlaanderen op elk niveau van het onderwijs erg heterogeen is geworden, bv. op socio-cultureel gebied – er bestaan in de grootsteden alleen nog maar multiculturele scholen en zogenaamde ‘concentratiescholen’ – dan verdienen alle leerkrachten die met het merendeel van hun leerlingen de gestelde ontwikkelingsdoelen of eindtermen kunnen bereiken, daarvoor alle lof en waardering. Maar het vergelijken van onderwijsresultaten van de leerlingen: vroeger versus nu, is helemaal niet zinvol; je kunt immers geen appelen met peren vergelijken!

Maar er is meer! In mijn reactie op ‘Scholen moeten herscholen’ van collega Raf Feys in de Vrije Tribune van Knack heb ik duidelijk geponeerd dat elk kind – zwak en/of sterk begaafd – in het onderwijs optimale kansen moet krijgen om harmonisch te kunnen ontwikkelen in het netwerk van relaties dat zijn bestaan uitmaak.

Het principe van de harmonische vorming houdt in dat alle domeinen van de persoonlijkheid van het kind zo optimaal mogelijk moeten worden ontwikkeld, zonder dat het ene domein het andere verdringt of schaadt. Het tegenovergestelde van een harmonische vorming is een eenzijdige vorming, d.w.z. een vorming waarbij één persoonlijkheidsfunctie de andere functies in die mate overschaduwt dat ze die in hun ontwikkeling schaadt. Spijtig genoeg vertonen Raf Feys en heel wat leerkrachten de neiging om het cognitief aspect van de vorming veel te sterk te benaderen, ten koste van het dynamisch-affectieve of psychomotorische aspect van de persoonlijkheid. En … zo wordt meer dan eens geweld gepleegd op de harmonische persoonlijkheidsontwikkeling van de leerlingen.

Zonder de knappe leerlingen of leerlingen uit gegoede middens uit te sluiten moet een ‘geweldige goede school’ zich vanuit een pedagogische ingesteldheid speciaal inzetten voor de sociaal-, de materieel-, de geestelijk-arme leerlingen; voor de eenzame, de relatiearme, de kansarme en schoolmoeë leerlingen; voor de leerlingen die uit gebroken gezinnen komen of speciaal getekend zijn voor hun leeftijd. In een dergelijke school staat de leerlingenzorg centraal. Is het niet schrijnend dat nog altijd één op de tien leerlingen al vroegtijdig is opgebrand in het onderwijs van vandaag en tien procent van hen zoveel stress vertoont dat ze te kampen krijgen met ‘burn-out’-verschijnselen?

Al bij al creëert ons huidig leerstofjaarklassensysteem veel te weinig ruimte om efficiënt in te spelen op het reële kunnen van de leerlingen op alle gebied, rekening houdend met hun intra- en interindividueel verschillende beginsituatie en hun verschillende socio-culturele achtergrond. Er wordt in bepaalde onderwijsmiddens – jammer genoeg – op cognitief gebied zelfs weinig of geen systematische aandacht geschonken aan de tekorten en het falen van de leerlingen, en aan de sociale gevolgen van dat alles.

Ik ben ervan overtuigd dat in onze postmoderne tijd, mede omwille van het functieverlies van het gezin, leerkrachten meer dan ooit tevoren aandacht zullen moeten schenken aan opvoedend onderwijs: aan het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen op het lesgebeuren; aan goede interpersoonlijke relaties, die de basis vormen van het leren op school; aan een gelukkige kindertijd voor alle leerlingen op school. Leerkrachten moeten niet alleen aandacht schenken aan de leerattitudes van de kinderen, maar evenzeer aan hun leefattitudes, die erg belangrijk zijn voor hun individuele handhaving en ontplooiing in de gewelddadige wereld van vandaag en morgen. In dat laatste verband moeten alle leerlingen optimale kansen krijgen om op een geweldarme en sociaal weerbare wijze om te gaan met geweldsituaties, in en buiten de school. Ze moeten door de vredeseducatie en de vredesvorming in het onderwijs de kennis, bereidheid en vaardigheid kunnen verwerven om steeds op een positieve, rechtvaardige en geweldarme wijze met geweldsituaties en conflicten om te gaan.

De kinderen zullen in de ‘geweldige goede school’ dan ook veel meer kunnen/moeten leren dan enkel basiskennis en -vaardigheden. Ze zullen er kunnen leren wat het kan betekenen om in harmonische verbondenheid met de ‘wereld’ te kunnen leven. Ik hoop dat collega Raf Feys zich ooit tot een dergelijk schoolproject wil bekeren; het onderwijs zou er wel bij varen!

Roger Boonen Ere-lector opvoedkundige wetenschappen Karel de Grote-hogeschool – Antwerpen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content