Patrick Martens

‘Ons land heeft nood aan een globale sociaaleconomische marsrichting’, aldus Pieter Timmermans van het VBO. Hij verdedigt vijf strategische beleidskeuzes.

‘België is zeker Griekenland niet. We hebben zelf nog alle troeven in handen om de negatieve trends te keren. Maar voor een aantal sociaaleconomische parameters staat het licht op oranje en soms zelfs op rood, terwijl we geconfronteerd worden met structurele uitdagingen zoals de globalisering, de vergrijzing en de strijd tegen de klimaatverandering.’ Dat stelt algemeen directeur Pieter Timmermans van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) in een paper die hij heeft voorgesteld aan het Forum for Multinational Companies in Belgium. Timmermans liet zich inspireren door een lezing die Frank Vandenbroucke (SP.A) in januari gaf voor het Centrum voor Sociaal Beleid (Universiteit Antwerpen), maar hij verruimt zijn benadering naar ‘strategische keuzes voor een performant sociaaleconomisch beleid’.

Die keuzes zijn volgens Timmermans nodig om het algemene welvaartsniveau, dat in de voorbije halve eeuw verdrievoudigde, te handhaven en verder uit te bouwen. Hij spitst zich toe op ‘een klavertje vier van het sociaaleconomisch beleid’. Zo zou ons land zich op het vlak van de competitiviteit meer moeten richten naar het Duitse model door de loonkostenhandicap tot nul te herleiden, effectief werk te maken van innovatie, en een aantrekkelijk investeringsklimaat voor ondernemingen te scheppen. Op het vlak van de vergrijzing is het huidige pensioenstelsel financieel en sociaal niet duurzaam, aldus Timmermans. Een keuze tussen wettelijke of aanvullende pensioenpijlers is volgens hem irrelevant. Alle pijlers zullen nodig zijn, maar ook een tweede Generatiepact om 55-plussers langer aan het werk te houden, meer loopbaanjaren op de teller voor de pensioenberekening, een hogere wettelijke pensioenleeftijd, een ander ambtenarenpensioen, en een stevige aanpak van de armoede bij gepensioneerden.

Een derde blad van het klavertje houdt verband met goed bestuur, waarbij een efficiëntere overheid op termijn 5 miljard euro minder kan kosten dan nu, en voorts de jaarlijkse groei van de gezondheidsuitgaven (4,5 procent boven de inflatie) en de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen meer moet overeenstemmen met de economische groei. Ten slotte zet Timmermans in op sociale inclusie met goed onderwijs, resultaatgerichte begeleiding van werkzoekenden, en doelmatige fraudebestrijding.

Timmermans verdedigt voor deze vier domeinen vijf strategische beleidskeuzes. Zo mogen compenserende ingrepen (bijvoorbeeld in de sociale zekerheid) het gunstige effect van een maatregel (bijvoorbeeld een lastenverlaging) niet ongedaan maken. Het is volgens de topman van het VBO ook ‘beter om duidelijk te zijn voor de lange termijn en vaag voor de korte termijn, dan omgekeerd’. Een ingeslagen beleid volhouden, niet alleen terugvallen op maatregelen gebaseerd op vrijwilligheid (zoals het Generatiepact van 2005) en het doorbreken van vicieuze cirkels om onder meer de loonkostenontwikkeling te beheersen, vormen de andere keuzes.

Timmermans rept in zijn paper niet over een staatshervorming. Dat is in de huidige verkiezingscampagne opmerkelijk, maar hij doet dat naar eigen zeggen bewust. Timmermans: ‘Of alles nu geregionaliseerd wordt dan wel opnieuw naar het federale niveau gaat, de sociaaleconomische uitdagingen blijven dezelfde.’

INFO: www.VBO-FEB.be

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content