De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Rodham Clinton, zit kinhoog in de heikele kwesties. Met stip op 1: hoe betrouwbaar is het Afghaanse regime als partner?

Mevrouw de minister, de Amerikaanse regering overweegt bijkomende troepen naar Afghanistan te sturen. Wilt u een civiele maatschappij naar westers model opbouwen, of bent u tevreden als u de oprichting van nieuwe terroristische basissen kunt verhinderen?

Hillary Clinton: President Barack Obama heeft nog geen beslissing genomen over een uitbreiding van de troepenmacht. Op dit moment laat hij die kwestie uiterst grondig onderzoeken. Alleen al het nadenken daarover was productief. Maar één ding blijkt al tijdens deze onderzoeksfase: ons meest dwingende doel is Al-Qaeda en zijn extremistische bondgenoten verslaan.

Wat betekent dat voor de Afghaanse bevolking?

Clinton: We hopen dat de mensen in de toekomst een beter leven zullen leiden en politieke, sociale en economische vooruitgang zullen kunnen boeken. Maar we zijn in Afghanistan omdat we niet kunnen toelaten dat dit land weer een uitvalsbasis van terroristen wordt. We geloven dat Al-Qaeda en de andere extremisten deel uitmaken van een misdadige terroristische organisatie. Ze stimuleren andere terroristen, ze financieren hen, ze leiden andere terroristen op, bewapenen hen en bepalen hun koers. Twee maanden geleden hebben we nog een man gearresteerd die een aanslag op de metro van New York zou hebben beraamd en van wie we weten dat hij een trainingskamp van Al-Qaeda bezocht heeft.

Bijna elke dag zijn er bloedige aanslagen in Afghanistan. Moeten westerse soldaten voor een corrupte regering in Kabul sterven?

Clinton: Ze strijden en ze brengen offers, maar dat doen ze niet voor de Af-ghaanse regering maar voor ons allemaal. En aan hun zijde strijden en sterven ook autochtonen. De mensen in Afghanistan willen de taliban niet terug, ze wijzen het extremisme af dat hun werd opgedrongen. Dat blijkt uit elke enquête. Om ons doelte bereiken, om van Afghanistan een gemeenschap te maken die zichzelf kan handhaven en verdedigen, moeten echter fundamentele voorwaarden vervuld zijn: de principes van de rechtsstaat, veiligheid, verantwoordelijkheid. Onze kans om in die strijd succes te boeken neemt aanzienlijk toe als onze Afghaanse partner kan rekenen op de veiligheidstroepen die hij opleidt en inzet. Daartoe moeten we onze inspanningen beter organiseren – en meer van de regering in Kabul eisen.

Moest u na de vervalsing van de verkiezingen ten gunste van president Hamid Karzai niet op z’n minst aandringen op een regering van nationale eenheid waarvan ook zijn uitdager Abdullah Abdullah deel uitmaakt?

Clinton: Voor ons is het minder belangrijk uit welke personen de toekomstige regering is samengesteld dan dat ze competent, slagvaardig en eerlijk is. Maar in elk geval moeten we verder kijken dan Kabul en onze blik naar de provincies richten. Want in de geschiedenis van Afghanistan hebben de mensen vooral bij plaatselijke machthebbers veiligheid gevonden.

Zegt u nu dat de Verenigde Staten eraan denken om provinciegouverneurs te benoemen of ten minste invloed zullen uitoefenen op hun benoeming?

Clinton: Niet alleen in de VS maar ook onder onze NAVO-partners zijn er heel wat die het eens zijn met de Britse premier Gordon Brown, die recent heel duidelijk op de Afghaanse verantwoordelijkheid heeft gewezen. In het belang van onze nationale veiligheid moeten we in Afghanistan partners hebben die zich willen engageren om de regering beter te leiden. We zullen onze opvattingen daarover ondubbelzinnig uitdragen, en we zullen nagaan of aan onze eisen voldaan wordt.

President Karzai heeft al duidelijk gemaakt dat hij geen buitenlandse inmenging zal dulden.

Clinton: Dat heeft niets te maken met inmenging. Van Afghaanse zijde horen we altijd weer: ‘We hebben jullie hulp nodig om ons tegen de dreiging van de taliban en Al-Qaeda te kunnen verweren. Zodra dat gewaarborgd is, willen we dat jullie vertrekken.’ Wel, wij willen precies hetzelfde. We hebben niet de bedoeling om eeuwig in Afghanistan te blijven of ook maar een deel van het land te blijven bezetten. Maar we willen dat de toestand op het tijdstip van ons vertrek zo stabiel is dat de Afghanen zichzelf kunnen verdedigen.

Gelooft u dat Karzai nog altijd uw partner in deze strijd kan zijn?

Clinton: Karzai is de verkozen president van het land. Hij ging akkoord met een tweede kiesronde…

… nadat geen enkele kandidaat in de eerste ronde de vereiste 50 procent van de stemmen had behaald, waardoor een nieuwe stemronde noodzakelijk werd.

