AB InBev, Opel Antwerpen, Carrefour… het regent collectieve ontslagen. ‘De wet-Renault schiet tekort’, zegt Valeria Pulignano, professor arbeidsverhoudingen in Leuven, en ze houdt een pleidooi om werknemers-vertegenwoordigers op te nemen in de raad van bestuur: ‘Betrek werknemers tijdig bij het nemen van strategische beslissingen.’

‘Multinationals zijn een van mijn stokpaardjes’, lacht Valeria Pulignano. ‘Het zijn krachtige internationale protagonisten die heel vlug hun kapitaal en vestigingen van het ene naar het andere land kunnen verplaatsen. Ze spelen daarbij niet zelden de werknemers en de nationale overheden tegen elkaar uit. Multinationale ondernemingen zoals General Motors oefenen een enorme macht uit in onze samenleving en de wereld.’

Valeria Pulignano is een Italiaanse die zich na haar doctoraat sociologie aan de universiteit van Calabrië specialiseerde in de relaties tussen werkgevers en werknemers aan de Britse Warwick Business School. Vijf jaar geleden kwam ze naar Leuven om er onder meer de cursus vergelijkende arbeidsverhoudingen in Europa te doceren. ‘Internationaal bekeken heeft België zeker een sterk geïnstitutionaliseerd model van sociaal overleg, zowel op het nationale en sectorale niveau als op dat van de onderneming. De vakbonden staan hier ook sterk. Ze zijn in vergelijking met Duitsland en Nederland diep doorgedrongen in de bedrijven en kunnen de mensen ook mobiliseren. Maar terwijl de vakbonden in sommige Zuid-Europese landen snel naar het actiewapen grijpen, is overleg in België het ordewoord.’

Dat sociaal overleg loopt in België over het algemeen ook goed, oordeelt Pulignano. ‘Er worden tussen werkgevers en werknemers niet alleen akkoorden afgesloten over de werkomstandigheden en flexibiliteit, maar ook over opleiding bijvoorbeeld, en dat zie je niet vlug in andere landen. Natuurlijk draagt de Belgische overheid in belangrijke mate bij tot zulke akkoorden door het juiste kader te creëren en regelmatig met geld over de brug te komen.’

Ondanks het feit dat het sociaal overleg in ons land zo geïnstitutionaliseerd is en gesmeerd wordt met overheidsgeld, schiet het in de ogen van Pulignano toch nog op een wezenlijk punt tekort: bij collectieve ontslagen, die vandaag als gevolg van de financiële crisis veelvuldig voorkomen, kan de vakbond niet veel meer doen dan die ontslagen ‘ managen‘, ze zo optimaal mogelijk afhandelen.

Valeria Pulignano: ‘Nadat Renault in 1997 als een donderslag bij heldere hemel de sluiting van de vestiging in Vilvoorde had aangekondigd, waarbij meer dan 3000 directe jobs verloren gingen, werd de zogenaamde wet-Renault opgesteld. Een werkgever die sindsdien tot collectief ontslag wil overgaan, moet de werknemers of hun vertegenwoordigers informeren en consulteren voor hij een beslissing neemt en met onderhandelingen over een sociaal plan start. De werkgever moet daarbij een rapport opstellen waarin hij het collectief ontslag uitlegt en dat overhandigen aan de ondernemingsraad. Die kan dan vragen stellen over de motivering, logica en omvang van de herstructurering en alternatieven formuleren. En de werkgever moet daar dan een antwoord op formuleren.’

‘Die wet-Renault was natuurlijk een belangrijke stap voorwaarts in het sociaal overleg’, zegt Pulignano. ‘In Groot-Brit-tannië bijvoorbeeld kan de werkgever nog steeds zomaar beslissen om onmiddellijk een bedrijf te sluiten. Met de wet-Renault werd in België een kader gecreëerd zodat er bij collectief ontslag een dialoog op gang komt tussen werkgever en werknemer. Daarom is die wet ook zo belangrijk. Maar we zien ook dat die wet doorgaans weinig of geen invloed heeft op het uiteindelijk resultaat. De collectieve ontslagen worden niet tegengehouden met de wet-Renault. De onderhandelingen gaan uiteindelijk altijd over hoe de afdankingen zullen worden aangepakt, hoeveel mensen met brugpensioen kunnen, wie in aanmerking komt voor outplacement, enzovoorts.’

