Wie stopt de wapenwedloop?

'Legers willen mobielere pantservoertuigen voor stadsoorlogen en antiterreuracties.' © ERIC DE MILDT

De wereldwijde wapenindustrie doet gouden zaken. De toenemende onveiligheid doet de budgetten stijgen, de bestellingen binnenlopen en de winstmarges toenemen. Knack trok naar Eurosatory, de grootste wapenbeurs van Europa. ‘De tijd dat legers alleen investeerden in vuurwapens en granaten is voorbij.’

Op een druilerige ochtend in het Parc des Expositions nabij Parijs staat een delegatie van het Botswaanse leger zich aan een miniatuurpantserwagen te vergapen. Met hun groene uniformen, rode epauletten en retrokepies trekken de Botswanen de aandacht. Het rechthoekige pantserwagentje, van het Israëlische bedrijf General Robotics, is niet veel groter dan een kinderwagen. Een Israëlische ingenieur laat het pantserwagentje op een trap omhoogkruipen.

Met enkele drukken op een tablet laat hij de wagen een paar keer om zijn as draaien, en dan rijdt de robot weer via de trap naar beneden. ‘Good doggy‘, grapt hij. De Botswanen kunnen er hun ogen niet van afhouden. ‘We hebben hem gisteren nog getest op bewegende doelwitten’, vult de directeur van het bedrijf aan. Hij heeft dezelfde rochelende Hebreeuwse ‘r’ als de ingenieur. ‘Vierentwintig holle kogels, allemaal raak’, verzekert hij. ‘De robot schiet automatisch terug wanneer hij beschoten wordt. Inzetbaar op alle terreinen! En ook ’s nachts, want hij is uitgerust met nachtvisie. Rupsbanden van carbonvezel: niet stuk te krijgen. Prime quality, messieurs.’ ‘Richt hem op mij’, zegt een van de officieren plots. Met enkele drukken op de knop richt het voertuig zijn loop op de gezette man. Wanneer die een onverhoeds sprongetje opzij maakt, volgt de loop van het geschut hem automatisch. De officier knikt. De directeur staat van een afstand te grijnzen.

De tweejaarlijkse Eurosatorybeurs is een van de grootste wapenbeurzen ter wereld. Verspreid over drie gigantische indoorhallen en ettelijke vierkante kilometers park exposeren 1572 bedrijven het neusje van de zalm. Tanks, jeeps, gepantserde vrachtwagens, helikopters, drones, radarsystemen, mortiergranaten, machinegeweren, rupsbanden, legeruniformen: Eurosatory is een soort zwaarbewapend autosalon, maar dan voor voertuigen waarmee je beter doorgaans niet op de Antwerpse Ring aanschuift. Hostessen heten de bezoekers welkom op de stands. De clientèle is bijzonder divers. Naast bedrijfsleiders en legerofficials uit alle windstreken tekenen ook lobbyisten en occasionele wapenfanaten present. Die laatsten herken je zo aan hun buitenmaatse camera’s en korte broeken.

Toch is de wapenhandel vandaag meer dan enkel bommen en granaten. ‘De tijd dat legers alleen investeerden in vuurwapens en granaten is voorbij’, zegt Nils Duquet, wapenexpert van het Vlaamse Vredesinstituut en een trouw Eurosatory- bezoeker. ‘Vooral communicatiesystemen zijn vandaag belangrijk. Wapensystemen zijn steeds meer een kwestie van gesofisticeerde technologie dan van pure vuurkracht. Tanks lijken hun beste tijd gehad te hebben. Legers zijn eerder geïnteresseerd in gevechtsvliegtuigen en mobielere pantserwagens, die beter aangepast zijn aan oorlogen in steden of aan antiterreuracties.’

De Saudische vergissing

Het gaat goed met de internationale wapenhandel. Volgens het Stockholm Institute for Peace Research Institute (SIPRI) spendeerden overheden uit de hele wereld het voorbije jaar 1566 miljard euro aan defensie. De voorbije decennia lag dat totaalbedrag zelden hoger. In 2005 lag het wereldwijde totaal nog op 1275 miljard, in 1995 was het ‘slechts’ 972 miljard. Dat hoge totaal is des te opmerkelijker omdat de Verenigde Staten momenteel geen geldverslindende grootschalige oorlogen voeren, zoals ze dat het voorbije decennium in zowel Irak als Afghanistan deden. Toch hebben de VS nog altijd met voorsprong het grootste defensiebudget: 529 miljard euro in 2015, goed voor een wereldaandeel van 34 procent. Maar de dominantie neemt af.

