‘Het ergste van de crisis lijkt voorbij, maar de centrale bankiers staan nog voor zeer grote uitdagingen’, zegt Johan Van Overtveldt. In de VS moet Ben Bernanke beslissen wanneer de centrale bank het geld opnieuw uit de markt haalt. In Europa worstelt Jean-Claude Trichet met landen die niet meekunnen, zoals Griekenland. ‘En België speelt met vuur.’

‘De job van centrale bankier heeft iets mystieks’, zegt Johan Van Overtveldt, directeur van de denktank VKW Metena. Van Overtveldt is al jaren geboeid door centrale bankiers, die meer dan wie ook met hun doen en laten, hun verklaringen of hun zwijgen, de economie kunnen sturen. ‘Is wat een centrale bankier doet gebaseerd op kennis, of beoefent hij kunst?’ vraagt Van Overtveldt zich soms af. ‘Ik raak er hoe langer hoe meer van overtuigd dat je talent en intuïtie moet hebben om een goede centrale bankier te zijn.’

Van Overtveldt schreef jaren geleden al een boek over oud-gouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse, de architect van de devaluatie van de Belgische frank in 1982. Begin 2009 verscheen zijn Engelstalige boek over Ben Bernanke, die twee jaar eerder benoemd was tot voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed). Nu de ergste financiële crisis sinds 1930 bezworen lijkt, rolt een bijgewerkte editie van de drukpers, net op het moment dat Bernanke voor vier jaar is herbenoemd.

Van Overtveldt is vol lof over de manier waarop Bernanke de crisis aanpakte: ‘Hij verdient daarvoor minstens onderscheiding. Bernanke zorgde ervoor dat de financieel-economische crisis niet escaleerde tot een Grote Depressie zoals we die in de jaren 1930 hebben meegemaakt. Bernanke kent die Grote Depressie door en door. Hij bestudeerde ze als academicus aan de universiteit van Princeton en als hij niet naar de Fed was overgestapt, had hij voor dat werk wellicht de Nobelprijs voor economie gekregen. Hij weet precies wat de gevaren zijn als een of meer banken kampen met een groot probleem. Hij kent de gevolgen voor gezinnen en bedrijven, voor het consumptie- en inves- teringsgedrag.’

In het begin van de jaren 1930 keek de Fed eerder passief naar de vloedgolf van faillissementen in de Amerikaanse banksector. Gevolg was dat heel de economie in elkaar stuikte: bedrijven gingen bij bosjes failliet, massa’s mensen verloren hun baan, de armoede greep om zich heen en op de straathoeken werd soep bedeeld.

Johan Van Overtveldt: ‘Toen in de herfst van 2008 Amerikaanse banken echt in moeilijkheden kwamen, besefte Bernanke meteen dat de centrale bank daadkrachtig moest ingrijpen. Hij wist dat een implosie van de financiële sector de hele economie onderuit zou halen. Dat heeft hij ook duidelijk laten weten aan het Amerikaanse parlement. De vrijdag na de ondergang van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers vroeg een senator tijdens een hoorzitting aan Bernanke wat er zou gebeuren als het Congres zijn aanbevelingen voor drastische overheidsmaatregelen niet zou volgen. Er viel een ijzige stilte en vervolgens antwoordde Bernanke: “Eerlijk gezegd senator, dan denk ik dat we maandag geen economie meer hebben.”‘

Zijn we toen aan een internationale ramp ontsnapt?

JOHAN VAN OVERTVELDT: Ik denk het wel, en dat is in grote mate te danken aan Bernanke. Hij combineerde als Fed-voorzitter inzicht met creativiteit en moed. Hij nam ongeziene maatregelen. Hij drukte massaal geld bij, investeerde al snel 1000 miljard verse dollar in de financiële sector, verleende krediet tegen een rente van bijna nul procent en nam een groot deel van de rommelkredieten van de Amerikaanse banken over. Dat heeft ons behoed voor een nieuwe Grote Depressie of erger. Kijk naar de cijfers: in de VS kromp de economie in 2009 met 2,5 procent en in de eurozone met zo’n 4 procent – een ernstige krimp maar geen ineenstorting. En dit jaar groeit de Amerikaanse economie naar verwachting met 2,5 procent en de Euro- pese met 1 procent. Het was allemaal véél erger geweest als Bernanke niet zo snel en oordeelkundig had ingegrepen. Dat hij vorig jaar door het Amerikaanse weekblad Time verkozen werd tot persoon van het jaar is dan ook volkomen terecht.

Toch riep de recente herbenoeming van Bernanke enige weerstand op in de VS. Waarom?

