Weggezuiverde Turkse NAVO-officieren: ‘We vragen België om bescherming’

© Stijn Felix
Jeroen Zuallaert

Negen maanden nadat ze uit het leger werden ontslagen, hopen meer dan honderd Turkse ex-NAVO-officieren op politiek asiel in België. Ze leiden een teruggetrokken leven, uit vrees verlinkt te worden aan de Turkse inlichtingendiensten.

‘Zag je hoe de bodyguards van Erdogan die betogers te lijf gingen? Hoe ze ongewapende betogers helemaal verrot schopten? Als hij dat ongestraft kan doen in Washington, probeer je dan eens voor te stellen wat hij allemaal in Brussel zou durven.’

Aan het woord is Cengiz*, een Turkse majoor die tot september vorig jaar kort deel uitmaakte van de Turkse militaire vertegenwoordiging bij de NAVO. Samen met enkele collega’s getuigde hij eind november in Knack over de brutale manier waarop ze uit het leger werden weggezuiverd. Meer dan 300 doorgewinterde Turkse NAVO-officieren over heel Europa kregen toen in verschillende ontslaggolven te horen dat ze op staande voet ontslagen waren uit het Turkse leger. Wanneer ze navraag plegen naar de reden van hun ontslag, krijgen ze te horen dat die reden een ‘staatsgeheim’ is waarover niet gecommuniceerd mag worden. Voor het Turkse regime zijn ze medeplichtig aan de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, zelfs al bleek bijna geen enkele van de getroffen officieren op dat moment in Turkije aanwezig. Wanneer ze verhaal hopen te halen voor een Turkse rechtbank, blijkt het onmogelijk om een advocaat te vinden. Onder de noodtoestand die sinds de mislukte coup van kracht is, is het onmogelijk om de Turkse overheid aan te klagen.

Er gaat geen maand voorbij of er vinden nieuwe zuiveringen plaats. Sinds de mislukte coup werden bijna 150.000 rechters, dokters, leerkrachten, journalisten en militairen zonder enige vorm van proces aan de deur gezet. Meer dan 45.000 Turken zijn gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid en lidmaatschap van een terroristische organisatie. Onder de gearresteerden zijn ongeveer 7000 militairen en meer dan 16.000 militaire kadetten, van wie de familie vermoedelijk niet spoort met de islamistische richting van het regime. Volgens het Turkse ministerie van Justitie zitten er vandaag 560 kinderen jonger dan zeven in de gevangenis bij hun moeders. Honderden verenigingen, ngo’s, onderwijsinstellingen en mediaorganisaties zijn per presidentieel decreet gesloten. Een rapport van Amnesty International heeft het over een ‘professionele annihilatie’. In de nasleep van het rapport werd de voorzitter van de Turkse afdeling van Amnesty International Taner Kiliç gearresteerd en in beschuldiging gesteld. De Turkse overheid beschuldigt hem van betrokkenheid bij FETO, de ’terroristische’ organisatie van Fethullah Gülen die de Turkse regering verantwoordelijk acht voor de mislukte staatsgreep.

Voor ons is Turkije een land dat zich naar westers voorbeeld moet ontwikkelen. Helaas denkt onze regering daar nu anders over

De officieren ontkennen formeel dat ze gülenisten zijn. Ze zijn opgegroeid in de militaire academies, waar jongeren vanaf hun veertiende school lopen ter voorbereiding van een militaire carrière. In het leger werd hun levenswandel strikt gecontroleerd: officieren zonder onberispelijk parcours maken geen kans om bij de NAVO aan de slag te gaan. ‘Ach, Erdogan noemt tegenwoordig al zijn tegenstanders gülenisten’, schampert Alper, een van de ontslagen NAVO-officieren. ‘Zelfs Ahmet Sik, een schrijver die een zeer kritisch boek over de Gülenbeweging schreef, zit vandaag in de gevangenis op beschuldiging van gülenisme. Er zijn regimegetrouwe kranten die Hillary Clinton een gülenist noemen. Dat is toch lachwekkend?’ Net als zijn ontslagen collega’s vermoedt Alper dat ze slachtoffers zijn van Erdogans pogingen om het volledige Turkse overheidsapparaat onder zijn controle te brengen. ‘We zijn allemaal seculier, hoogopgeleid en westersgezind’, zegt hij. ‘Voor ons is Turkije een land dat zich naar westers voorbeeld moet ontwikkelen. Helaas denkt onze regering daar tegenwoordig anders over.’