In 2011 was het Amerikaanse leger nog goed voor 40 procent van het wereldaandeel. Vooral China, Saudi-Arabië en Rusland trokken hun budgetten de voorbije jaren gevoelig op. SIPRI schat dat China – dat geen transparante cijfers vrijgeeft over zijn budgetten – het voorbije jaar liefst 191 miljard aan defensie spendeerde, goed voor 12 procent van het wereldaandeel. Saudi-Arabië verdriedubbelde zijn budget de voorbije tien jaar tot 77 miljard euro, dat is 5 procent van het wereldtotaal. Verontrustende cijfers, vindt Luc Mampaey, directeur bij de Groupe de Recherche et d’Information sur la Paix (GRIP). In de internationale politiek zijn weinig transacties zo besmettelijk als wapenaankopen. ‘Het is een kwestie van actie en reactie. China heeft zijn defensiebudget de voorbije tien jaar vervijfvoudigd, dus beginnen ook landen als Vietnam, Taiwan of Bangladesh zich te bewapenen. Nu Rusland zich weer roert, schroeven ook de Oost-Europese landen hun budgetten weer op. De wapenaankopen van Saudi-Arabië krijgen navolging in het hele Midden-Oosten.’

De sterk toenemende vraag naar wapens van Saudi-Arabië is zorgwekkend, vindt Nils Duquet. Europa en de Verenigde Staten, die het steenrijke olieland maar wat graag van de nodige vuurkracht voorzien, hebben daarin een fatale fout gemaakt, vindt hij. ‘We hebben de impact van de wapenleveringen onderschat. Die wapens waren zogezegd een prestigeproject waarmee de Saudi’s hun internationale uitstraling wilden verbeteren. Al die gevechtsvliegtuigen zouden één keer worden bovengehaald voor het jaarlijkse militaire defilé. Maar vandaag zien we dat het Saudische leger die wapens inzet tegen burgerdoelwitten in Jemen. Er zijn ook vermoedens dat Syrische rebellen bevoorraad worden vanuit Saudi-Arabië. Zolang we wapens blijven leveren, geven we Saudi-Arabië de mogelijkheid om zijn oudere wapens door te geven en andere groepen te bewapenen.’

Met FN Herstal is ook ons land hofleverancier in Riyad. De Luikse vuurwapenfabrikant exporteert meer dan een derde van zijn productie naar het Midden-Oosten. De FN Herstal-stand is het pronkstuk van de Belgische aanwezigheid op de beurs. Het is een van de drukst bezochte plekken in het Parc des Expositions, voortdurend overspoeld door liefhebbers die de nieuwste versie van de Minimi hopen te schouderen. De wapens worden belicht met blauw en wit neonlicht, alsof ze in een of andere boetiek uitgestald liggen. Het is niet meteen de uitstraling die je bij een Waals overheidsbedrijf verwacht.

Sinds 2003 worden wapenexportvergunningen door de gewesten afgeleverd. Dat zorgt voor de merkwaardige situatie dat het Waals Gewest beslist over de vergunningen van een bedrijf waarvan het zelf de enige aandeelhouder is. Met meer dan 1000 arbeidsplaatsen is FN Herstal een belangrijke werkgever in een regio die het economisch zwaar heeft. ‘Dat de Waalse overheid hoofdaandeelhouder is, hoeft geen slechte zaak te zijn’, zegt Mampaey. ‘Alleen zou ze haar invloed meer moeten laten gelden. Nu krijgt het management te veel ruimte, waardoor de overheid soms voor voldongen feiten staat.’ Vanuit Vlaamse hoek klinkt vaak het verwijt dat Wallonië, waar vooral vuurwapens en munitie worden vervaardigd, soepel omspringt met het uitdelen van vergunningen. Die kritiek is te makkelijk, vindt Mampaey. ‘Onze export is een totaalpakket. Als Wallonië morgen beslist om geen wapens te leveren, koppelen de Saudi’s daar gevolgen aan die heel België treffen. Ik wil weleens zien of baggeraar Jan De Nul nog even vlot aan contracten raakt als we geen wapens meer leveren.’

