In Londen, Parijs en de Falklands woedt discussie over gepaste herdenkingen aan de overleden oud-premier Margaret Thatcher. Links wil een geprivatiseerde begrafenis, rechts een standbeeld.
Zowel in Londen als Parijs is de nagedachtenis aan de overleden oud-premier van Groot-Brittannië Margaret ‘Maggie’ Thatcher voer voor herdenkingsdiscussie. In de Franse hoofdstad kibbelen links en rechts over een nieuwe straatnaam: rechts wil die opdragen aan de IJzeren Dame, links (het radicale Front de gauche) wil een Rue Bobby Sands – genoemd naar de IRA-man die na een hongerstaking in de beruchte Maze-gevangenis overleed. In de Falklands gaan stemmen op de hoofdstad Stanley naar Port Thatcher om te dopen.
In de Britse hoofdstad is het premier David Cameron die enige bedenktijd heeft gevraagd om de gepaste manier te vinden om eer te betonen aan Camerons overleden Tory-partijgenote. Over het oprichten van een standbeeld of een (ander) gedenkteken voor de op 87-jarige leeftijd overleden Iron Lady bestaat geen unanimiteit.
Thatchers neoliberale TINA-beleid (There Is No Alternative) heeft in Groot-Brittannië zowel tijdens haar regeerperiode als na haar overlijden de geesten verdeeld. Haar tegenstanders willen dat de om haar dereguleringsdrift en privatiseringen bekende dame een geprivatiseerde (staats-)begrafenis krijgt.
Hoofdstad Falklands omdopen naar Port Thatcher?
De Conservatieve burgemeester van Londen, Boris Johnson, wil dat de nieuwe Londense luchthaven waar hij van droomt de naam van Thatcher draagt. Anderen willen dat de hoofdstad van de Falklandeilandens/Malvinas, Stanley, wordt herdoopt tot Port Thatcher, meteen goed voor een kaakslag aan het adres van de Argentijnen. Overigens is de presidente van Argentinië, Cristina Kirchner, ongewenst bij de uitvaart van Thatcher. Die laatste had haar eerste herverkiezing als premier destijds in ruime mate te danken had aan de Falklandoorlog.