VAN OVERTVELDT: Er wordt altijd gediscussieerd over zo’n topbenoeming en het is logisch dat de onorthodoxe maatregelen die Bernanke moest nemen reacties uitlokten. Bernanke werd begin 2006 nog benoemd door de Republikeinse president George W. Bush, maar de huidige Democratische president Barack Obama heeft al zeer vroeg laten weten dat hij Bernanke zou herbenoemen. En zeker niet alleen omdat hij zo voor stabiliteit en continuïteit wou zorgen, maar ook omdat Bernanke zijn job uiterst goed deed. Bernanke geniet heel veel vertrouwen in de financiële wereld. Zijn herbenoeming is dan ook nooit echt in het gedrang geweest.

Bernanke pompte massaal veel geld in de economie, maar ooit moet de Amerikaanse centrale bank dat beleid terugschroeven. Wanneer?

VAN OVERTVELDT: De discussie over die exitstrategie woedt nu volop. De Amerikaanse groei is vlug uit het dal gekropen dankzij de grote stimuleringsuitgaven van de overheid en de enorme financiële injectie van de Amerikaanse centrale bank. Dat waren twee turbomotoren voor de Amerikaanse groei. Ondertussen zitten de banken met gigantische geldreserves. Voorlopig gebruiken ze die berg geld nog niet om krediet te verschaffen, ze zijn voorzichtig en leggen een financiële buffer aan tegen een eventuele nieuwe crisis. Maar op een bepaald moment zullen de banken opnieuw krediet gaan verstrekken en dan moet de Amerikaanse centrale bank zich terugtrekken. Doet ze dat niet op het juiste moment en in het juiste tempo, dan is er te veel geld in de markt. Dan krijg je prijsstijgingen, inflatie, en kunnen er nieuwe zeepbellen ontstaan. Maar als de Fed zich te vlug terugtrekt, vinden de bedrijven onvoldoende financiering en wordt de prille economische heropleving gefnuikt. De kans dat de prijzen in elkaar zakken en dat we deflatie krijgen, neemt dan toe. Dat is moordend voor mensen met schulden, en in de VS heeft iederéén schulden. Daarom vermoed ik dat Bernanke liever iets langer wacht om het geld terug binnen te halen, dan er te vroeg aan te beginnen.

Is de heropleving in de VS echt begonnen of kan die nog terugvallen?

VAN OVERTVELDT: Dat is de cruciale vraag: is er sprake van een echte heropleving in de VS? Wordt er opnieuw geconsumeerd en geëxporteerd? Of trekt de economie alleen maar aan omdat de overheid de economie zo massaal stimuleert? In het laatste kwartaal van 2009 groeide de Amerikaanse economie met 5,7 procent. Bernanke en zijn legertje analisten moeten dat cijfer nu goed analyseren. Ze moeten voorbij dat rauwe cijfer kunnen zien en ontdekken wat erachter schuilgaat. Dan wordt centraal bankieren eerder een kwestie van in- tuïtie en kunst. In ieder geval: als Bernanke de ernst van de groei verkeerd inschat en zich te vroeg terugtrekt of juist veel te laat, veroorzaakt hij misschien wel een nieuwe crisis.

Bernanke staat dus voor een grote uitdaging?

VAN OVERTVELDT: Jazeker, en de politieke context vorm daarbij nog de allergrootste uitdaging. Heel wat leden van het Congres moeten binnenkort worden herverkozen. Als Bernanke het monetaire beleid verstrakt en de rente te vlug verhoogt – terwijl de werkloosheid nog wat stijgt omdat de arbeidsmarkt altijd met vertraging reageert op economische groei – krijgt hij gegarandeerd een orkaan van politiek protest te verwerken. Voor hij een beslissing neemt, zal hij daar zeker rekening mee houden. Want, niet onbelangrijk, er liggen wetsvoorstellen klaar die de onafhankelijkheid van de Fed willen aantasten. Dat zal Bernanke zeker proberen te vermijden. Hij zal dus zo weinig mogelijk Congresleden in het harnas willen jagen. Ook om deze reden denk ik dat Bernanke wat langer dan economisch noodzakelijk met het verhogen van de rente zal wachten en het risico op inflatie er zal bijnemen.

Voor het uitbreken van de bankcrisis heeft Bernanke de bal wel al een paar keer misgeslagen.

