Grote lokale verschillen in werkzaamheidsgraad in Vlaanderen

© BelgaImage
Ewald Pironet

Dat de Belgische werkzaamheidsgraad grote regionale verschillen vertoont, is bekend. Uit een studie van Steunpunt Werk blijkt nu dat die ook in Vlaanderen erg varieert.

De werkzaamheidsgraad geeft weer hoeveel mensen tussen 20 en 64 jaar een job hebben. In Vlaanderen zijn er verhoudingsgewijs even grote verschillen als in Europa, zo blijkt uit onderzoek van de KU Leuven. Met 56 procent heeft Griekenland de laagste werkzaamheidsgraad van de hele Europese Unie. In Vlaanderen scoort de gemeente Kraainem het slechtst: ook 56 procent. Nergens in de EU zijn er meer mensen aan de slag dan in Zweden: de werkzaamheidsgraad bedraagt er 82 procent. In Vlaanderen is die eer weggelegd voor Zonnebeke, waar ook exact 82 procent van de mensen op arbeidsleeftijd een baan hebben. Tot deze en andere opmerkelijke conclusies leidt een recente studie van Steunpunt Werk (KU Leuven), dat de werkzaamheid in de Vlaamse gemeenten in kaart heeft gebracht.

In West-Vlaanderen vinden bedrijven erg moeilijk personeel en dat weerspiegelt zich in een hoge arbeidsdeelname

Wouter Vanderbiesen (Steunpunt Werk)

Zowat alle economen zijn het erover eens dat er in ons land te weinig mensen aan de slag zijn als we onze welvaart willen behouden. In 2016 had in de Europese Unie 71 procent van de mensen tussen 20 en 64 jaar een betaalde baan. In Duitsland was dat 79 procent, in Nederland 77 procent, Frankrijk 70 procent. En in België? Wij halen geen 68 procent en zitten dus duidelijk onder het EU-gemiddelde. Alleen Roemenië (66 procent), Spanje (64 procent), Italië (62 procent), Kroatië (61 procent) en Griekenland (56 procent) doen het nog slechter.

‘De hoogste werkzaamheidsgraden vinden we doorgaans terug in de kleine gemeenten’, vertelt Wouter Vanderbiesen, die samen met Katleen Pasgang de studie van Steunpunt Werk uitvoerde. ‘De West-Vlaamse gemeenten Zonnebeke, Lo-Reninge en Wingene behoren tot de top met werkzaamheidsgraden van bijna 82 procent. In West-Vlaanderen vinden bedrijven erg moeilijk personeel en dat weerspiegelt zich in een hoge arbeidsdeelname: West-Vlaanderen heeft met 75 procent de hoogste werkzaamheidsgraad van alle Vlaamse provincies.’ Alleen de kustgemeenten vormen er een uitzondering. ‘Die bevolking is ouder en over het algemeen zijn van de 55-plussers minder mensen aan het werk’, verklaart Vanderbiesen.

In Oost-Vlaanderen zijn ook veel mensen aan de slag. Alleen Ronse (66 procent), Gent (69 procent) en Zelzate (69 procent) hebben een werkzaamheidsgraad van minder dan zeventig procent. Vlaams-Brabant doet het ook goed, uitgezonderd de rand rond Brussel, zoals Kraainem (56 procent), Wezembeek-Oppem (60 procent) en Tervuren (65 procent). ‘Wat daar de precieze oorzaken van zijn, vergt verder onderzoek’, aldus Vanderbiesen. Een mogelijke verklaring ligt in het ietwat oudere leeftijdsprofiel van deze gemeenten. Er zijn daar bovendien ook heel wat inwoners actief in de nabijgelegen Europese instellingen, die nog niet opgenomen zijn in de statistieken.’

‘De provincie Antwerpen heeft eerder gemiddelde werkzaamheidscijfers’, vertelt Vanderbiesen. De stad Antwerpen scoort met 63 procent het slechtst. Dat komt vooral door de aanwezigheid van grote groepen inwoners die vaak moeilijk geïntegreerd raken op de arbeidsmarkt, zoals niet-EU-burgers of laaggeschoolde jongeren. ‘Het is een probleem dat geldt voor de meeste centrumsteden, zoals Oostende, Genk en Turnhout’, zegt Vanderbiesen. Slechts drie van de dertien centrumsteden scoren even goed of hoger dan de Vlaamse gemiddelde werkzaamheidsgraad: Aalst (73 procent), Brugge (74 procent) en Roeselare (76 procent).

Grote lokale verschillen in werkzaamheidsgraad in Vlaanderen

Limburg heeft overwegend een lage werkzaamheidsgraad. Tot de laagste behoren daar Maasmechelen (61 procent), Lanaken (65 procent) en Dilsen-Stokkem (68 procent). Ook de ex-mijngemeenten Genk (61 procent), Houthalen-Helchteren (66 procent), Heusden-Zolder (67 procent) en Beringen (68 procent) doen het niet goed. ‘De Limburgse gemeenten zijn wel aan een inhaalbeweging bezig’, verduidelijkt Vanderbiesen, die ook de evolutie van de werkzaamheidsgraad in de gemeenten tussen 2006 en 2016 naging. ‘In Vlaanderen steeg die in die periode met 2,4 procentpunt, maar Limburg groeide een stukje meer, in Gingelom en Riemst was dat zelfs met meer dan 5,5 procentpunt.’ De hoogste werkzaamheidsaangroei zien we in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen, met als top drie: Essen (plus 10 procent), Wachtebeke (plus 9 procent) en Arendonk (plus 8 procent).

Vlaams-Brabant telt veel gemeenten waar die groei onder het Vlaams gemiddelde ligt. ‘In een aantal gemeenten daar loopt de werkzaamheidsgraad zelfs achteruit’, zegt Vanderbiesen. ‘Dat geldt voor sommige Brusselse randgemeenten, maar ook voor Leuven (min 1 procent). De grootste werkzaamheidsafname tussen 2006 en 2016 zien we in Machelen (min 4 procent) en Meise (min 1 procent).’

Hoe komt dat? Vanderbiesen: ‘Dat heeft vaak te maken met specifieke lokale karakteristieken of knelpunten, zoals de omvang en het demografische profiel van die gemeente. In andere gemeenten is er dan weer een mismatch tussen vraag en aanbod.’

De EU wil tegen 2020 minstens drie kwart van de 20- tot 64-jarigen aan een baan helpen, België stelde als streefdoel 73,2 procent. Vlaanderen zit nu net aan dit cijfer, maar heel wat Vlaamse gemeenten zitten er (ver) onder. Er is dus nog veel te doen, ook in Vlaanderen dat ruim onder de werkzaamheidsgraad in Duitsland en Nederland zit, om van Zweden maar te zwijgen. Vanderbiesen: ‘Uit onze studie blijkt alvast dat de groei van de werkzaamheidsgraad niet alleen een algemeen beleid vergt, maar ook regionale en lokale beleidsacties op maat.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content