Na het succes van Denkmal keert kunstenaar Jan De Cock terug met Repromotion. Kijken, terugkeren op je stappen en nóg eens kijken is de boodschap op deze expo in Bozar.

In het centrale loop-circuit van de Brusselse Bozar maakte kunstenaar Jan De Cock een parcours dat naar goede gewoonte voor polemiek zorgt. In deze expo wordt het oog van de toeschouwer een camera voor een filmische registratie van de complexe sculpturen. Kijken doe je hier open en richtingloos. Je blik wordt niet gestuurd, maar meandert vanuit talloze gezichtspunten. Het maakt van deze tentoonstelling een neverending kijkervaring.

De houten modules, de foto’s van ruïnes, de tentoonstellings- en atelieropnames en de muren en plateaus van witte en ruwe vezelplaten getuigen van een fris historisch inzicht en van ambachtelijke kunde. In tegenstelling tot zijn vorige reeks, Denkmal, functioneren deze sculpturen relatief autonoom; ze kunnen bij wijze van spreken ook verplaatst worden naar een andere site. Zo reist deze tentoonstelling volgend jaar naar Le Magasin in Grenoble, een prestigieus centrum van Bozar-curator Yves Aupetitallot.

Jan De Cock presenteert deze expo onder de noemer Repromotion – een samentrekking van ‘reproduction’ en ‘motion’, reproductie en beweging. Dat idee krijgt gestalte via de opvallende aanwezigheid van drie versies van de Boogschutter, sculpturen van de Franse beeldhouwer Emile-Antoine Bourdelle (1861-1929). Het zijn emblematische sculpturen die in de expo de paradox tonen van de suggesties van verplaatsing en beweging in een ‘gebeeldhouwde’ stilstand. Het is dan aan de toeschouwer om de expo in te vullen, door alert te kijken naar de vele strakke vormen die talloze betekenissen prijsgeven, zonder dat daaraan een verhaaltje aan te pas komt. De Cock geeft dus geen pasklare antwoorden: hij biedt de kijker veeleer een traject aan in plaats van een precieze bestemming. Getting there is hier méér dan half the fun.

Tijdreizen

En het besef van de tijd? Dat zit in flaneren van de toeschouwer, die af en toe – zoals bij het gebruik van een afstandsbediening – wordt uitgenodigd op zijn stappen terug te keren, en een sculptuur opnieuw en van dichterbij te bekijken nadat hij een foto ervan heeft gezien langs het parcours. Een bezoek aan deze expo is mentaal knip- en plakwerk, waarbij je geheugen de link moet zien te leggen tussen wat je zag en wat je ziet.

De toeschouwer zit geprangd tussen de tijd waarin hij leeft en de tijd die De Cock hem oplegt. Die laatste valt af te lezen van de labels en tijdcodes waarop hij zijn bronnen prijsgeeft. De materiële informatie van het werk, bijvoorbeeld, en de tijd die het hem en zijn atelier kostte om het werk te produceren. Op die manier krijgt de bezoeker inkijk in de strategie van de kunstenaar, én wordt meteen ook de titel van de tentoonstelling verduidelijkt: repromotion, of het teweegbrengen van gelaagde niveaus van kunstproductie in een wisselwerking met hun reproductie.

Nieuw is het gebruik van onopvallende metalen balkjes waarop de houten constructies rusten; het is alsof alles klaar staat voor transport (alweer die beweging). De stalen, vaalgroene frames geven de architecturale constellaties als een strakke lijnvoering.

Architectuur en fotografie

Typisch voor Jan De Cock: de openingen in witte muurtjes bieden een prachtig venster op werk dat aan de andere kant leeft, en dat in een perfecte kadrering. De Cock is in die zin een schilder, die opeenvolgende perspectieven en taferelen aanbrengt in zijn sculpturen.

Interessant om te zien is hoe De Cock deze keer de kunstgeschiedenis inter-preteert. Dat gaat van de klassieke beeldhouwkunst (Bourdelle) en goedkope replica’s ervan, via verwijzingen naar het futurisme en het kubisme, de experimenten van Edward Muybridge en de abstrahering van de beeldhouwkunst door Constantin Brancusi, tot referenties aan Donald Judd, Dan Graham, Daniel Buren en aan de fotografie in het bijzonder.

De Cock zet die fotografie naar zijn hand door bijvoorbeeld in het geval van de foto’s van Kosovaarse ruïnes de kapotgeschoten vensters voor te stellen als witte vlakken – net zoals hij meerdere insnijdingen maakt in de passe-partouts die hooguit een gedeeltelijk zicht gunnen op de onderliggende foto’s. Foto’s van posterformaat hangen met een lat tegen de muur; andere kleine afbeeldingen uit het atelier zijn tegen de wanden gekleefd. De artistieke productie en presentatie van Jan De Cock is gebaseerd op doordachte codes en subtiele nuances.

Gele verf

Intuïtief aangebrachte gele verfstrepen lopen als een rode draad doorheen de ruime tentoonstelling. De heldere gele kleur verwijst naar het typische Kodak-geel, en verbindt de beeldhouwkunst met de fotografie, die tijdens de analoge periode (met het printen van negatieven) vergelijkbaar was met de noodzaak van een mal voor het afgieten van een sculptuur.

Deze tentoonstelling is een uitnodiging om rustig te kijken, om de verschillende gelaagdheden en niveaus te onderscheiden en met elkaar te verbinden, en de relatie tussen fotografie en sculptuur te onderkennen.

Afbeeldingen van torengebouwen uit Kosovo, inclusief digitale tijdsaanduiding, die telkens gefotografeerd werden op andere tijdstippen, en talrijke foto’s van chaotische kuddes flamingo’s die samentroepen tot een haast prachtig abstract tableau zijn beelden die de drijfveren van de kunst van Jan De Cock typeren. Het zijn mooie beelden die verspringen in de tijd, waarin en waartussen schoonheid schuilt. De bezoeker kan het allemaal zelf ontdekken door met open ogen te kijken en behendig te bewegen in de tentoonstellingszalen, en soms… nog eens op zijn passen terug te keren en met hart en ziel te blijven kijken.

JAN DE COCK, REPROMOTION, NOG TOT 13 SEPTEMBER IN BOZAR IN BRUSSEL. WWW.BOZAR.BE

DOOR LUK LAMBRECHT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content