Politiek asiel in België

Na de ontslaggolven breken voor de officieren onzekere tijden aan. Hun paspoorten zijn geannuleerd, Turkse rekeningen worden geblokkeerd en bij de achtergebleven familie in Turkije worden huiszoekingen uitgevoerd. Omdat terugkeren naar Turkije in het huidige politieke klimaat geen optie is, vragen de officieren in november en december politiek asiel aan in België. In de maanden die volgen worden ze uitgenodigd om hun verhaal te doen en bewijsstukken aan te voeren. De dossiers worden momenteel behandeld door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Als het Commissariaat oordeelt dat de officieren inderdaad vanwege hun politieke overtuiging vervolgd worden, krijgen ze het statuut van erkende vluchteling. Beslissingen gebeuren op individuele basis. Het is in theorie dus mogelijk dat sommige officieren wel, en andere officieren niet erkend worden.

Hoewel het gros van de dossiers eind 2016 werd ingediend, is er tot dusver geen enkele officier in België erkend. Meer zelfs: tot voor een maand was geen enkel dossier zelfs maar in behandeling. Verschillende advocaten spreken van een soort koelkastprocedure, waarbij het Commissariaat voorlopig geen oordeel velt over de dossiers en afwacht hoe de situatie evolueert. Woordvoerder Gabrielle Baes spreekt tegen dat er een officiële procedure bestaat om dossiers te bevriezen. Ze geeft wel aan dat de bewijsvoering in asieldossiers complex is en dat dossiers daardoor vaak lang kunnen aanslepen. Het is onduidelijk wanneer er een beslissing valt.

‘Er is geen termijn waarbinnen de beslissing moet vallen’, zegt advocaat Francis Carron, die een van de Turkse officieren verdedigt. Hij vindt het jammer dat de procedure zo lang aansleept. ‘De situatie in Turkije is er de voorbije maanden alleen moeilijker op geworden.’ Over de uitkomst van de procedure heeft Carron geen twijfel. ‘Het zou me ten stelligste verwonderen als men het statuut niet toekent. Dit is een schoolvoorbeeld van politieke vervolging, dat bovendien gestaafd wordt door concrete elementen die duidelijk bewijzen dat mijn cliënt geviseerd wordt. Hoe meer angst voor vervolging kun je hebben?’

Ook in Duitsland vroegen tientallen Turkse officieren, die er werkzaam waren op NAVO-basissen, politiek asiel aan. Net als hun collega’s in België kregen ze in verschillende golven te horen dat ze zonder opgave van reden ontslagen waren uit de Turkse strijdkrachten. In een koffiehuis in een stad in Zuid-Duitsland spreek ik met Murat en Kemal, twee voormalige officieren. Ze zijn de eerste NAVO-officieren die asiel kregen in Europa. Uit veiligheidsoverwegingen stellen ze duidelijke regels: geen foto’s, geen plaatsnamen, geen persoonsbeschrijvingen. Zelfs in zijn diplomatieke paspoort houdt Murat zijn echte naam zorgvuldig bedekt.

Weggezuiverde Turkse NAVO-officieren: 'We vragen België om bescherming'
© AFP

Murats verhaal is er een van kleine toevalligheden. Begin augustus kreeg hij plots een acuut gezondheidsprobleem. Daardoor kon hij enkele dagen later niet naar Turkije vliegen. Vandaag beseft Murat dat die blessure hem waarschijnlijk uit de gevangenis heeft gehouden. ‘Het plan was waarschijnlijk om me in Ankara te arresteren.’ Kort daarna kreeg ook hij te horen dat hij ontslagen was en waren zijn rekeningen bevroren.

Hoewel geen van beide officieren op de dag van de staatsgreep in Turkije waren, werden ze beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Een belachelijke beschuldiging, vindt Kemal. ‘Je zag zo dat ze de lijsten al maanden op voorhand klaar hadden. Ze waren kennelijk zo gehaast om ons weg te zuiveren, dat ze niet eens moeite deden om de namen te controleren. Er stond een soldaat op de lijst die maanden voordien al gesneuveld was in Afghanistan. (wrang) In Turkije zijn zelfs de doden terreurverdachten.’

Samen met de andere officieren bleken Murat en Kemal algauw de inzet van een diplomatiek steekspel. Kort na hun erkenning in mei sprak de Turkse premier Binali Yildirim nog dreigende taal. ‘Als Duitsland zijn betrekkingen met Turkije wil verbeteren en zijn historische vriendschapsbanden zelfs nog wil versterken, dan moet het zich niet richten tot de gülenisten, maar naar de republiek Turkije’, oreerde de premier. Eind mei weigerde Turkije al de toegang aan een Duitse parlementaire delegatie, die de Duitse militairen in de NAVO-basis van Incirlik wilde bezoeken. Vermoedelijk was die weigering een wraakoefening voor de Duitse weigering om Turkse AKP-ministers campagne te laten voeren voor het grondwettelijk referendum van 16 april, waarbij Erdogan een meerderheid van de Turken achter zich kreeg om een presidentieel systeem in te voeren.

AKP-bolwerk

Van de Turkse gemeenschap in België valt alvast geen heil te verwachten. De officieren mijden de Turkse Belgen als de pest. Ze maken geen gebruik van opvangcentra voor vluchtelingen, omdat ze vermoeden dat die geïnfiltreerd zijn door de Turkse inlichtingendiensten. In hun dagelijkse contacten blijven ze discreet over hun persoonlijke geschiedenis. ‘We kiezen uit veiligheidsoverwegingen voor wijken waar weinig Turken wonen’, zegt Alper. ‘Tachtig procent van de Belgische Turken steunde Erdogan tijdens het grondwettelijk referendum. De AKP heeft hier overal sympathisanten. Het risico dat een van hen een informant is voor de Turkse inlichtingendiensten is gewoon te groot.’

‘Vroeger ging ik geregeld naar de Turkse supermarkt in Schaarbeek om etenswaren te kopen’, zegt Serhat, die na zijn ontslag met zijn gezin in het Brusselse is gaan wonen. ‘Dat durf ik nu niet meer. In de winkel speelt voortdurend Turkse overheidsradio, die enkel Erdogangezinde propaganda uitzendt. Enkele maanden geleden schold een van de caissières de man voor me de huid vol omdat ze hem ervan verdacht gülenist te zijn. Ik zie weinig kritische reflectie bij de Belgische Turken.’ Bovendien worden ook niet-sympathisanten grondig bewerkt door het regime. Zo kregen in de aanloop naar het referendum Europese Turken die niet geregistreerd stonden bij de Turkse autoriteiten plots flyers om voor de hervorming te stemmen. Op diplomatiek vlak brengt Turkije graag de vluchtelingendeal in herinnering, het akkoord waarbij Ankara in ruil voor Europees geld en een visumversoepeling drie miljoen vluchtelingen tegenhoudt en huisvest.Volgens Didier Vanderhasselt, woordvoerder bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, is er evenwel geen sprake van diplomatieke druk tegen België. Ook het federaal parket ontving nooit een verzoek tot uitlevering.