Clinton: Zijn uitdager Abdullah heeft toen beslist niet deel te nemen aan de tweede ronde. Zoiets gebeurt ook op andere plaatsen, onder andere bij ons. Meestal geeft de kandidaat op die voor zichzelf geen overwinningskans meer ziet. Ongetwijfeld is Karzai de legitieme president van Afgha-nistan, maar dat moet meer dan een titel zijn. Hij moet zijn opdracht ten dienste van het volk vervullen en voor het welzijn van de Afghanen werken. Ik onderschat de moeilijkheden niet waarmee hij geconfronteerd wordt – de vreselijke aanslag op het gastenverblijf van de Verenigde Naties in Kabul is daar het recentste voorbeeld van -, maar we moeten van president Karzai verwachten dat hij leiding geeft.

In plaats daarvan ‘is de Afghaanse regering de belichaming van corruptie geworden’, zei Gordon Brown onlangs. Ook u bent kennelijk ontevreden over Karzai’s omgang met corruptie.

Clinton: Dat probleem heeft verschillende aspecten. Enerzijds hebben we behoefte aan een commissie die de corruptie in Afghanistan onderzoekt, een commissie die echt onafhankelijk van de machtsstructuren in Kabul kan opereren. Anderzijds moeten ook het Westen, de NAVO en de andere geldschieters het gebruik van de enorme geldsommen die ze in het land pompen veel intensiever in het oog houden. We moeten nauwkeurig nagaan waar en hoe het geld uitgegeven wordt, en we moeten eisen dat er rekenschap over afgelegd wordt.

Minstens even gevaarlijk als de toestand in Afghanistan is de situatie in Pakistan. Het land bezit atoomwapens…

Clinton:… waarvan ik geloof dat ze veilig zijn. De Pakistaanse regering heeft elke denkbare inspanning in die richting gedaan.

Pakistan herbergt nochtans terroristen die misschien door politici gedekt worden. Toen u eind oktober Islamabad bezocht, zei u: ‘Het valt me moeilijk te geloven dat regeringsleden de schuilplaatsen van de Al-Qaedaterroristen niet kenden en dat ze hen niet konden arresteren als ze dat werkelijk gewild hadden.’

Clinton: We maken ons grote zorgen dat Al-Qaeda in Pakistan een toevluchtsoord gevonden heeft. Die terroristen staan nog altijd in nauw contact met de Pakistaanse taliban en zijn een gevaar voor deze staat. Onlangs nog heeft de burgerregering in Islamabad dat als een bedreiging onderkend en onderneemt ze er iets tegen. Samen met de militairen treedt ze nu met al haar krachten op tegen de terroristen die de pijlers van de Pakistaanse staat en van de cultuur van het land aangevallen hebben: commandocentrales van de strijdkrachten, regeringsgebouwen, moskeeën, universiteiten. Ik wou tijdens mijn bezoek aan Pakistan beklemtonen dat de VS de hoogste prioriteit geven aan de opdracht de Al-Qaedaleiders te vatten of te doden. Om dat doel te bereiken, verwachten we meer hulp van Pakistan.

In de discussie met Teheran is er dan weer nauwelijks vooruitgang omtrent het Iraanse atoomprogramma. Iraanse politici klagen dat de nieuwe Amerikaanse regering geen teken geeft dat ze bereid is echt compromissen te sluiten. Waarom elimineert u de militaire optie niet?

Clinton: We elimineren geen opties, nooit. Strategisch gezien is het niet erg verstandig om van mogelijke actie af te zien als er aan de andere kant helemaal geen beweging te bespeuren valt. We wachten op een teken uit Teheran. President Obama heeft openingen geboden aan Iran. Maar het kan geen eenrichtingsverkeer blijven. We willen als tegenzet ook een toenadering van Teheran zien.

De Arabische wereld verwijt u dat u tijdens uw recente bezoek aan Israël de Palestijnen hebt verraden. Waarom hebt u voor de havik Benjamin Netanyahu gecapituleerd en zijn bereidheid om compromissen te sluiten ‘weergaloos’ genoemd?

Clinton: U moet dat in zijn context zien. In onderhandelingen neemt men vaak een maximale positie in. In dit geval was dat een standpunt dat ons werkelijk na aan het hart lag: we pleiten sterk voor het beëindigen van de bouw van nederzettingen, omdat we die in de bezette gebieden illegitiem vinden. De Israëlische regering wees erop dat ze binnen haar wettelijke kader al met de bouw van bepaalde wooneenheden heeft ingestemd, maar dat ze van plan is iets te doen wat nog geen enkele andere Israëlische regering heeft gedaan: de bouw van nieuwe nederzettingen stoppen. Dat was een positieve stap. Ik heb die stap niet minder geprezen dan dat ik de Palestijnse stappen in veiligheidskwesties heb geloofd – stappen die de Israëli’s overigens ontoereikend vinden.

© Der Spiegel – Vertaling en bewerking: Piet De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content