Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Met grote, begerige reeënogen lonkt actrice Amara Reta in het publiek. Op zoek naar mannenogen. Ondertussen ligt ze ruggelings op de scène en ritst haar roodgelakte lieslaarzen dicht. Ze blijft jagen op mannenogen die zich het tafereel laten welgevallen of een beetje gegeneerd wegkijken.

Vertelt deze scène uit Falsch! (***1/2, Villanella/Cinderella/kc nOna), de nieuwe creatie van Hanneke Paauwe, nu iets over het zelfbeeld van een vrouw? Volgens de Nederlandse theaterwetenschapster Mieke Kolk in de essaybundel Wie zou ik zijn als ik zijn kon (1998) wel. ‘(…) vrouwentheater wordt gekenmerkt door de gedrevenheid waarmee vrouwen nieuwe vormen onderzoeken om mogelijkheden te scheppen hun eigen verhaal te vertellen.’ Centraal in dit creatieproces staat volgens Kolk de exploratie van de eigen identiteit. Ach zo? Dan kunnen er danig wat vragen gesteld worden bij de identiteit van de vrouwelijke theatermakers wier stukken vorige week in première gingen.

Paauwe etaleerde haar meest foute vrouwenfantasieën in Falsch! terwijl An De Donder grienend in haar ziekbed lag om er, samen met componist Dominique Pauwels, een Autopsie van een gebroken hart (***, LOD) uit te voeren. En Eva Bal ensceneerde in de jeugdvoorstelling Het verdriet aan de overkant (**1/2, KOPERGIETERY), met de elegante hulp van theaterdiva Chris Lomme, een kranig oudje dat overleeft met het jasje van haar overleden man als relikwie aan haar zijde.

Maar wijfjes toch. Wat een ellende om een man die heengaat, vreemdgaat of simpelweg weigert om ook maar ergens naartoe te gaan? Vrouwelijke theatermakers lijken een voorkeur te hebben om de pijn die mannen hen aandoen voluit op de scène te etaleren.

Dan kwam de forse knipoog van Els Dottermans in Was will das Weib (***, NTGent) als een heuse verademing. La Dottermans bezingt er de heerlijke woelwaters die vrouwenzielen zijn en doet dat met de nodige ironie en aplomb. Op stilettohakken. Even flaneert ze op blote voeten over de scène, maar algauw trekt ze de hooggehakte en dus allesbehalve lekker zittende schoenen weer aan. Omdat de vrouw in het lijden haar (on)geluk vindt. Tussen neus en lippen flapte ze er uit dat de kracht van elke vrouw haar zelfrelativeringsvermogen is.

Als theater door vrouwen al iets specifieks over hun zelfbeeld vertelt, dan is het wel dat hedendaagse (theater)dames hun lijden niet uitmelken of verheerlijken. Ze gebruiken het om er alle hoeken en kanten van theaterzalen en andere spellocaties mee te exploreren. Als kneusjes? Geenszins. Vrouwen lijden en creëren theater met trots en in stijl. Met liefde (of het gebrek eraan) en stilettohakken als stevige bouwstenen. Pump up the scene, dames.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content