Van Hugo Claus en Louis Paul Boon tot Ward Ruyslinck en Jeroen Brouwers: Kevin Absillis schreef een magistrale en meeslepend vertelde geschiedenis van het Vlaamse literaire leven tussen 1932 en 1970, met uitgeverij Manteau als brandpunt.

‘Een door passie verblinde geldwolf.’ Maurice Roelants was in 1942 niet mild voor collega-auteur Gerard Walschap. Met zijn 375.000 frank aan inkomsten was hij, samen met Ernest Claes en Felix Timmermans, de grootverdiener onder de Vlaamse schrijvers tijdens de Tweede Wereldoorlog. En dan had Walschap ook nog eens een bezoldigde baan als bibliotheekinspecteur plus inkomsten uit boeken die bij andere uitgeverijen dan Manteau verschenen. Kevin Absillis vertelt in Vechten tegen de bierkaai met veel schwung en zin voor detail hoe het de Vlaamse schrijvers in de uitgeversstal van Angèle Manteau verging tussen 1932 en 1970. En hij is formeel: nooit ging het de Vlaamse schrijvers meer voor de wind dan tijdens de oorlog, en wellicht zúllen ze het ook nooit beter hebben dan toen.

Absillis fileert in deze bewerking van zijn doctoraalscriptie op ongemeen soepele manier op de eerste plaats de roerige geschiedenis van uitgeverij Manteau, die tijdens de oorlog een aardig kapitaaltje kon aanleggen – dat daarna als sneeuw voor de zon verdween. Maar zijn monumentale studie is toch vooral het verhaal van het geploeter van de Vlaamse schrijver voor geld en aandacht. Absillis kiest daarbij voor een geslaagde mengeling van betekenisvolle anekdotes en harde cijfers. Zo toont Absillis aan dat romans schrijven voor de jonge Vlaamse naoorlogse auteurs aanvankelijk helemaal geen vetpot was. Hugo Claus verkocht van De metsiers, zijn droomdebuut bij Manteau, 1416 exemplaren in twee jaar tijd. En ook later toen hij voor De Bezige Bij koos, liep het allesbehalve storm voor zijn talent: van De hondsdagen, zijn tweede roman bij De Bezige Bij, werden jaarlijks vier- à vijfhonderd stuks omgezet. Het is pas met de goedkopere paperback in de jaren zestig dat ‘literaire pessimisten’, zoals Claus en Louis Paul Boon in de Nederlandse pers werden gebrandmerkt, gretig aftrek vonden bij de (school)jeugd en eindelijk verkoopcijfers in de duizenden konden scoren.

Absillis heeft niet alleen oog voor de kleine cijfertjes, maar weeft door zijn boeiende reconstructie ook een rode draad: Vlaamse schrijvers en journalisten hebben al die jaren de hardnekkige mythe in stand gehouden dat Vlaamse auteurs maar beter bij Nederlandse uitgevershuizen konden publiceren omdat er in het zogenaamde ‘arm Vlaanderen’ nu eenmaal geen boekencultuur was. Daardoor, aldus Absillis, hebben schrijvers én media het de weinige Vlaamse uitgevers, waaronder Manteau, extra moeilijk gemaakt. Uitgeven in Vlaanderen was nu eenmaal vechten tegen de bierkaai, aldus Manteau.

Absillis onderbouwt zijn stelling met rake argumenten. Toen Claus na zijn debuutroman voor De Bezige Bij koos, had dat in eerste instantie te maken met geld (500 gulden voorschot) en ook met het verhoopte culturele prestige dat Claus door deze Nederlandse transfer wou verwerven. Wie in Nederland uitgaf, werd door de literaire kritiek pas echt voor vol aangezien. Absillis stopt met zijn verhaal wanneer Manteau in 1970 met pensioen gaat, maar hij suggereert wel dat die ‘vloek van arm Vlaanderen’ vandaag niet meer zo vanzelfsprekend is. Ook al geeft hij toe dat Vlaamse schrijvers en media nog al te dikwijls en al te graag meegaan in het fabeltje dat Nederlandse uitgevers professioneler zouden zijn dan hun Vlaamse tegenhangers.

Vechten tegen de bierkaai is in zekere zin het prozapendant van Van Ostaijen tot heden, de knappe literatuurgeschiedenis van de Vlaamse poëzie die Geert Buelens in 2001 maakte, met de nawerking van Paul van Ostaijens oeuvre in de Vlaamse twintigste-eeuwse poëzie als centrale invalshoek. Met de focus op Manteau doet Absillis vier decennia Vlaamse prozageschiedenis uit de doeken zoals ze nog nooit eerder is ontrafeld. Dit is literatuursociologie van de bovenste plank. Als er iemand een nieuwe twintigste-eeuwse Vlaamse literatuurgeschiedenis kan maken, is het Absillis wel. Hij heeft er het onderzoeks- én vertelvermogen voor, zoals hij hier bewijst. Nu nog de fondsen en het geld.

KEVIN ABSILLIS, VECHTEN TEGEN DE BIERKAAI.OVER HET UITGEVERSHUIS VAN ANGÈLE MANTEAU (1932-1970), MEULENHOFF/MANTEAU, 688 BLZ., 34,95 EURO. ISBN: 9789085421627.

Frank Hellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content