Dit keer bleef het tussen Rusland en Georgië bij een woordenoorlog. Maar Moskou en Tbilisi lusten elkaar nog altijd rauw.

Op de kop af een jaar geleden kwam er een eind aan de korte, maar felle oorlog tussen Rusland en Georgië om de Georgische provincie Zuid-Ossetië. Die had zich al langer van Georgië afgescheurd, Tbilisi wou het verloren land terugwinnen en begon plompverloren een oorlog die het niet kon winnen. Want achter het kleine Zuid-Ossetië stond en staat nog altijd het grote Rusland. Volgens Moskou geldt het zelfbeschikkingsrecht dat het Westen inroept voor de Albanese Kosovaren net zo goed voor de Osseten. Als Kosovo onafhankelijk kan zijn, dan ook Zuid-Ossetië. In het spoor van Zuid-Ossetië verloor Georgië tijdens dezelfde oorlog ook zijn andere afvallige provincie: Abchazië geniet nu van dezelfde Russische bescherming als Zuid-Ossetië. De twee zijn ‘onafhankelijk’. Maar die onafhankelijkheid wordt, naast Rusland, alleen door Nicaragua erkend.

De verjaardag van de gebeurtenissen werd met wederzijdse scheldpartijen herdacht en met dossiers waaruit het eigen gelijk moet blijken. Gelukkig bleef de schade dit keer daartoe beperkt. Hoewel de oppositie tegen zijn bestuur ook in zijn eigen land groot is, zit president Mikhail Saakasjvili van Georgië nog altijd op zijn stoel. Het lijdt nog weinig twijfel dat de president zijn land vorig jaar in het avontuur van een oorlog stortte, in de verwachting dat indien niet het hele NAVO-bondgenootschap, dan toch zeker de Verenigde Staten hem ter hulp zouden snellen. Het stikte in de omgeving van Saakasjvili van de Amerikaanse adviseurs, terwijl hij zich ook een persoonlijke vriend van voormalig president George W. Bush mocht noemen.

Bush deed er ook alles aan om Georgië en Oekraïne snel in de NAVO binnen te loodsen. Maar als de kans daartoe al bestond, werd ze door de oorlog verknald. Veel Europese landen hebben weinig op met een bondgenoot die de hele alliantie om de haverklap in de problemen kan brengen. Artikel 5 van het charter van de NAVO bepaalt namelijk nog altijd dat een land dat wordt aangevallen door alle andere lidstaten wordt bijgestaan.

De nieuwe Amerikaanse regering herhaalde drie weken geleden bij monde van vicepresident Joe Biden zijn steun aan Tbilisi, maar Saakasjvili heeft de boodschap intussen allicht ook begrepen: de VS zullen geen troepen sturen om hem te helpen. Dat betekent eigenlijk dat Georgië geen andere keuze heeft dan te proberen om met Rusland tot een bepaalde vorm van verstandhouding te komen. Om te beginnen werken tienduizenden, vooral jonge Georgiërs in Rusland. Het geld dat ze naar huis sturen, houdt evenveel Georgische gezinnen in leven. Bovendien heeft de Georgische economie geen alternatief voor de nabije, grote Russische markt.

Het zou het nieuwe, assertieve Rusland sieren als het een buurlandje zoals Georgië ruimte geeft om zich ook politiek te ontwikkelen. Al was het in een niet zo ver verleden een deel van de machtige Sovjet-Unie. Zoals Georgië moet leren leven met de realiteit dat het een bufferland is en zal blijven. En straks met een andere president. Want tussen Mikhail Saakasjvili en het Kremlin komt het nooit meer goed.

Georgië heeft geen keuze dan met Rusland tot een vorm van verstandhouding te komen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content