De mythe van Che Guevara

De vernuftige revolutionair Che Guevara de la Serna blijft voortleven, even onvergetelijk als Don Quichot. En even fictief? Of waarom Che, de guerrillero van de droevige figuur, zo tot de verbeelding blijft spreken.

Anders dan Fidel, Mao Zedong of Vietnams Ho Chi Minh spreekt Che tot de jeugdige verbeelding omdat hij zijn idealen onversneden beleefde, wars van partijbureaucratie en pragmatische politiek.

Bovendien – en misschien vooral – was hij niet alleen een revolutionair, hij zag er ook zo uit. Op de beroemde foto van Alberto Korda uit 1960, met zwarte baret en messianistische trekken, onverschrokken in de verte kijkend. Maar evengoed: als de opgebaarde Christus, het verminkte bovenlichaam ontbloot, op de foto’s genomen in het schooltje in La Higuera, waar hij koud geëxecuteerd was.

De politiek gekleurde oordelen over Guevara vallen onvermijdelijk eenzijdig uit. Met de jaren almaar eenzijdiger negatief. De man was tenslotte een communist, aanhanger van een afgedane ideologie.

Rebel without a Cause Een treffende inschatting van Che werd gemaakt door een filosoof. Toegegeven, ook een met gediscrediteerde, revolutionaire sympathieën. Jean-Paul Sartre zei: ‘Che is de meest complete mens van zijn tijd. Hij beleefde zijn eigen woorden, sprak met zijn eigen daden, en zijn verhaal en het verhaal van de wereld liepen parallel.’ Misschien te mooi, want de notie van geweld ontbreekt. En die is revolutionairen, en zeker guerrillero’s, nu eenmaal eigen.

Anderzijds vertoont de jonge Ernesto Guevara de la Serna trekjes die moeiteloos samenvallen met de ‘geest van de jaren zestig’, uitgeprobeerd in de jaren vijftig. In wat bekend is geworden als The Motorcycle Diaries beschreef de student geneeskunde zijn avontuurlijke escapade in 1952 met een Norton 500cc-motor, dwars door Noord-Argentinië. Had de confrontatie met armoede, uitbuiting, onrecht en racisme hem niet zo aangegrepen, dan had Che een held als James Dean in Rebel without a Cause (1955) of Dennis Hopper in Easy Rider (1969) kunnen worden. Maar hij had een zaak gevonden om tegen te rebelleren.

De Motorcycle Diaries eindigde met de onheilspellende profetie van een revolutie die heel Zuid-Amerika zou aangrijpen, en iedereen zou wegblazen die er niet aan meedeed. Che maakte zijn studies geneeskunde af en voegde zich daarop in Mexico bij de uit Cuba verbannen guerrillero Fidel Castro. Hij werd als dokter ingeschakeld bij de groep van 82 man die in 1956 met de Granma, een boot voor 12 personen, van Veracruz naar Cuba voer om er vanuit de jungle het regime omver te werpen.

In plaats van de pragmatische leerboekjes politieke economie uit de Sovjet-Unie baseerde Che zich op de lectuur van Karl Marx, Das Kapital in het bijzonder, om het ‘reëel bestaande socialisme’ te bekritiseren. In Cuba probeerde hij vanaf 1960, eerst als voorzitter van de Nationale Bank, later als minister van Industrie, ware communistische principes in de praktijk te brengen. Alle maatschappelijke middelen voor de productie en consumptie liet hij in één grote nationale pot vloeien, waarna hij ze op basis van rechtvaardige en ‘rationele’ criteria opnieuw investeerde volgens de prioriteiten van de gemeenschap, niet die van het individu.

Vanzelfsprekend achtte hij daar enig geweld bij nodig, de dictatuur van het proletariaat was een geloofspunt. Che gaf het goede voorbeeld door in zijn vrije tijd zelf de hand aan de ploeg te slaan. Tegelijk wilde hij de principes van de Cubaanse revolutie exporteren. Niet naar het westen, maar naar Latijns-Amerika, Afrika en Azië (waar China en Vietnam al op de goede weg waren).

Binnen de Cubaanse regering vond zijn zendingsdrang weinig gehoor, misschien vooral omdat de interne problemen van landbouw en industrie zich bleven opstapelen.

Laurent Kabila
Werd Che aan de kant geschoven? Gaf hij er zelf de brui aan? In 1965 gaf hij in elk geval zijn officiële functies en zijn aangenomen Cubaanse nationaliteit op en vertrok hij in het diepste geheim naar de Congolese jungle, waar hij zich bij het ‘volksbevrijdingsleger’ van Laurent Kabila voegde. De problemen door de verschillen in taal, strijdgewoonten en visie deden de onderneming op een debacle afstevenen.

Na zorgvuldig afwegen trok hij naar Bolivia, waar voldoende krediet bij de arme boerenbevolking, een relatief slecht georganiseerd leger en een minimale aanwezigheid van de CIA enige hoop op succes wettigden. Bovendien had de comandante de stellige overtuiging dat hij en zijn Cubanen, eenmaal op Boliviaanse bodem, vanuit het hele continent steun zouden ondervinden. Een massale toestroom van guerrillero’s uit de regio bleef uit, de boerenbevolking bleef argwanend en het leger reorganiseerde zich onder leiding van CIA-undercoveragent Felix Rodriguez. Een uitputtende mars dwars door de jungle om aan de omsingeling te ontkomen leidde op 8 oktober 1967 tot het finale vuurgevecht waarbij Che gevangengenomen werd. De volgende dag werd hij geëxecuteerd op bevel van de Boliviaanse president René Barrientos.

Helden vereren is iets voor romantici. Daarom worden helden ook makkelijk romantische eigenschappen toegedicht. Bij Che moest dat niet meer, hij bezat ze in ruime mate. Voorgaan in de strijd was slechts één kant van de medaille. Hij was minstens evenzeer iemand die, ver van de rest, in een parallelle wereld van boeken leefde, waarachtig niet alleen Das Kapital. Goethe, Balzac, of Cervantes bezaten evenmin weinig geheimen voor hem. De vernuftige edelman Don Quichot de la Mancha – de ridder van de droevige figuur – en diens negentiende-eeuwse Argentijnse versie Martin Hierro (uit het epische gedicht van Jose Hernandez) behoorden tot zijn levensvoorbeelden. Bij de spullen die men na zijn dood in zijn rugzak vond, zat een door Che eigenhandig overgeschreven gedicht van de Uruguyaanse dichter Ruben Dario, Psalm voor onze heer Don Quichot:

Koning der edellieden, heer der bedroefden, welke sterke ademtochten, en welke klare dromen, gekroond door de lichte helm van de illusie… .

Jan Braet

Het volledige artikel leest u deze week in Knack Extra.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content