Hoewel het gros van de dossiers eind 2016 werd ingediend, is er geen enkele officier als vluchteling erkend

Sinds enkele maanden mag de Turkse inlichtingendienst MIT operaties uitvoeren buiten Turkije. Alle officieren houden serieus rekening met een ontvoeringsscenario. Ook in Duitsland vrezen de officieren voor hun veiligheid. ‘Dat klinkt misschien vergezocht, maar ik hou er echt rekening mee’, zegt Murat. ‘Dat zou niet eens zo moeilijk zijn. Een wagen met een diplomatieke nummerplaat mag de politie hier niet doorzoeken. Als ze een van ons overmeesteren en hem in een van de Turkse ambassades of consulaten in Duitsland krijgen, vrees ik dat de politie niets meer voor ons kan doen.’ Murat verwacht geen georganiseerde klopjacht, maar vermoedt dat de MIT ervan droomt een van de officieren te kidnappen, bij wijze van intimidatie. ‘Ik heb geen ambitie om als voorbeeld te dienen.’

Geen uitkering

In België hopen de officieren dat het Duitse voorbeeld als een precedent kan dienen. Ze hopen dat ze snel erkend kunnen worden, zodat ze eindelijk verder kunnen met hun leven. Bij veel officieren staat het water stilaan aan de lippen. Tijdens hun NAVO-periode verdienden ze vlot 7000 euro, maar ondertussen zitten hun gezinnen al tien maanden zonder inkomen. ‘We vreten ons spaargeld op’, zucht Alper. ‘Onze rekeningen en pensioenrechten in Turkije zijn geblokkeerd. Ik ben er via mijn ouders als bij wonder in geslaagd om mijn huis in Turkije te verkopen zodat ik hier verder kan. Toch weiger ik om een uitkering te vragen. We vragen België om bescherming, niet om geld.’ Het gros van de officieren leert ondertussen Frans en/of Nederlands, met de hoop om snel aan de slag te kunnen.

Bijna elke officier heeft minstens één masterdiploma van een westerse universiteit, maar toch blijkt het behoorlijk moeilijk om werk te vinden. ‘Ik maak me zorgen’, zucht Serhat. ‘Sinds een maand heb ik eindelijk een werkvergunning, maar voor iemand die zoals ik nauwelijks Frans spreekt, is het moeilijk om werk te vinden. Ik snap werkgevers wel: welk bedrijf wil mij aannemen als ik niet eens weet of ik over een maand niet het land uit moet?’ Het Frans wil ondertussen al een beetje vlotten, maar is onvermijdelijk een werk van lange adem. Ook het goede leven van tijdens zijn NAVO-carrière zal niet onmiddellijk terugkeren. ‘Het wordt behelpen. Ik besef dat ik de eerstvolgende jaren geen werk op het niveau van mijn opleidingsniveau zal vinden.’

Serhat is vastbesloten om zo snel mogelijk naar zijn vaderland terug te keren. ‘Eerlijk gezegd denk ik er niet aan om in België te blijven wonen. Ik mis mijn land en mijn familie. Zodra het weer veilig voor mij wordt, keer ik onmiddellijk terug om mijn land weer op te bouwen. Erdogan blijft niet leven. Ik ben er zeker van dat ik ooit terugkeer.’ Ook zijn collega’s lijken niet van plan om een dag langer dan strikt nodig in België te blijven. Ze benadrukken dat ze zo snel mogelijk hun land weer willen dienen, zelfs wanneer ze het steeds verder zien afglijden.

‘Ach, zo is het Midden-Oosten’, zucht Murat op het einde van het gesprek. ‘De ene dag is alles rustig, heb je een mooi leven en schijnt de zon. En een dag later word je wakker en merk je dat het land dat je zo goed kende er niet meer is.’

* Om hun anonimiteit te garanderen, getuigen de geïnterviewde militairen onder een schuilnaam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content