JA

Volgens uw Franstalige ambtsgenoot Benoît Lutgen (CDH) beschikt Wallonië wel nog over voldoende strooizout. Heeft Vlaanderen wel voldoende geanticipeerd?

Absoluut. Vlaanderen moet de veiligheid op snelwegen en gewestwegen garanderen, en heeft zeker nog voldoende voorraad strooizout voor de komende weken. Dat geldt echter niet voor alle Vlaamse gemeenten, en misschien ook niet voor alle Brusselse of Waalse. De gemeenten zijn bevoegd voor de andere wegen op hun grondgebied, en zelf verantwoordelijk voor hun voorraden en het zuinige gebruik daarvan. Omdat in elke Vlaamse provincie vorige week een twee- à drietal gemeenten zout te kort hadden, heb ik contact opgenomen met de gouverneurs om de steden en gemeenten te helpen hun wegen veilig en vlot berijdbaar te houden. En om de informatie-uitwisseling tussen de verschillende beleidsniveaus te coördineren.

Bestond er nog geen overkoepelend plan?

Nee, maar Vlaanderen heeft wel een gedetailleerd draaiboek.

Als er nu al te weinig strooizout is, wat gebeurt er dan als de winterkou een maand aanhoudt?

De benodigde zoutvoorraden worden berekend op basis van de voorbije jaren. In vier weken tijd hebben we nu al de totale hoeveelheid zout gestrooid van heel het vorige winterseizoen. Ik beheer de zoutvoorraden als een goede huismoeder: er moet genoeg zijn, maar ook niet te veel. Want aan zout dat drie jaar in een silo ligt en samenklontert, daar heb je niets meer aan.

Toch zet deze crisis aan om out of the box te denken. Net als in onze buurlanden zoeken we samen met ingenieurs naar milieuvriendelijke alternatieven voor strooizout, die op elk moment in de gevraagde hoeveelheid bijgemaakt kunnen worden.

Binnenkort lijst ik na een enquête samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de knelpunten en problemen op. Want één zaak leert deze crisis zeker: we moeten alle aanwezige kennis bundelen, ongeacht het beleidsniveau.

Vindt u het niet eigenaardig dat er pas sinds vorige week een overkoepelend strooiplan bestaat?

Deze winterprik is uitzonderlijk, maar het is inderdaad vreemd dat zo’n coördinerend plan nog niet bestond. Want het is nodig, zo blijkt. Men heeft gaandeweg een aantal maatregelen genomen die eigenlijk vooraf al in een draaiboek moesten zitten voor álle beleidsniveaus, niet alleen voor Vlaanderen. Waar en wanneer men dynamische verkeersborden met snelheidsbeperking inschakelt bijvoorbeeld, en of die beperking louter adviserend of dwingend is. Ook hoe de gemeenten hun voorraden moeten beheren en prioriteiten stellen, zodat op alle wegen dezelfde principes worden toegepast.

Anders dan Wallonië heeft Vlaanderen vandaag geen meetinstrumenten om de gladheid van de wegen te peilen. Door de hellingsgraad van de E411 zijn ze daar echt noodzakelijk, maar ze zijn ook wenselijk voor ring- en autowegen in Vlaanderen. Zo zou men de strooidiensten nog beter kunnen aansturen.

Zijn zij tekortgeschoten?

Nee, ik wil hen zeker geen steen toewerpen. In het begin hebben ze de toestand misschien onderschat, maar algemeen genomen hebben ze goed werk geleverd.

Wat is uw advies voor automobilisten bij winterweer?

In de eerste plaats moeten ze hun verplaatsingsgedrag aanpassen. Niet-noodzakelijke verplaatsingen uitstellen of met het openbaar vervoer maken. Wie toch de weg op moet, raad ik aan om trager te rijden, voldoende afstand te bewaren en geen bruuske bewegingen te maken.

Tijdens de eerste twee dagen van kou en sneeuw in december, hebben we immers liefst vier tot vijf keer meer ongevallen genoteerd dan anders. Om dat te vermijden, zou de overheid een extra module moeten inlassen in de rijopleiding. En voor wie veel kilometers doet: winterbanden promoten. Al geven die misschien een vals gevoel van veiligheid, en verbruikt een wagen daardoor iets meer.

