Je moet niet kunnen turnen of kogelstoten om een olympische medaille te behalen. Samira le Grand en Othman El Hammouchi keerden behangen met eremetaal terug van twee verschillende olympiades. Samira zegevierde in wiskunde, Othman kroonde zich tot Belgisch kampioen filosoferen. ‘My God, Cambridge, mijn grote droom.’

Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet. Hoe zouden ze ook? De Nederlandse Samira le Grand woont in Waterloo en zit op een Europese school in de buurt van de Brusselse Louizalaan. Othman El Hammouchi loopt school in het Koninklijk Atheneum van zijn geboortestad Vilvoorde. Excelleren doen ze ook al in verschillende disciplines. De zeventienjarige Samira behaalde begin mei een eerste prijs op de Vlaamse wiskundeolympiade (VWO), als eerste meisje in de 31-jarige geschiedenis van de wedstrijd. Deze zomer mag ze met een zeskoppige Belgische delegatie naar de internationale wiskundeolympiade (IMO) in Hongkong. De zestienjarige Othman won in april de Belgische filosofieolympiade met een in het Engels geschreven essay over geweld en ethiek en de netelige kwestie of er zoiets als een rechtvaardige oorlog bestaat. Het leverde hem een ticket op voor de internationale filosofieolympiade, die twee weken geleden aan de Universiteit Gent plaatsvond.

Hoewel, verschillende disciplines? Aristoteles, Blaise Pascal, Gottfried Wilhelm Leibniz: er zijn voorbeelden zat van denkers die zowel wiskundige als wijsgerige grenzen hebben verlegd. Mathematisch is het onmogelijk, maar in de loop van het gesprek zullen Samira en Othman verschillende grootste gemene delers ontdekken. Nieuwsgierigheid bijvoorbeeld. Zodra het ijs gebroken is, kruipen ze zelf in de rol van interviewer. Othman vraagt aan Samira of de deelnemers aan zo’n olympiade ook buiten de wedstrijd de hele tijd over wiskunde praten. En hoe die gesprekken dan wel verlopen, met al die vierkantswortels, dubbele haken, functiepijlen en andere symbolen. In de omgekeerde richting wil de wiskundige van de filosoof weten wat hij van nationalisme denkt. Othman, die soms meer als een 61-jarige dan als een 16-jarige klinkt, antwoordt zonder verpinken: ‘Voor nationalisme geldt wat Marx over godsdienst zei: het is opium van het volk. Dat kun je trouwens evengoed van voetbal beweren.’

Allebei gefeliciteerd met jullie titels. Welk parcours hebben jullie daarvoor moeten afleggen?

SAMIRA LE GRAND: We zijn begonnen met 26.000 deelnemers, en na twee ronden bleven er tachtig finalisten over. Het was dus best wel selectief, maar vergeleken met internationale wedstrijden is de Vlaamse olympiade relatief gemakkelijk. De internationale olympiade zal veel pittiger zijn, en ook Amerikaanse en Chinese wedstrijden halen een hoger niveau. In die landen wordt zwaar geïnvesteerd in wiskundecompetities. De Amerikanen die straks in Hongkong meedoen, zijn tot in de puntjes voorbereid. Je hebt daar trainingskampen van drie weken waarop de olympiade wordt voorbereid. Ter vergelijking: het Belgische team moet het qua voorbereiding stellen met twee weekends. Tegen de semiprofessionals uit Amerika en Azië maken we geen kans, maar dat maakt me niet minder enthousiast. Ik wil zo sterk mogelijk presteren, en voor de rest wil ik genieten. Een hele week doorbrengen met mensen van over de hele wereld die gepassioneerd zijn door wiskunde, wat een buitenkans!

OTHMAN EL HAMMOUCHI: Hongkong? Daar zou ik ook wel heen willen. Ik heb eigenlijk pech: net in het jaar waarin ik de Belgische titel win, wordt de internationale olympiade in Gent georganiseerd. Weg kans om een stuk van de wereld te zien. Maar ik klaag niet, hoor. Die vier dagen in mei waren een fantastische ervaring. Omdat België als gastland optrad, mochten er geen twee maar tien Belgen deelnemen.

Hoe verloopt zo’n finale?

EL HAMMOUCHI: Met gierende stress. Ze lieten ons allemaal samen binnen in een grote zaal vol computers. Eerst moesten we kiezen uit vier filosofische stellingen: een van Simone de Beauvoir over feminisme; iets van Immanuel Kant over ethiek en dan nog een bizarre stelling die niemand goed begreep. Ik heb zelf voor de cognitietheorie van Aristoteles gekozen: wat drukt taal uit in relatie tot de echte wereld, en wat betekent je aanschouwing in relatie tot die echte wereld? Daarover heb ik een essay van 1500 woorden geschreven, in het Engels.

Een verrassende keuze voor iemand die op school de bijnaam Kant meedraagt.

EL HAMMOUCHI: Kant is een van mijn favorieten, maar ik heb me nog niet in zijn ethica verdiept. Zijn Kritiek van de zuivere rede daarentegen heb ik verslonden, dat is zowat mijn lievelingsboek. Dat kwam goed van pas tijdens de finale. Ik heb Kants inzichten op Aristoteles kunnen toepassen.

Wiskunde en filosofie zijn niet echt populair bij pubers. Waar komt die passie dan vandaan?

LE GRAND: Als kind was ik al gefascineerd door patronen. Hoe zitten dingen in elkaar? Hoe werken causale relaties? Ik was dol op puzzelen, en mijn ouders speelden daar gretig op in door mij met puzzelboeken te bevoorraden. Toch werd mijn interesse pas goed gewekt toen ik aan competities begon deel te nemen, eerst de Kangoeroewedstrijd en daarna de olympiades. Daaruit bleek dat ik best goed was. Altijd door naar de tweede ronde, al twee keer in de finale. Het mooie van wiskunde is dat je zelf dingen kunt ontdekken. In andere vakken wordt kennis aangereikt, maar met wiskunde kun je zelf van de grond af aan beginnen te bouwen. Thuiskomen van school en de oplossingen die we in de klas hebben gevonden stap voor stap deconstrueren: dat vind ik heerlijk.

Op school krijgt u acht uur wiskunde. Volstaat dat om de honger te stillen?

LE GRAND:(lacht) Nee, ik vind de schoolwiskunde trouwens weinig interessant. Je leert formules uit het hoofd, past die toe, af en toe haal je een truc uit en klaar. Wat mij triggert zijn moeilijke vraagstukken waar je creatief moet over nadenken om zelf tot een oplossing te komen. Op het internet vind je gelukkig veel materiaal. Oefeningen, maar ook problem solving-community’s waar je feedback of hulp kunt vragen als je vastloopt. Ik doe ook wel aan sport, en ik luister de hele tijd naar muziek. Maar wiskunde komt altijd op de eerste plaats. Mocht ik in de VS wonen, dan zou ik zeker naar zo’n voorbereidingskamp gaan. Drie weken topwiskunde, dat lijkt me geweldig.

Hoe bent u aan het filosoferen geslagen, Othman?

EL HAMMOUCHI: Mijn moeder heeft me altijd gestimuleerd om kritisch na te denken. Ze komt zelf uit een familie waar kennis heilig is – al haar zussen en broers hebben in het buitenland gestudeerd. Zij heeft voor België gekozen, en zo heeft ze mijn vader leren kennen. Moeder legde de lat hoog. Als ik op de lagere school met minder dan een negen thuiskwam, dan zwaaide er wat. Ze is zelfs Latijn gaan studeren om mijn schoolprestaties te kunnen opvolgen.

Is er dan geen boek of een andere ervaring geweest die u op het pad van de wijsbegeerte heeft gezet?

EL HAMMOUCHI: Toch wel. Ik was een jaar of dertien toen ik Hayy ibn Yaqzan van de twaalfde-eeuwse Moorse filosoof Ibn Tufayl las, een boek over een jongen die moederziel alleen opgroeit op een eiland – volgens sommigen heeft Ibn Yaqzan trouwens model gestaan voor Robinson Crusoe. Maar eigenlijk gaat het over veel meer: hoe wordt een mens een mens? En hoe kunnen we echte kennis van de wereld verwerven? Na dat boek ben ik filosofische boeken blijven lezen.

Maakt filosoferen u populair op de speelplaats?

EL HAMMOUCHI: Niet echt. Ik sta op school alleen. Sommigen zijn geïnteresseerd in politiek. Maar echt filosoferen, in die zin dat ze de rede kritisch gebruiken om de wereld in al zijn aspecten te onderzoeken? ‘Ga toch weg met dat geleuter’, moet ik vaak horen. Toegegeven, ik provoceer graag door socratische vragen te stellen. Waarom mag een mens een ander mens niet doden? Omdat we allemaal gelijk zijn? Maar waarom zijn we allemaal gelijk? Ik ben dol op Socrates, die zichzelf als een soort vroedvrouw zag. Hij reikte geen waarheid of ideeën aan, maar liet die door het stellen van vragen uit zijn toehoorders geboren worden. Vandaar is het maar een kleine stap naar Kant, die stelt dat de rede universeel is. Daar ben ik van overtuigd: iedereen heeft een filosofie, alleen beseffen de meeste mensen dat niet. Zonde eigenlijk: mensen hebben de gave van de rede, maar gebruiken ze niet.

Scoort u bij de leerkrachten met die socratische maieutiek?

EL HAMMOUCHI: Ik heb een zekere reputatie: de jongen die voortdurend lastige vragen stelt. Sommigen kunnen daarmee overweg, bij anderen weet ik dat ik beter mijn mond kan houden.

Samira, zou u ook een passie voor filosofie kunnen ontwikkelen?

LE GRAND: Voor de logica en de structuur wel, ja. Ik doe niets liever dan systematiseren en structuren blootleggen. Ik zie dat als een spel, een beetje zoals The Mentalist, maar dan in de vorm van een mathematische whodunit waarbij je alles aan alles moet linken om te achterhalen hoe het werkt. Ik vind trouwens dat er in het onderwijs een nieuw vak moet komen: critical thinking skills assessment. Ze geven je een tekst en je moet dan analyseren hoe de argumentatie is opgebouwd en waar de redeneringsfouten zitten. Dat is geen wiskunde maar logica, een vaardigheid die altijd van pas komt, ook buiten de bètawetenschappen.

EL HAMMOUCHI: (enthousiast) Die obsessie met systematiek, daar kunnen we in de filosofie van meespreken. Kant was een echte systeembouwer, Schopenhauer heeft in Die Welt als Wille und Vorstellung een reusachtig systeem ontwikkeld, opgehangen aan de metafysische wil. Het is heerlijk om daarin rond te dwalen.

Jullie kunnen rolmodellen worden.Samira, voelt u zich geroepen om meisjes warm te maken voor wiskunde?

LE GRAND: Eigenlijk wil ik niet dat mijn prestaties aan mijn geslacht worden gelinkt, dat is irrelevant. Toch ben ik me door die wedstrijden bewust geworden van de genderfactor. Van de 78 finalisten op de VMO waren er tien meisjes. Op de Beneluxolympiade waren we met twee meisjes op 33 deelnemers. Volgens mij ligt het aan de stereotypes. Als meisjes voortdurend horen dat ze zich beter met andere zaken dan wiskunde inlaten, of dat jongens competitiever zijn dan meisjes, dan gaan ze zich naar die verwachtingspatronen gedragen. Ik geloof niet dat ik daar als rolmodel veel kan aan veranderen, er zijn andere manieren. We moeten de stereotypes bestrijden, en zo veel mogelijk meisjes stimuleren om zich voor wedstrijden in te schrijven.

Othman, twee jongeren uit uw school zijn naar Syrië vertrokken. U haalt de media als kampioen filosoferen. Aanvaardt u een missie als rolmodel?

EL HAMMOUCHI: Dat van die twee leerlingen heb ik pas recent vernomen. Ik ben misschien wat wereldvreemd, maar ik ken geen enkele Vilvoordse Syriëstrijder persoonlijk, laat staan dat ik weet uit welke families ze komen. En dat is nochtans wat journalisten veronderstellen, net zoals ze veronderstellen dat iedere jonge moslim de Koran uit het hoofd leert. Niet dus, ook al ben ik gelovig. Ik ga vrij weinig met moslims om. De meeste van mijn vrienden zijn – sorry voor het cliché – blanke Vlamingen.

Kan de socratische methode helpen om geradicaliseerde jongeren te deradicaliseren?

EL HAMMOUCHI: Zeker. Ik ben ervan overtuigd dat je iedereen van verkeerde denkbeelden kunt verlossen door de onderliggende redeneringsfouten te ontmaskeren. Dat lijkt me alleszins een probater middel tegen radicalisering dan gematigde imams inschakelen. Neem de beeldspraak niet letterlijk, maar je kunt gif niet met gif bestrijden.

Vaak gehoord in het islamdebat: de moslims hebben hun rendez-vous met de verlichting gemist. Wat denkt u daarvan, als moslim die met de verlichtingsfilosofen dweept?

EL HAMMOUCHI: Historische onzin van onwetende politici. In de zeventiende en achttiende eeuw, de periode van de verlichting, heeft de islamitische wereld nog grote stappen vooruitgezet in de filosofie, wetenschappen en kunsten. Het kolonialisme van de negentiende eeuw heeft dat elan gebroken.Wat wilt u met filosofie bereiken? Uzelf ontplooien of de wereld verbeteren?

EL HAMMOUCHI: Ik zie daar geen tegenspraak in. Op termijn wil ik mijn stem laten horen in het maatschappelijke debat. Een van mijn grote helden is de Sloveense filosoof Slavoj Zizek. Fantastisch gewoon hoe die de denkwereld van talloze mensen beïnvloedt.

Ook wiskunde kan de wereld veranderen. Zo heeft de Belgische wiskundige Ingrid Daubeschies de basis voor de universele jpeg-standaard gelegd. Is zij voor u een voorbeeld, Samira? Of ligt de toekomst eerder in de Londense City, waar wiskundigen topsalarissen verdienen met de ontwikkeling van algoritmes voor speed trading?

LE GRAND: Dat lijkt me spannend, maar ik kan er weinig over vertellen. Voorlopig houd ik me ver van toepassingen, voor mij kan wiskunde niet theoretisch genoeg zijn. Aan een carrière denk ik nog niet, maar volgend jaar ga ik wel theoretische wiskunde studeren. Naar alle waarschijnlijkheid in Cambridge, ik moet alleen nog twee toelatingsexamens afleggen.

EL HAMMOUCHI:(opgewonden)My God, Cambridge, mijn grote droom. Daar wil ik zelf studeren. Niet volgend jaar want ik heb nog een jaar middelbaar voor de boeg. Maar daarna wil ik naar zo’n college in Cambridge. Rechtstreeks, want ik wil geen tijd verliezen op een Belgische universiteit. Klinkt dat blasé? Zo bedoel ik het niet, het is alleen dat ik haast heb. Je leeft maar één keer, dan moet je er ook alles uithalen.

LE GRAND: Daar ben ik het volledig mee eens.

DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S KAAT PYPE

‘De socratische methode is een probater middel tegen radicalisering dan het inschakelen van gematigde imams.’ Othman El Hammouchi

‘Als meisjes voortdurend horen dat jongens competitiever zijn dan meisjes, dan gaan ze zich naar die verwachtingspatronen gedragen.’ Samira le Grand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content