Hoe blij moet u zijn met de aandelen die ubij een erfenis krijgt?

Het zal u maar overkomen. Sinds het overlijden van een familielid enkele maanden geleden bent u de trotse eigenaar van een pakketje beursgenoteerde aandelen. Spijtig genoeg is met de financiële crisis de waarde van uw geërfde aandelen met niet minder dan de helft gedaald sinds het overlijden. Tot overmaat van ramp moet u nog successierechten betalen op de aandelen.

Eerst en vooral zult u een aangifte in de successierechten moeten indienen. Dit betekent dat u een overzicht geeft van alle goederen, zowel roerende als onroerende, die deel uitmaken van de erfenis van de overledene. Daarvoor hebt u in principe vijf maanden de tijd na het overlijden. Ongetwijfeld weet u hoe u roerende goederen, zoals geld, kasbons, obligaties, aandelen en andere waardevolle stukken (zoals juwelen), op een wettelijke manier aan de erfenis onttrekt. Het volstaat dat de erflater ze door een hand- of bankgift meer dan drie jaar vóór zijn overlijden wegschenkt. Als de schenker zijn giften meer dan drie jaar ‘overleeft’, ontsnapt de begunstigde aan successierechten. Roerende goederen kunt u tijdens uw leven op een erg goedkope manier schenken. Tussen echtgenoten en in rechte lijn (aan uw kinderen bijvoorbeeld) moet slechts 3 % schenkingsrechten worden betaald. De echtgeno(o)t(e) en de kinderen betalen dan geen successierechten meer, zelfs niet als de schenker overlijdt binnen de drie jaar na de schenking.

Terug naar de aandelen. Die u niet gekregen hebt vóór het overlijden van de schenker. Ze zijn flink in waarde gedaald. U moet de aandelen opgeven in de aangifte in de successierechten. Maar welke waarde geeft u ze? Is het de waarde op het ogenblik van de aangifte of de veel hogere waarde op het ogenblik van overlijden? Het antwoord staat in het wetboek van de successierechten. Dat bepaalt dat de aandelen moeten worden gewaardeerd op basis van hun verkoopwaarde op de datum van het overlijden. Voor beursgenoteerde aandelen maakt men hierbij gebruik van de zogenaamde prijscourant die rond de 20e van elke maand in het Belgische Staatsblad wordt gepubliceerd. De prijscourant is dan de gemiddelde koers van de aandelen in de maand die voorafging. In principe moet de waardering gebeuren volgens de prijscourantwaarde in de maand die volgt op die van het overlijden. Zoals gezegd hebt u zelf tot vijf maanden na het overlijden de tijd om de successieaangifte in te dienen. Met een sterke daling riskeert u dus successierechten te moeten betalen op een veel te hoog bedrag. Om een beetje aan uw verzuchtingen tegemoet te komen, heeft de wetgever u een keuzemogelijkheid gegeven, en die werd onlangs uitgebreid. In het Vlaamse Gewest kunt u voortaan kiezen tussen een van de vier prijscouranten die in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt na de maand van overlijden. In het Waalse en het Brusselse Gewest is de keuze nog groter: namelijk uit de vijf prijscouranten volgend op de maand van overlijden. Concreet betekent dit dat u bij een overlijden op 15 januari 2009, in het Vlaamse Gewest kunt kiezen tussen de prijscouranten gepubliceerd in februari, maart, april en mei 2009; in het Waalse Gewest tussen de prijscouranten van februari, maart, april, mei of juni 2009. Dat u het best kiest voor de courant waarin de aandelen het laagst zijn gewaardeerd, hoeft geen betoog. Houd er wel rekening mee dat de soepele waarderingsregels in het Waalse en het Brusselse Gewest alleen gelden voor overlijdens tussen 1 mei 2008 en 31 december 2009. In het Vlaamse Gewest is deze maatregel niet beperkt in de tijd.

DOOR JOHAN STEENACKERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content