Ewald Pironet

Met spuug en plakband

In de ons omringende landen nemen de regeringen besparingsmaatregelen. Wij doen dat bij gebrek aan een volwaardige federale regering niet. Maar toen er wél een regering was, lieten we ook de kansen liggen.

Het is bekend, de hele westerse geïndustrialiseerde wereld en dus ook Europa kampt met hoge overheidstekorten en schulden, vooral ten gevolge van de financiëel-economische crisis. Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland en Italië werden eerder al door de financiële markten en Europa gedwongen om straffe besparingsmaatregelen uit te vaardigen, want hun torenhoge schuld en lakse beleid brachten de euro in nauwe schoentjes.

Nu nemen ook de regeringen van de ons omringende landen doorgedreven maatregelen. Frankrijk verhoogt de pensioenleeftijd. Nederland trekt de pensioenleeftijd op, bespaart in de sociale zekerheid en trimt de ambtenarij af. Groot-Brittannië voert draconische besparingen door, waarbij een half miljoen overheidsbanen verdwijnen en de pensioenleeftijd opgetrokken wordt. En Duitsland voert al langer een zuinig beleid en heeft nu al de pensioenleeftijd op 67 jaar liggen.

In ons land gebeurt er niets. Want we hebben geen echte federale regering, en die is ook niet onmiddellijk in zicht. Volgens sommigen is dat niet zo erg. Socioloog Luc Huyse vergeleek vorige week in De Standaard ons land nog met een vliegtuig dat op vier motoren draait: ‘Er is de Europese Unie die veel dossiers heeft overgenomen. De gewestregeringen hebben aan gewicht gewonnen. En er is, zeker in de grote en middelgrote steden, een feitelijke opwaardering van het gemeentelijk beleid. De vierde motor, de federale, hapert. Dat veroorzaakt terecht enige paniek. Maar de stuwkracht van de andere drie is intact. Dat relativeert al het fatalisme dat sommigen teistert.’ Het zijn vooral de politici en journalisten die de huidige toestand in België overdrijven, aldus de emeritus hoogleraar.

Huyse ziet daarbij minstens één zaak over het hoofd: ons land staat onder meer door de vergrijzing voor een gigantische financiële uitdaging wat de pensioenen en gezondheidskosten betreft. Zelfs als er morgen een meerderheid rond een communautair akkoord gevonden wordt, zijn we er nog lang niet. We moeten tegen 2012 zes miljard euro besparen, zoals eregouverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank onlangs in Knack voorrekende. Dat gaat dus niet over wat zakgeld.

Er zal niet alleen gediscussieerd moeten worden over de verhoging van de pensioenleeftijd, maar ook over de toekomst van ons federaal ambtenarenapparaat en onze sociale zekerheid. Een harde noot, want de sociaaleconomische programma’s van de twee grote verkiezingsoverwinnaars, de N-VA en PS, liggen net als hun communautaire standpunten mijlenver uit elkaar. Ondertussen hebben onze buurlanden over deze thema’s dus wel al belangrijke knopen doorgehakt.

De opeenvolgende federale regeringen hebben het voorbije decennium, ondanks alle rapporten en waarschuwingen, weinig ernstigs ondernomen om ons land voor te bereiden op de grote financieel-economische uitdagingen waar we nu voor staan. Ondanks mooie woorden over bijvoorbeeld een Zilverfonds, werd er geen spaarpotje aangelegd. Integendeel. Dat maakt het uitblijven van een daadkrachtige federale regering zo erg. Het is dan ook werkelijk niet overdreven om te zeggen dat de huidige toestand dramatisch is. Een vliegtuig waarvan drie van de vier motoren werken, blijft misschien nog in de lucht. Maar wat als de vleugels dreigen af te breken omdat het vliegtuig jarenlang niet goed onderhouden is en de herstellingen met spuug en plakband zijn uitgevoerd?

Ewald Pironet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content