‘Drie maanden na aardbeving leven kinderen nog in angst’
Drie maanden na de aardbeving in Nepal leven nog veel kinderen in angst. Dat blijkt uit een onderzoek van vier ngo’s, Plan International, Save the Children, Unicef en World Vision International Nepal.
Veel kinderen leven nog in angst na een aardbeving vanwege de vele doden onder familie en vrienden, de verwoesting van huizen en gemeenschappen, en de onzekerheid over hun toekomst. Ook maken ze zich zorgen over hun veiligheid en over bescherming.
De vier organisaties bevroegen eind mei en begin juni achttienhonderd kinderen in veertien districten in de ergst getroffen regio’s. Volgens de vier is het de eerste keer dat kinderen in een dergelijke noodsituatie worden bevraagd. Een dergelijke bevraging biedt de kans om bij de hulpverlening en wederopbouw beter rekening te houden met hun noden, klinkt het.
Nood aan basisbehoeften
Uit het onderzoek kwam niet alleen naar voor dat de kinderen nog met grote angst leven. De kinderen die deelnamen aan het onderzoek gaven ook aan dat ze vooral willen dat scholen en huizen worden heropgebouwd, en dat ze toegang krijgen tot veilig water, sanitair en gezondheidszorg. “Duizenden kinderen leven nog steeds in propvolle tenten, zonder drinkwater of sanitair”, zegt Paolo Lubrano, verantwoordelijke noodhulp van Plan International in Nepal, in een persbericht.
De noden blijven dus groot, hoewel al honderdduizenden Nepalezen geholpen werden. En omdat de verwoesting zo groot was, zal de wederopbouw nog jaren in beslag nemen. De vier ngo’s pleiten er daarom voor om in een overgangsfase meer in te zetten op duurzame tijdelijke oplossingen. Die moeten kinderen en hun families toegang bieden tot geschikte huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en levensnoodzakelijke middelen.(Belga/NS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier