Wie haar boeken kent, wist het al: Karin Slaughter is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Achter het imago van het brave buurmeisje zit een gewapende feministe verscholen. ‘Ik ben niets met een ideologisch debat over abortus, ik wil dat anticonceptie betaalbaar wordt.’

De kans dat u haar deze zomer op het strand tegenkomt, is bijzonder groot. De Amerikaanse thrillerschrijfster Karin Slaughter verkocht meer dan dertig miljoen boeken, een prestatie die haar de bijnaam Queen of Crime opleverde. Wie zich bij die titel een vleesgeworden Cruella De Vil voorstelt, is eraan voor de moeite. Geen hofhouding, geen schoenen met rode zolen, geen bontjas. Slaughter ziet er met haar eenvoudige jeans, afgetrapte sneakers en zwarte hoodie uit als een tomboy, het meisje dat vroeger liever in bomen klom dan met poppen speelde en je als je niet oplette met gemak een bloedneus sloeg.

We ontmoeten elkaar op een verzopen dag in Gent, om het over haar nieuwe thriller Verborgen te hebben. ’s Avonds zal ze zich laten interviewen voor een volle theaterzaal van De Vooruit, maar zenuwachtig wordt ze daar niet meer van. ‘Toch niet als ik op tournee ben. Dan ben ik in auteursmodus, wat iets anders is dan mijn schrijversmodus. In het eerste geval ben ik een publiek figuur, en dan meet ik me een rolletje aan. Gewoon uit zelfbescherming, om het voor mezelf en de fans aangenaam te houden – zij hebben er ook niets aan als ik chagrijnig zit te signeren. Thuis, wanneer ik gewoon aan een boek werk, denk ik er zelden aan. Gebeurt het toch dat ik aan de keukentafel vertel over de tournees, dan kan ik nauwelijks geloven dat zo veel mensen mijn werk lezen. Gelukkig overkomt het me niet vaak, de druk zou ondraaglijk zijn. Hoe moet ik al die lezers tevreden houden? Een goed boek schrijven is al lastig genoeg zonder pottenkijkers.’

U hebt al tientallen titels op uw naam staan. Bent u nooit bang dat de bron zal opdragen?

KARIN SLAUGHTER: Niet echt. Met elk nieuw boek leg ik de lat hoger voor mezelf, en het laatste wat ik wil is zo’n seriethrillerschrijver worden. Het moet altijd beter, altijd anders. Niet dat ik neerkijk op auteurs die wel vasthouden aan hun reeks. Soms willen mensen standvastigheid: een vaste speurder, een soortgelijke afwikkeling. Niets mis mee. Ik heb zelf cycli geschreven, maar dan weet ik vooraf bijna zeker hoeveel delen ze zullen worden. Anders zou ik het saai vinden. Juist door telkens iets nieuws te doen, prikkel ik mijn fantasie.

U denkt uw boeken volledig uit voor u ze schrijft?

SLAUGHTER: Ja, ik moet het begin én het einde weten, anders begin ik er niet aan. Kladversies zijn niet aan mij besteed. Omdat ik veel reis, kan ik de plot goed uitdenken. Eens thuis trek ik naar mijn blokhut in de bergen van Georgia voor een aantal weken en schrijf ik dag in, dag uit.

Helemaal in uw eentje, te midden van de bossen? Klinkt als een boek van Stephen King.

SLAUGHTER: Mijn eigen Misery, inderdaad, zij het dat ik mezelf gijzel. Het ligt afgelegen, maar mijn vader woont iets verderop. Soms staat er lauwe soep voor mijn deur – hij weet dat ik liever niet gestoord wordt, maar hij kan het niet laten om me toch eten te brengen. Ik hou wel van isolement, meer nog, ik heb het nodig. Je zult het niet geloven, maar ik ben heel introvert. Op tournee doe ik bijvoorbeeld niets liever dan me tussen optredens en interviews te verbergen op mijn hotelkamer om te lezen. In het begin vond ik dat stom van mezelf: je zit in Sydney of Parijs en in plaats van de stad te verkennen, lig je op bed met een boek. Maar blijkbaar heb ik die eenzame tussenmomenten nodig om me op te laden.

En wat leest Karin Slaughter dan zoal?

SLAUGHTER: Zijn naam viel al: Stephen King is een kleine verslaving van me. De man schrijft gelukkig sneller dan zijn schaduw, dus ik zit nooit om een King verlegen. Nu ben ik bezig in De eerlijke vinder, het vervolg op Mr. Mercedes. Verder ben ik fan van Mo Hayder, zij is de enige die me de stuipen op het lijf kan jagen.

Als professional moet u de plotwendingen in thrillers toch van mijlenver zien aankomen?