Echte stakeholders

Pulignano illustreert het falen van de wet-Renault aan de hand van een aantal belangrijke recente aankondigingen van collectieve ontslagen. Bij brouwer AB InBev moesten 300 banen verdwijnen. Dit voornemen werd ‘voorlopig’ ingetrokken, maar dat was niet zozeer het resultaat van onderhandelingen, wel van harde acties waarbij dagenlang de toegangspoorten werden geblokkeerd zodat cafés en winkels zonder Stella en Jupiler dreigden te vallen. Dan is er Opel Antwerpen. De topman van GM Europe, Nick Reilly, verklaarde eind januari de intentie te hebben om Opel Antwerpen te sluiten. Sindsdien loopt de consultatie- en informatieperiode, maar elk alternatief wordt door Reilly onmiddellijk van tafel geveegd. Hij heeft al meermaals duidelijk gemaakt dat hij maar één doel voor ogen heeft: zo snel mogelijk het licht uitdoen bij Opel Antwerpen. Distributieketen Carrefour gaat nog een stapje verder: toen het twee weken geleden aankondigde dat er 1672 jobs moesten verdwijnen, verklaarde topman Gérard Lavinay meteen ‘ ça passe ou ça casse’: als de werknemers niet met de ontslagen instemmen, dreigt Carrefour helemaal uit België weg te trekken.

‘Als de werkgevers de voorgenomen collectieve ontslagen bekendmaken in het kader van de wet-Renault, is de beslissing eigenlijk al gevallen’, becommentarieert Pulignano. ‘De werknemers kunnen nog wat onderhandelen, maar fundamenteel verandert er meestal niets meer. De wet-Renault wordt daarom het best versterkt, zodat werknemers eerder in het beslissingsproces worden betrokken en echt kunnen anticiperen op ingrijpende herstructureringen. In Duitsland, Oostenrijk en Zweden bijvoorbeeld zijn de werknemers in grotere ondernemingen vertegenwoordigd in de raad van bestuur of de raad van toezicht. Dat model kan in België en andere Europese landen worden ingevoerd.’

Pulignano neemt nog eens General Motors als voorbeeld. Toen ze nog in Warwick werkte, bestudeerde ze al hoe die multi-national in Europa te werk gaat bij herstructureringen. ‘GM heeft het al jaren moeilijk. Al van in de jaren 1990 zien we dat het bedrijf fabrieken, werknemers en overheden tegen elkaar uitspeelt. GM dringt aan op inleveringen, flexibiliteit en meer steun, en anders, zo dreigt het management keer op keer, moet er worden afgeslankt. Maar op die manier boekte men alleen maar kortetermijnoplossingen en de fundamentele problemen werden ondertussen niet aangepakt. Kijk naar Opel Antwerpen. Het is een van de productiefste Europese vestigingen met goede resultaten, maar toch ligt Antwerpen al bijna tien jaar in de vuurlinie. Werknemers en overheid deden toegevingen aan GM Europe, dat die met de glimlach aanvaardde. Een echte, fundamentele oplossing bleef ondertussen uit. En nu moet Opel Antwerpen ondanks al die toegevingen toch sluiten. Men had veel beter werknemersvertegenwoordigers laten deelnemen aan discussies over welke lange-termijnstrategie het bedrijf het best zou volgen. In Duitsland hebben werknemers- vertegenwoordigers en vakbonden zitting in de raad van toezicht van Opel.’

Natuurlijk moeten vakbonden of andere vertegenwoordigers van de werknemers geen bedrijf gaan leiden. Dat moet het management doen, onderstreept Pulignano. ‘En als de vertegenwoordigers van werknemers in de raden van bestuur van grote bedrijven worden opgenomen, zullen ze moeten leren met vertrouwelijke informatie om te gaan en om verantwoordelijkheid op te nemen. Ze zullen de verdediging van de werknemersbelangen moeten koppelen aan toekomstgericht meedenken over de beste strategie voor het bedrijf. Ze zullen oog moeten hebben voor de lange termijn. Maar als de werknemers vertegenwoordigd zijn in de raad van bestuur, kan de onderneming daar alleen maar wel mee varen. Met andere woorden: werkgevers, beschouw uw werknemers niet alleen in woorden als een van de stakeholders van uw bedrijf, realiseer dit stakeholdership ook in realiteit. Het is in ieders belang dat de werknemers meer betrokken worden bij het strategisch beleid van de onderneming, waar ze dag in dag uit het beste van zichzelf geven.’

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content