NEE

Volgens uw Franstalige ambtsgenoot Benoît Lutgen (CDH) beschikt Wallonië wel nog over voldoende strooizout. Heeft Vlaanderen wel voldoende geanticipeerd?

Absoluut. Vlaanderen moet de veiligheid op snelwegen en gewestwegen garanderen, en heeft zeker nog voldoende voorraad strooizout voor de komende weken. Dat geldt echter niet voor alle Vlaamse gemeenten, en misschien ook niet voor alle Brusselse of Waalse. De gemeenten zijn bevoegd voor de andere wegen op hun grondgebied, en zelf verantwoordelijk voor hun voorraden en het zuinige gebruik daarvan. Omdat in elke Vlaamse provincie vorige week een twee- à drietal gemeenten zout te kort hadden, heb ik contact opgenomen met de gouverneurs om de steden en gemeenten te helpen hun wegen veilig en vlot berijdbaar te houden. En om de informatie-uitwisseling tussen de verschillende beleidsniveaus te coördineren.

Bestond er nog geen overkoepelend plan?

Nee, maar Vlaanderen heeft wel een gedetailleerd draaiboek.

Als er nu al te weinig strooizout is, wat gebeurt er dan als de winterkou een maand aanhoudt?

De benodigde zoutvoorraden worden berekend op basis van de voorbije jaren. In vier weken tijd hebben we nu al de totale hoeveelheid zout gestrooid van heel het vorige winterseizoen. Ik beheer de zoutvoorraden als een goede huismoeder: er moet genoeg zijn, maar ook niet te veel. Want aan zout dat drie jaar in een silo ligt en samenklontert, daar heb je niets meer aan.

Toch zet deze crisis aan om out of the box te denken. Net als in onze buurlanden zoeken we samen met ingenieurs naar milieuvriendelijke alternatieven voor strooizout, die op elk moment in de gevraagde hoeveelheid bijgemaakt kunnen worden.

Binnenkort lijst ik na een enquête samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de knelpunten en problemen op. Want één zaak leert deze crisis zeker: we moeten alle aanwezige kennis bundelen, ongeacht het beleidsniveau.

Vindt u het niet eigenaardig dat er pas sinds vorige week een overkoepelend strooiplan bestaat?

Deze winterprik is uitzonderlijk, maar het is inderdaad vreemd dat zo’n coördinerend plan nog niet bestond. Want het is nodig, zo blijkt. Men heeft gaandeweg een aantal maatregelen genomen die eigenlijk vooraf al in een draaiboek moesten zitten voor álle beleidsniveaus, niet alleen voor Vlaanderen. Waar en wanneer men dynamische verkeersborden met snelheidsbeperking inschakelt bijvoorbeeld, en of die beperking louter adviserend of dwingend is. Ook hoe de gemeenten hun voorraden moeten beheren en prioriteiten stellen, zodat op alle wegen dezelfde principes worden toegepast.

Anders dan Wallonië heeft Vlaanderen vandaag geen meetinstrumenten om de gladheid van de wegen te peilen. Door de hellingsgraad van de E411 zijn ze daar echt noodzakelijk, maar ze zijn ook wenselijk voor ring- en autowegen in Vlaanderen. Zo zou men de strooidiensten nog beter kunnen aansturen.

Zijn zij tekortgeschoten?

Nee, ik wil hen zeker geen steen toewerpen. In het begin hebben ze de toestand misschien onderschat, maar algemeen genomen hebben ze goed werk geleverd.

Wat is uw advies voor automobilisten bij winterweer?

In de eerste plaats moeten ze hun verplaatsingsgedrag aanpassen. Niet-noodzakelijke verplaatsingen uitstellen of met het openbaar vervoer maken. Wie toch de weg op moet, raad ik aan om trager te rijden, voldoende afstand te bewaren en geen bruuske bewegingen te maken.

Tijdens de eerste twee dagen van kou en sneeuw in december, hebben we immers liefst vier tot vijf keer meer ongevallen genoteerd dan anders. Om dat te vermijden, zou de overheid een extra module moeten inlassen in de rijopleiding. En voor wie veel kilometers doet: winterbanden promoten. Al geven die misschien een vals gevoel van veiligheid, en verbruikt een wagen daardoor iets meer.

opgetekend door jan jagers

‘Ik beheer de voorraden als een goede huismoeder.’

‘Vlaanderen heeft geen meetinstrumenten om de gladheid van de wegen te peilen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content