De advocaat van koning Albert, meester Alain Berenboom, toont zich verwonderd over de vordering die Delphine Boël heeft ingesteld.
Het proces dat Delphine Boël heeft ingesteld tegen koning Albert II, prins Filip, prinses Astrid en haar vader Jacques Boël, is door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg uitgesteld naar 3 september.
Ook op die datum zal er nog niet gepleit worden, maar zullen de partijen enkel een conclusiekalender vastleggen. De pleidooien zullen pas maanden later plaatsvinden.
Intussen heeft de moeder van Delphine Boël, barones Sybille de Selys Longchamps, een verzoekschrift ingediend om vrijwillig tussen te komen.
‘Nooit gediscrimineerd’
De advocaat van koning Albert, prins Filip en prinses Astrid, meester Alain Berenboom, toont zich intussen verwonderd over de vordering die Delphine Boël heeft ingesteld en de motivatie achter die stap.
“Het koninklijk paleis heeft mevrouw Boël nooit gediscrimineerd of nooit druk uitgeoefend om ervoor te zorgen dat anderen dat wel deden”, zegt meester Berenboom.
“Integendeel, toen mevrouw Boël erover kloeg dat zij tegenwerking ondervond, dat bepaalde mensen en bedrijven niet met haar wilden samenwerken, is, in overleg met haar advocaat, beslist dat zij daarvoor bij ons kantoor terecht kon.”
De advocaat herinnert zich minstens één geval in de voorbije maanden waarin dat gebeurd is. “Het ging over een bedrijf dat niet met haar wou samenwerken voor een artistiek project en als reden voor die weigering haar ‘delicate relatie met het paleis’ inriep. Ik heb met dat bedrijf getelefoneerd om duidelijk te maken dat het koninklijk paleis er geen enkel probleem mee had dat zij met mevrouw Boël zouden samenwerken of een contract zouden sluiten.”
Koningsgezinder dan de koning
Ondanks die tussenkomst ging het bewuste bedrijf toch niet in zee me Delphine Boël. “Dat is jammer maar ik kan er niet aan doen dat sommige mensen koningsgezinder zijn dan de koning of haar verhouding met het paleis inroepen als drogrden”, aldus nog meester Berenboom.
De advocaat van het paleis is ook niet gelukkig over de berichtgeving in de pers rond het proces, waarbij het privéleven van de koninklijke familie ter sprake komt. “Ik denk dat we een onderscheid moeten maken tussen de juridische discussie en het privéleven van de personen. Ook publieke personen of personen in een publieke functie hebben recht op respect voor hun privéleven en hun intimiteit. Zoniet blijft er geen persoon over, alleen de publieke functie.”
Over het verdere verloop van het proces en de kansen van Delphine Boël op slagen, wou meester Berenboom geen commentaar kwijt. “Wij zullen ons voor de rechtbank verdedigen met juridische argumenten waarvan wij denken dat het goede argumenten zijn”, klonk het. “De koning en de prinsen zijn net als ieder ander persoon onderworpen aan de regels van het Burgerlijk Wetboek, en het zal aan de rechtbank toekomen om een oordeel te vellen.” (Belga/TE)