SLAUGHTER: Ik ben daar belachelijk slecht in. Als ik de dader al halverwege het boek kan aanwijzen, dan heb je een héél slechte thriller geschreven. Eigenlijk ben ik een gemakkelijke lezer: ik lees vooral om me te ontspannen en verwacht geen onmogelijke dingen van de auteur. Als ik Lee Child lees, dan verwacht ik niet dat Jack Reacher plots zal trouwen en een huis in suburbia zal betrekken. Daarnaast lees ik ook veel non-fictie, maar dat is meestal met het oog op mijn werk.

Ook opvallend: bijna elk personage, of het nu een agent is, een drugsdealer of een rechter, worstelt met demonen. Een echt vrolijk wereldbeeld schetst u niet.

SLAUGHTER: Dat is de menselijke conditie. Neem een willekeurig staal van de bevolking en het merendeel is fucked up. Een gelukkige kindertijd is al uitzonderlijk, later komen daar ziekte, ouderdom en dood bij. Hoe zou dat een mens niet kunnen beschadigen? Ik ben redelijk gelukkig, maar ik kan mijn demonen aan het papier toevertrouwen. In die zin zijn thrillerauteurs gezegend. De meest verklote mensen die ik ken zijn net schrijvers van stationsromannetjes. Kent u As Good as It Gets waarin Jack Nicholson een misantrope schrijver van liefdesromans speelt? Niets aan die rol is gelogen. Dat zijn echt gemene mensen.

Uitgebreide research is een van uw handelsmerken.

SLAUGHTER: Als je een geloofwaardig verhaal wilt vertellen, moeten de details kloppen. Ik heb een bevriende dokter die me helpt met de technische en forensische onderzoeken. In Verborgen heb ik de rol van de anatoom-pathologe Sara uitgewerkt, en ik vind het belangrijk om de lezers een realistisch beeld te geven. Veel mensen hebben te veel CSI gezien en denken dat je met één wimper kunt achterhalen dat de dader linkshandig is en zijn moeder haat. Dat is misleidend, zeker omdat geen enkele politiedienst over zulke dure laboratoriums beschikt. Het is vaak behelpen.

In Verborgen is geweld tegen vrouwen een centraal thema. Een bewuste keuze?

SLAUGHTER: Zeer zeker. Geweld tegen vrouwen wordt veel te vaak doodgezwegen. Soms letterlijk, door niet te reageren kan een klap escaleren tot moord. Elk jaar rapporteren een kwart miljoen Amerikaanse vrouwen dat ze verkracht zijn, en dat zijn alleen de vrouwen die moedig genoeg zijn om naar de politie te stappen. Dat is slechts het topje van de ijsberg. Hoe zou ik daar als vrouw niet over kunnen schrijven? Het is mijn plicht om dat aan de kaak te stellen. Zwijgen en toekijken maakt je een mededader.

Ziet u beterschap in de toekomst?

SLAUGHTER: U bent de toekomst. Het zijn de mannen die de oplossing in handen hebben. Actief optreden wanneer een vrouw lastiggevallen wordt, seksegenoten bewust maken van hun denigrerende taalgebruik, en, indien je macht hebt – laten we eerlijk zijn, het zijn nog altijd de mannen die de wetten maken – die macht gebruiken om geweld tegen vrouwen streng te bestraffen. En je zonen opvoeden. Nu, uw generatie is al intenser betrokken in het opvoedingsproces, hopelijk plukken vrouwen daar later de vruchten van.

De kans is groot dat de VS binnenkort een vrouwelijke president hebben. Stemt dat u blij?

SLAUGHTER: Blij? Extatisch ben ik! De symbolische kracht daarvan mag niet onderschat worden. Tegelijk weet je al dat de verwachtingen onrealistisch hoog zullen zijn. Toen Barack Obama president werd, was er even een momentum: alsof al onze schuld aan de zwarte gemeenschap – slavernij, segregatie – plots witgewassen werd. Dat duurde niet lang. De Ku-Klux-Klan zag zijn ledenaantal zelfs stijgen. Dus ik verwacht dat Hillary Clinton op heel wat weerstand zal botsen, en ik voorspel nu al een opstoot van vrouwenhaat, zeker in de media die nog altijd door mannen wordt gedomineerd. Maar daar moeten we doorheen. Hillary Clinton moet zowat de beroemdste vrouw ter wereld zijn. Al twintig jaar lang staat ze in het spotlicht, en wanneer ze een job uitoefent – hetzij als senator of minister van Buitenlandse Zaken – krijgt ze uitmuntende ratings. Maar zodra ze zich kandidaat stelt voor het presidentschap zakt ze in de polls. Dus een vrouw die een job wíl, wordt gehaat. Een vrouw die een job uitoefent, is geliefd. Bij mannen is het meestal omgekeerd. Hopelijk geldt dat ook voor het presidentschap. De verschillen op zich zijn al interessant. Een mannelijke presidentskandidaat presenteert zich als een leider, als een alfamannetje die met ronkende slogans het volk probeert mee te lokken. Clinton werkte meer achter de schermen. Ze bouwde haar netwerk uit, en zocht naar consensus binnen de partij. Dat is Bernie Sanders (Clintons grote tegenstander in de strijd voor de Democratische nominatie, nvdr.) vergeten. Trouwens, mocht een vrouw zo veel achterstaan in de race en toch zo hardnekkig vasthouden aan onbestaande hoop, dan werd ze door de media ronduit belachelijk gemaakt. Sanders had al veel eerder zijn verlies moeten toegeven. Blijkbaar valt dat moeilijk voor een man.