Terreurdreiging

Ondanks het militaire karakter van de beurs is business het ordewoord op Eurosatory. Want hoewel er over het hele expopark genoeg materieel aanwezig is om de ruimtelijke ordening van een middelgrote stad ingrijpend te veranderen, benadrukken de bedrijven in hun marketing dat hun producten er vooral zijn om bescherming te bieden. Zeg niet: ‘wapenbedrijven’, maar zeg: ‘defensie-industrie’. Of nog liever: ‘hightechindustrie met tactische toepassingen’. Er wordt duchtig genetwerkt. Vertegenwoordigers van de grote bedrijven besnuffelen elkaar om te zien of er samengewerkt kan worden. Mannen in dure pakken en pilotenbrillen vertellen met overslaande stem over nieuw wapentuig dat ze gespot hebben.

En vooral: politiek doet hier niet ter zake. India en Pakistan exposeren hun koopwaar op honderd meter van elkaar. Zelfs China, een land waartegen al sinds 1989 een Europees en Amerikaans wapenembargo geldt, heeft een stand op de beurs. Het enige spoor van politiek is de Russische stand. Door het handelsembargo mag Rusland geen wapens Europa binnenbrengen. Als noodoplossing hebben de Russische bedrijven dan maar miniatuurmodellen van hun jeeps en helikopters meegebracht. Op een groot scherm toont het Russische staatsbedrijf Rosoboronexport een animatiefilm van de nieuwste KA-25-helikopter. Terwijl op de achtergrond Wagners Ritt der Walküre schalt, vuurt de helikopter boven een heuvel in het rond. Een Russisch-Engelse stem met een hoog James Bondgehalte bejubelt de betrouwbaarheid en het state of the art design.

Naast de wereldwijde bewapeningsbeweging zorgt ook de terreurdreiging in West-Europa voor een hausse in de verkoopcijfers van de defensie-industrie. Ook de Belgische industrie hoopt er een graantje van mee te pikken. De markt is hypercompetitief, vertelt Roland Teheux, die voor technologiebelangenvereniging Agoria de Belgische defensie-industrie vertegenwoordigt. ‘Een bedrijf dat met iets nieuws komt, heeft doorgaans maximaal twee jaar om het aan de man te brengen. Want binnen de twee jaar heeft de concurrentie je bijgehaald.’

Bovendien woedt de strijd om de beste technologie ook tussen landen. ‘Door het totale gebrek aan investeringen in het Belgische leger zijn onze bedrijven wel gedwongen om te exporteren’, zegt Teheux. ‘Daar zijn risico’s aan verbonden, ja. Veel niet-Europese kopers eisen dat een deel van de productie in eigen land gebeurt. Dat heeft veelal te maken met werkgelegenheid, maar soms spelen er ook andere belangen. Door een deel van de productie in eigen land te organiseren, hopen ze onze knowhow over te nemen.’ Het is een extra overweging die bedrijven moeten maken. Teheux: ‘Vaak is die dreiging van een technologische transfer een reden om niet mee te dingen naar een contract. Maar we moeten er wel in meespelen. Als je wilt exporteren, ben je verplicht in die logica mee te gaan.’

Het is een tweesnijdend zwaard: ga je als bedrijf in op een dik contract met het risico dat je product daarna onder de prijs wordt nagemaakt, of ga je voor de vette cheque? Veel bedrijven kiezen voor optie twee, zegt Serge Rosier, consultant bij International Trade Connexion. Hij begeleidt defensiebedrijven in hun zoektocht naar partners en nieuwe markten. Hij heeft zijn bureautje opgesteld in een hoekje van de expohal, ver uit het zicht van de gewone bezoeker. Veel bedrijven maken ondoordachte keuzes, vindt Rosier. ‘Ik raad mijn klanten bijvoorbeeld af om hightechproducten aan Israël te verkopen. Israël staat erom bekend dat het zich die technologie bliksemsnel eigen maakt. Soms heeft het binnen de maand al een eigen systeem ontwikkeld.’ Rosier ergert zich ook aan de nonchalance waarmee veel bedrijven met hun koopwaar omspringen. ‘Ik snap niet dat al die wapenbedrijven hier zo uitpakken met hun topproducten. Je ziet hier elk jaar Chinezen rondlopen die zich voordoen als geïnteresseerde kopers, en het product van alle kanten fotograferen. Noem me gerust paranoïde, maar ik zou het als bedrijfsleider nooit toelaten.’

