Professor en jurist Matthias E. Storme.

De vrijheid van meningsuiting en in het bijzonder de persvrijheid is een van de meest waardevolle rechtsgoederen voor een democratische samenleving. Daar spring je dus niet lichtzinnig mee om. En dat betekent dat beperking van die vrijheid slechts in de allernoodzakelijkste gevallen geoorloofd is. Dat houdt ook in dat de vrijheid van meningsuiting ook de vrijheid omvat om onfatsoenlijke meningen en erger te publiceren. Het toelaten daarvan is immers bijna altijd een kleiner kwaad dan het grotere kwaad van de inperking van die vrijheid. Dat neemt niet weg dat de persvrijheid zowel door beroeps-journalisten als door amateurs of gelegenheidsschrijvers misbruikt wordt. De media kunnen mensen sociaal ‘vermoorden’ en persoonlijk kraken en dat is al vaak ten onrechte gebeurd. De vraag die me hier bezighoudt, is dan ook of er remedies bestaan tegen ’the worst of all trials, trial by newspapermen’ (Mauro Cappelletti) die tegelijk de persvrijheid in stand houden. Het censuurverbod betekent nog niet dat schrijvers en media immuun zijn voor sancties: dat de rechter niet vooraf kan optreden om te verbieden sluit niet uit dat de verdere verspreiding van een publicatie kan verboden worden of dat men niet zou kunnen worden veroordeeld om de aangerichte schade te vergoeden. Maar ook hier is enige terughoudendheid op zijn plaats. De mogelijkheid om journalisten of media te dagvaarden en daarbij exorbitante schadevergoedingen te eisen houdt ook vele chantagemogelijkheden in. Dit is met name het geval omdat schade aan privacy, eer en goede naam en andere persoonlijkheidsrechten in beginsel niet in geld waardeerbaar is en daarom soms exorbitant hoog in geld wordt gewaardeerd. De persvrijheid vereist dan ook duidelijke criteria op dit vlak.

Wouter Hessels, docent media en film aan het RITS Brussel.

Op de Nederlandse televisie zie en hoor ik beslist boeiende zomergasten. In de Franse kwaliteitspers wordt Bernard-Henri Lévy geprezen en verguisd. In verschijning en performance heeft deze Franse hyperfilosoof heel wat gemeen met Paul Jambers. Ze lijken allebei kritisch, narcistisch en mediageil, maar Lévy is wel degelijk een intellectueel. In Vlaanderen en zijn kwaliteitskrant wordt Jambers opgevoerd als auteur en worden BV’s met een universiteitsdiploma of een uitgegeven dagboek als intellectuelen beschouwd. Het is eenzelfde kwaliteitskloof die gaapt tussen een Vlaamse en een Franse cultuurminister.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content