U bent duidelijk fan van Clinton.

SLAUGHTER: Ja, maar niet alleen omdat ze een vrouw is. Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om op Sarah Palin te stemmen, of op Margaret Thatcher in haar tijd. Ze is gewoon de meest progressieve kandidaat, iemand die aan den lijve begrijpt wat het betekent vrouw te zijn. Ze weet hoe duur een vrouwenleven is. Hoe duur crèches zijn. Wat het betekent om minder loon te krijgen voor dezelfde job. Hoe frustrerend het is om geen controle te hebben over je eigen lichaam. Mannen kunnen dat eenvoudigweg niet begrijpen. Weet u hoe duur de pil is? Dat kost een fortuin, maar als je er uit armoede op bespaart, loop je het risico zwanger te worden. Dat duwt je nog dieper in de armoede, want ook een abortus kost handenvol geld. En de farmaceutische industrie speelt daar een vuil spel. Toen Obamacare voorgesteld werd, zou de pil onder die verzekering vallen. Dat was buiten de farmaceutische industrie gerekend. Ze spande processen aan en lobbyde bij Republikeinse senatoren. Resultaat: de pil kost nog altijd 40 dollar per maand. Dat lijkt niet veel, maar voor armen is bijna 500 dollar per jaar veel geld.

Mannelijke politici ijveren zeker voor vrouwenrechten, maar ze doen dat vanuit sociale overwegingen. Omdat het grondrechten zijn. Vrouwen zijn er praktischer in. Ik ben niets met een ideologisch debat over abortus. Ik wil dat anticonceptie betaalbaar wordt.

We hebben met Orlando alweer een massale schietpartij gekend, en opnieuw blokkeren de Republikeinen een strengere wapenwet. Hoe frustrerend is dat voor iemand die, toch in haar fantasie, dagelijks de gevolgen van vrije wapendracht ziet?

SLAUGHTER: 70 procent van de Amerikanen wil een strengere wapenwetgeving. Helaas spendeert de National Rifle Association miljoenen aan lobbywerk om antiwapenwetten te blokkeren. Vergis u niet: de NRA haalt haar inkomsten niet uit de lidgelden, ze krijgt de eindeloze stroom dollars van de wapenfabrikanten. En hun lobby werkt. Een voorbeeld. Als enige industrietak kan de wapenindustrie niet vervolgd worden wanneer hun wapens productiefouten vertonen. Een pistool mag ontploffen in je hand, of automatisch honderd kogels afvuren zonder dat je de trekker overhaalt, je kunt niet procederen tegen de makers. Zelfs de leden van de NRA willen strengere controles en een ban op vrije verkoop – het zijn geen idioten, zij zijn net de mensen die bewust omgaan met hun vuurwapen. Veel mensen kopen een wapen gewoon omdat het kán. Ze schieten er een paar keer mee, en daarna verdwijnt het in de kast. Tot een kind het vindt. Of een inbreker. Ironisch: wie een wapen in huis heeft, maakt meer kans om er zelf mee doodgeschoten te worden dan er een inbreker mee te verwonden.

Hebt u een wapen?

SLAUGHTER: Ja, ik heb een pistool. Zolang er gekken met automatische machinegeweren rondlopen, zal ik mijn recht op wapendracht gebruiken. Als er strengere regels komen, zal ik de eerste zijn om mijn handwapen af te staan. Maar op dit moment zijn de wetten absurd. Zo mag je in Georgia op straat rondwandelen met een M16-mitrailleur en de politie mag je niet vragen om dat oorlogstuig af te geven. Dus hou ik mijn handwapen nog even bij me. Je mag niet vergeten dat ik vaak alleen in die blokhut zit. En ik heb genoeg Stephen King gelezen om te weten dat wat extra bescherming handig kan zijn.

DOOR RODERIK SIX

‘Hillary Clinton zal op heel wat weerstand botsen, en ik voorspel nu al een opstoot van vrouwenhaat, zeker in de media.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content