‘Ariël Sharon was altijd een beetje een ongeleid projectiel’

Israëlisch generaal Ariël Sharon in oktober 1973. © REUTERS
Simon Demeulemeester

Hoe moeten we ons de controversiële overleden ex-premier van Israël, Ariël Sharon, herinneren? Welke rol speelde hij in het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen? Drie vragen aan Hubert Van Humbeeck.

Ariël Sharon, Israëlisch generaal en voormalig premier van Israël, is na acht jaar ziekenbed in coma overleden. Sharon was voor veel Israëli’s een held, maar viel voor zijn radicale achterban ook van zijn voetstuk en werd gehaat door de Palestijnen. Drie vragen over een omstreden politicus aan Hubert Van Humbeeck, oud-senior writer van Knack.

Ariël Sharon was een controversieel politicus. Hoe komt dat?

Hubert Van Humbeeck: ‘Ariël ‘Arik‘ Sharon was altijd een beetje een ongeleid projectiel. Dat was hij als soldaat en dat was hij ook later, in de politiek. Dat maakte hem omstreden, terwijl hij voor veel Israëli’s tegelijk lange tijd ook een soort volksheld was.

Zoals veel Israëlische toppolitici maakte Sharon eerst carrière in het leger. Hij schopte het tot generaal en bevelhebber van de troepen in de Sinaï. In die hoedanigheid forceerde hij tijdens de Jom Kipoeroorlog in 1973 een doorbraak: hij stak het Suezkanaal over en bedreigde Caïro. De operatie was een militair kunststuk en sprak tot de verbeelding, maar generaal Sharon werd teruggefloten. Zijn actie had niet de goedkeuring van het opperbevel. Sharon stapte uit het leger en in de politiek.’

‘Maar ook in de politiek ging het redelijk snel mis. Hij was minister van Defensie voor de rechtse Likoedpartij, toen Israël in 1982 Libanon binnenviel om Palestijnse aanvallen op zijn noordelijke grensgebied te stoppen. Het Israëlische leger omsingelde de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatila in Beiroet en greep niet in toen christelijke Libanese milities duizenden Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen vermoordden. In de hele wereld was de afschuw groot. Een onderzoekscommissie in Israël vond dat Sharon indirect schuld had aan de slachting. Hij werd ontslagen en zou de weg naar de top maar langzaam terugvinden.’

Hoe moeten we ons Sharon herinneren? Wat waren zijn belangrijkste verwezenlijkingen of anderzijds fouten?

Hubert Van Humbeeck: ‘Zoals wel meer Israëlische toppolitici was Sharon dus niet alleen eerst soldaat en daarna politicus. Zoals Menachem Begin en Yitzak Rabin voor hem moest hij premier worden voor hij begreep dat er geen vrede mogelijk was zonder akkoord met de Palestijnen. In de jaren negentig was hij als minister van Infrastructuur nog een fervent voorstander van de uitbouw van nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden. Als eerste minister tekende hij echter voor de terugtrekking van de Joodse nederzettingen uit de Gazastrook. Dat ging niet zonder slag of stoot en Sharon werd voor de invloedrijke beweging van kolonisten, zijn voormalige medestanders, niets minder dan een verrader.

Toch was het hem menens: hij stapte in 2005 uit Likoed en begon met onder meer Ehud Olmert, Tzipi Livni en Shimon Peres een nieuwe partij. Kadima had een veel gematigder profiel en ging voor een tweestatenoplossing – met een Palestijnse staat naast Israël.’

Wat heeft Sharon betekent in het conflict met de Palestijnen?

Hubert Van Humbeeck: ‘Wat zijn rol in het conflict uiteindelijk had kunnen zijn, zullen we dus nooit weten. Voor hij zijn bedoelingen helemaal duidelijk kon maken, werd Sharon in januari 2006 geveld door een zware beroerte. Zijn partij haalde bij daarop volgende verkiezingen wel 40 procent van de stemmen, maar slaagde er niet in om een coalitie op de been te brengen.

Met Likoed trad Benjamin Netanyahu weer aan en de Palestijnse kwestie verdween van de Israëlische agenda. Tegelijk houden de Palestijnen Sharon niet alleen aansprakelijk voor Sabra en Shatila. In volle verkiezingscampagne in 2000 forceerde Sharon met een zwaar veiligheidsescorte een bezoek aan de Tempelberg in Jeruzalem. Dat is ook voor moslims een heilige plaats. Voor Sharon was het een publiciteitsstunt. Voor de Palestijnen een provocatie, die ermee eindigde dat jongeren stenen begonnen te gooien. Die Tweede Intifada zou vijf jaar duren en veel bloediger verlopen dan de eerste.’

Partner Content