VAN OVERTVELDT: Klopt. Hij verkeek zich, net zoals alle andere topmensen bij de Fed, op de neveneffecten van de superlage rentepolitiek van de Amerikaanse centrale bank in de eerste jaren van de 21e eeuw. Die monetaire politiek zaaide mee de kiemen van latere excessen op onder meer de Amerikaanse huizenmarkt. Erger is dat Bernanke in 2006 nog verklaarde dat huizenprijzen niet overgewaardeerd waren en dat er dus geen sprake was van een vastgoedzeepbel. Dat was een blunder, want alle knipperlichten brandden al. Bernanke hoefde van mij niet te zeggen dat er een crisis op komst was, maar hij had wel kunnen zwijgen. Hij heeft in die tijd de financiële sector ook lof toegezwaaid voor zijn risicoanalyse, en we weten ondertussen ook hoe ondermaats die was. En hij heeft net als zijn voorganger Alan Greenspan altijd geloofd dat de financiële sector zichzelf wel zou reguleren, wat ook een grandioze vergissing gebleken is.

U prijst de daadkracht van Bernanke in de aanpak van de crisis, maar hoe beoordeelt u het optreden van Jean Claude Trichet, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB)?

VAN OVERTVELDT: De ECB reageerde trager op het uitbreken van de financiële crisis. Terwijl de Fed meteen de rente verlaagde, verhoogde de ECB aanvankelijk zelfs de rente. Was dat dramatisch? Nee, maar ze verloor zo al vlug drie maanden en het was natuurlijk beter geweest als ze sneller had ingegrepen. De Europese over- heden, ook de Belgische, hebben alles bij elkaar gedaan wat ze moesten doen. Het was voor België geen optie om Fortis, Dexia of KBC tegen de vlakte te laten gaan. En misschien kunnen we het geld dat we in de banken hebben gestoken zelfs met winst recupereren.

Voor welke uitdagingen staat de ECB vandaag?

VAN OVERTVELDT: Ze moet natuurlijk de Europese economie weer op het groeipad helpen, maar daarbij moet ze rekening houden met het feit dat er divergerende economische ontwikkelingen zijn binnen Europa. Dat maakt het zeer complex.

Zijn de economische verschillen binnen Europa te groot? Hoe kan de ECB een goed monetair beleid voeren zowel voor een stevige grootmacht als Duitsland als voor een probleemeconomie als Griekenland?

VAN OVERTVELDT: Daar zit de ECB inderdaad tussen gekneld. De problemen in Griekenland zijn zeer vervelend voor de eurozone, maar ze zullen de euro nooit echt onderuithalen. Griekenland kampt met een grote staatsschuld, een groot handelstekort en een sterk stijgende werkloosheid. Griekenland is dus totaal niet competitief. Hoe kan het uit de miserie raken? Vroeger kon Griekenland zijn munt, de drachme, devalueren, maar nu hanteert het de euro. En uit de eurozone stappen is zowat het domste wat het zou kunnen doen. Griekenland zal dus andere maatregelen moeten nemen, die hoe dan ook op een verarming van zijn bevolking zullen neerkomen. Om te beletten dat het land dan niet politiek ontploft, zullen grote Europese economieën als Frankrijk en Duitsland wel in een of andere vorm een fonds opzetten, waarmee ze Griekenland financieel kunnen bijspringen. Ook landen als Portugal of Ierland kunnen indien nodig op die manier worden gepamperd. De Europese Unie en de euro krijgen pas echt een probleem als grote economieën als Italië of Spanje in het slop zouden raken. Dan spreek je over andere dimensies.

En waar situeert u België?

VAN OVERTVELDT: Ik ga zeker niet zeggen dat we op weg zijn om Griekenland aan de Noordzee te worden. België moet als kleine en zeer open economie wel goed opletten, want het speelt met vuur. Onze staatsschuld loopt flink op. We hebben problemen met onze concurrentiekracht. De bedrijfsinvesteringen lopen terug. Werkgevers en werknemers gooien met modder naar elkaar en de regering heeft niet meer het geld om een sociaal akkoord af te kopen, zoals ze dat vroeger wel steeds kon. De vergrijzing en de bijbehorende kosten staan voor de deur en dat maakt het nog urgenter om de juiste beslissingen te nemen. Het ontbreekt ons echter aan een duidelijke, breed gedragen visie waar we de volgende vijf of tien jaar naartoe moeten met onze economie. We missen staatsmanschap. Het ontbreekt onze beleidsverantwoordelijken aan wat Bernanke juist wel had toen hij de crisis aanpakte: inzicht, creativiteit en moed.

Johan Van Overtveldt, Maandag geen economie meer? Over crashes, crisissen en menselijke fouten, Antwerpen, Economedia, 176 blz., 24,95 euro.Johan Van Overtveldt, Bernanke’s Test. Ben Bernanke, Alan Greenspan, and the Drama of the Central Banker, Chicago, Agate, 287 blz.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content