Uitstekende belegging

De macht van de wapenbedrijven heeft de voorbije jaren een steile opgang gemaakt. In de jaren negentig, toen de Koude Oorlog door de val van de Sovjet-Unie plots voorbij was, gingen de defensiebudgetten gevoelig omlaag. Maar het zogenaamde vredesdividend zorgde ervoor dat wapenbedrijven machtiger werden dan ooit. ‘Om te overleven, begonnen de grote wapenbedrijven in snel tempo te fuseren. Daardoor wordt de markt vandaag bijna helemaal overheerst door een tiental miljardenbedrijven. Zo heeft Lockheed Martin, ’s werelds grootste wapenbedrijf ter wereld, een begroting die groter is dan het bruto nationaal product van Estland. ‘Onze voornaamste uitdaging bestaat er al lang niet meer in kopers te vinden’, zegt pr-verantwoordelijke Joy Sabol. ‘We moeten er vooral voor zorgen dat we de beste ingenieurs blijven aantrekken. De verkoop loopt vanzelf.’

Bovendien maakt de groeiende omzet de defensiebedrijven uitermate interessant als belegging. ‘Voor banken, investeringsfondsen en pensioenfondsen is het de ideale investering’, geeft Mampaey toe. ‘De defensie-industrie heeft geen last van economische crisissen. Zeker op lange termijn is de rentabiliteit hallucinant. Sommige aandelen verdubbelen in enkele jaren in waarde.’ Zelfs handelsembargo’s lijken de winsten van de defensiebedrijven nauwelijks te raken. Zo draaide de Russische Kalashnikov Group, die door de Europese en Amerikaanse sancties een groot deel van de internationale markt afgesloten zag, het afgelopen jaar een recordwinst. ‘Die sancties waren in het begin een tegenslag’, zegt perswoordvoerder Jelena Kropskaja. ‘Maar we hebben vrij snel nieuwe kopers gevonden. We verkopen nu aan India en Vietnam. We hebben alleen nog maar positieve commentaar gekregen.’

Op Eurosatory loopt de dag ten einde. De Botswaanse delegatie staat met een glas cava op de stand van het Belgische technologiebedrijf Duma Engineering. Er wordt wat zakelijk gekeuveld, enkele mannen ijsberen druk bellend heen en weer. Zelfs Botswana heeft de voorbije jaren zijn defensiebudget opgekrikt. Hoewel het Zuid-Afrikaanse land geen oorlogen voert of oplopende buurtconflicten kent, gaf het vorig jaar 383 miljoen euro uit aan defensie (een stijging van 49 procent in vergelijking met 2013, maar nog altijd geen tiende van het Belgische budget). De laatste grote legeraankoop dateert van 2013: vijf sportvliegtuigjes om piloten mee op te leiden; twee van de oude modellen botsten twee jaar voordien op elkaar. Op de vierkante kilometer waarop we ons bevinden staat oorlogsmaterieel uitgestald waarvoor het land met zijn huidige budget tientallen jaren zou moeten sparen. Wie door het park naar buiten loopt, krijgt de indruk dat hij door tientallen kanonnen tegelijk onder schot wordt gehouden.

Nee, dan is Botswana zo slecht nog niet.

DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO’S ERIC DE MILDT

Vooral China, Saudi-Arabië en Rusland trokken hun budgetten de voorbije jaren gevoelig op.

‘In de internationale politiek zijn weinig transacties zo besmettelijk als wapenaankopen. Het is een kwestie van actie en reactie.’

‘Als je stopt met wapens leveren aan Saudi-Arabië wil ik weleens zien of baggeraar Jan De Nul nog vlot aan contracten raakt.’

‘Voor banken en pensioen-fondsen zijn wapens de ideale investering.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content