Freya Piryns

‘N-VA-Antwerpen vernietigt jobs in jeugdwerking en laat vrijwilligers werk opknappen’

Freya Piryns Freya Piryns is senator voor Groen

Besparen op jeugdwerk door de last op de schouders van vrijwilligers te leggen, zoals schepen van Jeugd Ait Daoud (N-VA) in Antwerpen wil, is een slecht idee volgens Groen.

We hebben de verklaringen van Antwerps schepen Ait Daoud (N-VA) over de besparingen in het jeugdwerk, via de media en tijdens de gemeenteraad, aandachtig gevolgd. Dat het budgettair moeilijke tijden zijn, willen we niet ontkennen. Maar als jonge Groene politici stellen we ons ernstige vragen bij de keuzes die het Antwerps stadsbestuur maakt, en vrezen we dat deze plannen de toekomst van de kwetsbare jeugd, en dus ook de toekomst van onze stad, hypothekeren.

De schepen zegt prioriteit te willen geven aan vrijwillig jeugdwerk. Dat is een nobele doelstelling. Ook Groen vraagt om bijzondere aandacht voor de vele, vaak jonge vrijwilligers in onze stad. Maar dat is iets helemaal anders dan betaalde krachten zomaar vervangen door vrijwilligers, enkel en alleen om te besparen.

Schepen Ait Daoud bespaart op jeugdwerkingen die zich specifiek inzetten voor kansarme kinderen en jongeren. Ze wil zo organisaties als Kras en JES aanmoedigen om meer met vrijwilligers te werken en belooft tegelijk dat de dienstverlening er niet op achteruit zal gaan, dat alles zal blijven als vroeger, maar dan met meer vrijwilligers. Geld afnemen om organisaties ‘aan te moedigen’ lijkt ons om te beginnen al een vreemde redenering. En ‘garanderen’ dat alles bij het oude blijft, dat zouden we graag bevestigd zien door de organisaties zelf, die er – met alle respect voor de schepen – waarschijnlijk zelf een iets beter zicht op hebben. Zou het niet beter geweest zijn om eerst met de getroffen organisaties samen te zitten en te kijken waar er betaalde krachten kunnen vervangen worden door vrijwilligers, in plaats van het vanuit de ivoren toren op papier te beslissen?

We vinden het verder bijzonder ironisch dat het stadsbestuur bespaart op initiatieven die jongeren begeleiden naar de arbeidsmarkt, terwijl een kwart van de jongeren zonder werk zit. Ook daar wil het stadsbestuur meer op vrijwilligers een beroep doen. Dat wordt al een heel stuk ingewikkelder. Zullen we dan ook maar ineens vragen of leerkrachten in het stedelijk onderwijs ook als vrijwilliger hun job willen verderzetten? Dat kan een serieuze besparing opleveren, maar of de dienstverlening dezelfde blijft, durven we te betwijfelen.

De schepen van Jeugd herleidt jeugdwelzijnswerk tot een ‘betaalde variant’ van de Chiro, scouts, KSJ, jeugdhuizen en heel wat andere – vaak allochtone – jeugdverenigingen. Dit is echter bijzonder kort door de bocht. Jeugdwelzijnswerk heeft een zeer specifieke en belangrijke taak, namelijk proactief werken, kinderen en jongeren die het moeilijker hebben de weg wijzen naar hulpverlening, vrije tijd, gezondheidszorg, opleiding en tewerkstelling, naar een betere toekomst. Jeugdwelzijnswerk moet actief zijn in wijken waar meer (kans)armoede is, waar maatschappelijke uitsluiting speelt, waar criminaliteit de kop opsteekt, waar de werkloosheid hoog is en slaagkansen in het onderwijs laag. Een nauwe samenwerking met straathoekwerkers, pleinontwikkeling, buurtregisseurs, sociale economie, vrijwillige jeugdverenigingen, jeugddiensten, gezondheidszorg, onderwijs, wonen, jongerencompetentiecentra en buurtsport is nodig.

Jeugdwelzijnswerk is met andere woorden werken aan de toekomst van Antwerpen. Deze opdracht kan je niet op de schouders van de vele, vaak jonge vrijwilligers leggen. Vrijwillig jeugdwerk inzetten om beleidsdoelstellingen te bereiken, om de besparingen op te vangen, is onverantwoord. Daarvoor zet je geen vrijwilligers, maar beroepskrachten in, die er hun job van gemaakt hebben om met kennis van zaken iets wezenlijks te veranderen in het leven van deze kinderen en jongeren die in (kans)armoede opgroeien. De Antwerpse schepen van jeugd beloont hiermee niet de ‘vrijwillige inzet’ van mensen, maar gebruikt vrijwilligers om haar beleid uit te voeren. Daarmee zijn noch de talloze vrijwilligers in Antwerpen, noch de kinderen en jongeren in armoede gediend.

Het stadsbestuur moet besparen. Daarvoor hebben wij, jonge politici, begrip. Maar 21,6 procent van de Antwerpse bevolking is jonger dan 18 jaar. 29,5 procent van onze kinderen en jongeren leeft in een gezin met een inkomen onder de armoedegrens. We zitten met een gigantisch potentieel voor de toekomst, dat evenwel in een tijdbom kan veranderen als we er niet in slagen deze jongeren te betrekken bij onze stad, en op de arbeidsmarkt krijgen. Hierop besparen is daarom een sléchte keuze. En maak ons niet wijs dat vrijwilligers zomaar al deze taken kunnen overnemen. Dit getuigt van weinig terreinkennis en weinig respect voor de mensen die zich nu dag in dag uit, als beroepskracht of vrijwilliger, met het welzijn van de Antwerpse jeugd bezighouden.

Seppe Geerts, voorzitter Jong Groen Antwerpen
Omar Fathi, schepen voor Groen district Hoboken
Ikrame Kastit, Nadia Bachada, Omar El Jattari, raadsleden voor Groen district Borgerhout
Imade Annouri, raadslid voor Groen district Antwerpen
Karen Maes, Oussama El Aboussi, raadsleden voor Groen district Deurne
Arben Gashi, Yves Helsen, raadsleden voor Groen district Merksem
Freya Piryns, gemeenteraadslid voor Groen Antwerpen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content