De Congolese president Joseph Kabila komt de laatste tijd nauwelijks toe aan zijn twee passies: met zijn Playstation spelen en een ritje maken met een van zijn snelle Italiaanse wagens. Want sinds begin dit jaar gaat er in Kinshasa geen dag voorbij of er zit alweer een andere Belgische minister in de presidentiële wachtkamer.

De ministeriële bezoeken hebben alles te maken met de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, die op 30 juni met veel luister zal worden gevierd. Tijdens het jongste bezoek van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) raakte bekend dat president Kabila koning Albert had uitgenodigd om het feest bij te wonen.

Niet alle Wetstraatbewoners waren er meteen van overtuigd dat ’s konings aanwezigheid op de Congolese herdenking wel een verstandige politieke zet is.

Maar intussen sloven de Belgische diplomatie en de vertegenwoordiging in Kinshasa zich uit om de vorst op de Congolese onafhankelijkheidsviering te krijgen. Zo viel onlangs te vernemen dat, op verzoek van het paleis, alvast de openingsplechtigheid voor het Belgisch EU-voorzitterschap met een dag werd verdaagd, om de koning in de gelegenheid te stellen naar Kinshasa te reizen.

Minister Vanackere was nog niet terug in Brussel of in Kinshasa maakte zijn liberale voorganger Louis Michel, nu Europees Parlementslid, zijn opwachting. Michel zong er een regelrechte dithyrambe op het Congolese parlement. Volgens Michel is dat parlement een toonbeeld van democratische werking, geheel volgens de vigerende internationale normen.

De Congolese senaat wordt voorgezeten door Léon Kengo Wa Dondo, in het verleden een handlanger van dictator Mobutu Sese Seko. Enkele jaren geleden werd Kengo Wa Dondo in België beschuldigd van witwasoperaties allerhande. Waarna de inmiddels 75-jarige struikrover naar Congo terugkeerde om daar, met goed gevolg, zijn diensten aan te bieden bij president Kabila.

Voorzitter van de Nationale Assemblee is dan weer Evariste Boshab, een vertrouwensman van Kabila en een persoonlijke vriend van Louis Michel. Boshab werd er ooit van beschuldigd, als kabinetschef van Kabila, de kas van de nationale elektriciteitsmaatschappij te hebben getild.

Na de visite van Louis Michel deed vicepremier Laurette Onkelinx Kinshasa aan voor een vijfdaags verblijf. Voor de PS-politica bestond er geen twijfel over: koning Albert moet aanwezig zijn op het Congolese onafhankelijkheidsfeest. Al was het maar als blijk van respect en om niet de indruk te wekken dat er bij de Belgen nog enige nostalgie leeft naar de koloniale periode.

Na Onkelinx toog vicepremier Joëlle Milquet (CDH) naar Congo voor een missie ‘geheel binnen de eigen ministeriële competenties’. Toch vond ook zij dat koning Albert op de onafhankelijkheidsviering van 30 juni aanwezig moet zijn.

Binnenkort vliegen ook minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) en minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel (MR) met hun gevolg naar Congo.

Al die ministeriële reizen naar Congo moeten de weg effenen voor de aanwezigheid van Albert II op de onafhankelijkheidsfeesten.

Die koninklijke aanwezigheid in Congo kan nochtans pijnlijke bijwerkingen hebben. Zo bestaat de kans dat president Kabila en andere Congolese machthebbers, die zichzelf graag zien als politieke erfgenamen van Patrice Lumumba, in hun gelegenheidstoespraken zullen verwijzen naar de gruweldaden in de Kongo-Vrijstaat van Leopold II. Dat kan gênant worden voor de koning – zijn broer Boudewijn overkwam het vijftig jaar geleden al.

En zal president Kabila tegen dan Bosco Ntaganda aan het Internationale Strafhof in Den Haag hebben uitgeleverd? Rebellenleider Bosco Ntaganda, een oudgediende van het Rwandese leger, heeft volgens het Strafhof kindsoldaten ingezet en tal van moordpartijen aangericht. Maar Bosco is intussen van kamp gewisseld en vecht nu in de rangen van het al even moorddadige Congolese leger van Kabila, dat verantwoordelijk is voor veel van de moorden, verkrachtingen en andere verschrikkingen in Oost-Congo.

De meningen over hoeveel mensen de oorlog in Oost-Congo al het leven heeft gekost, lopen uiteen. Maar dat het doden-aantal van de oorlog tussen het Congolese leger en allerhande rebellengroeperingen in de miljoenen loopt, daar zijn de meeste ngo’s het over eens.

Elk van die miljoenen doden is voor koning Albert een bloedernstige reden om uit Congo weg te blijven.

door Rik Van Cauwelaert

De ministeriële bezoeken moeten de weg effenen voor de koninklijke uitstap naar Congo.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content