JA

Daarom experimenteert men in de Europaleague nu met zes scheidsrechters in plaats van vier.

Ook die twee extra scheidsrechters aan de achterlijn kunnen zich vergissen, heb ik al gezien. Of het introduceren van video-beelden werkt, weten we pas als we het proberen. Als blijkt van niet, schaffen we het opnieuw af. Maar we mogen niet bang zijn voor verandering. Het gebeurt immers te vaak dat ploegen benadeeld worden door onjuiste beslissingen van de scheidsrechter. Als cocommentator (bij voetbalwedstrijden op Belgacom-tv, nvdr) merk ik dat ze elk weekend fouten maken. Soms met verstrekkende gevolgen. Door een handsbal van Thierry Henry mag Frankrijk naar het WK in 2010 en Ierland niet, bijvoorbeeld. Dat onrecht had perfect vermeden kunnen worden, want op videobeelden was het handspel duidelijk zichtbaar.

Niet alle fases zijn zo zwart-wit. Bovendien is voetbal zonder discussie geen voetbal meer.

Akkoord, er zijn gevallen waarover zelfs specialisten het niet eens raken na het bekijken van de beelden. Uiteindelijk moet altijd de scheidsrechter beslissen. Maar er zijn veel betwiste situaties waarover videobeelden wél uitsluitsel kunnen geven. Over de vraag of een bal al dan niet over de lijn is, bijvoorbeeld. (Experimenten met een chip in de bal zijn intussen stilgelegd, nvdr)

Die videobeelden raadplegen, hoe kan dat organisatorisch zonder het spel te vaak te onderbreken?

De vierde scheidsrechter zou de beelden kunnen bekijken, en alleen in het geval van een onbetwist foute beslissing de eerste scheidsrechter daarover informeren, via diens oortje. De eerste arbiter zou de beelden ook zelf kunnen consulteren, maar dan ligt het spel langer stil. Ik vind het een goed idee om, zoals in het tennis, elke ploeg drie kansen te geven om te zeggen dat de scheidsrechter de videobeelden moet bekijken. Als alleen de arbiter ze mag zien, blijven het tumult en het tijdverlies beperkt.

Fouten hebben soms zware gevolgen. Als men die kan voorkomen met videobeelden, waarom dan niet?

De Scheidsrechterscommissie is in principe gewonnen voor middelen die de kwaliteit van arbitragebeslissingen kunnen verbeteren, maar de vraag is of videobeelden aan dat criterium beantwoorden. Technologie kan nuttig zijn om uit te maken of een bal over de lijn is of niet, maar de meeste beslissingen zijn per definitie interpretaties van de scheidsrechter, van fases waar-over altijd discussie zal blijven bestaan. Onvrijwillig of doelbe-wust handspel, bijvoorbeeld, en zelfs buitenspelsituaties. Altijd zal iemand de knoop moeten doorhakken. En altijd zal daarover discussie blijven bestaan. Dat hoort bij het voetbal. Spelers missen kansen, trainers voeren verkeerde wissels door. Ook arbiters zijn niet onfeilbaar, en dat moet de buitenwereld accepteren. Als niemand fouten maakt, eindigt elke wedstrijd op 0-0.

ManU-coach Alex Ferguson en Arsène Wenger, de trainer van Arsenal, zijn alvast voor het gebruik van videobeelden gewonnen.

Er zijn ook tegenstanders van hetzelfde kaliber. UEFA-voorzitter Michel Platini, bijvoorbeeld, onder meer omdat het systeem in de praktijk moeilijk te organiseren valt. Als men bij elke betwistbare fase het spel onderbreekt, ligt de match voortdurend stil. En als er geen voetbal is, is er kabaal. Hoe zullen de supporters daarop reageren? Veiligheidsmensen kunnen ze nu al moeilijk in toom houden.

Men kan het tijdverlies beperken door elke club slechts een paar challenges te geven, net als in het tennis.

Dat is misschien een optie, ja. Maar laten we eerst maar de evaluatie afwachten van het lopende experiment in de Europaleague. Een wedstrijd niet door vier maar door zes arbiters laten volgen kan al heel wat discussies vermijden, zo blijkt. Trouwens, geen enkele nationale voetbalbond kan op eigen houtje videobeelden in de arbitrage introduceren. Die beslissing komt alleen de wereldvoetbalbond, de FIFA, toe.

NEE

Daarom experimenteert men in de Europaleague nu met zes scheidsrechters in plaats van vier.

Ook die twee extra scheidsrechters aan de achterlijn kunnen zich vergissen, heb ik al gezien. Of het introduceren van video-beelden werkt, weten we pas als we het proberen. Als blijkt van niet, schaffen we het opnieuw af. Maar we mogen niet bang zijn voor verandering. Het gebeurt immers te vaak dat ploegen benadeeld worden door onjuiste beslissingen van de scheidsrechter. Als cocommentator (bij voetbalwedstrijden op Belgacom-tv, nvdr) merk ik dat ze elk weekend fouten maken. Soms met verstrekkende gevolgen. Door een handsbal van Thierry Henry mag Frankrijk naar het WK in 2010 en Ierland niet, bijvoorbeeld. Dat onrecht had perfect vermeden kunnen worden, want op videobeelden was het handspel duidelijk zichtbaar.

Niet alle fases zijn zo zwart-wit. Bovendien is voetbal zonder discussie geen voetbal meer.

Akkoord, er zijn gevallen waarover zelfs specialisten het niet eens raken na het bekijken van de beelden. Uiteindelijk moet altijd de scheidsrechter beslissen. Maar er zijn veel betwiste situaties waarover videobeelden wél uitsluitsel kunnen geven. Over de vraag of een bal al dan niet over de lijn is, bijvoorbeeld. (Experimenten met een chip in de bal zijn intussen stilgelegd, nvdr)

Die videobeelden raadplegen, hoe kan dat organisatorisch zonder het spel te vaak te onderbreken?

De vierde scheidsrechter zou de beelden kunnen bekijken, en alleen in het geval van een onbetwist foute beslissing de eerste scheidsrechter daarover informeren, via diens oortje. De eerste arbiter zou de beelden ook zelf kunnen consulteren, maar dan ligt het spel langer stil. Ik vind het een goed idee om, zoals in het tennis, elke ploeg drie kansen te geven om te zeggen dat de scheidsrechter de videobeelden moet bekijken. Als alleen de arbiter ze mag zien, blijven het tumult en het tijdverlies beperkt.

Fouten hebben soms zware gevolgen. Als men die kan voorkomen met videobeelden, waarom dan niet?

De Scheidsrechterscommissie is in principe gewonnen voor middelen die de kwaliteit van arbitragebeslissingen kunnen verbeteren, maar de vraag is of videobeelden aan dat criterium beantwoorden. Technologie kan nuttig zijn om uit te maken of een bal over de lijn is of niet, maar de meeste beslissingen zijn per definitie interpretaties van de scheidsrechter, van fases waar-over altijd discussie zal blijven bestaan. Onvrijwillig of doelbe-wust handspel, bijvoorbeeld, en zelfs buitenspelsituaties. Altijd zal iemand de knoop moeten doorhakken. En altijd zal daarover discussie blijven bestaan. Dat hoort bij het voetbal. Spelers missen kansen, trainers voeren verkeerde wissels door. Ook arbiters zijn niet onfeilbaar, en dat moet de buitenwereld accepteren. Als niemand fouten maakt, eindigt elke wedstrijd op 0-0.

ManU-coach Alex Ferguson en Arsène Wenger, de trainer van Arsenal, zijn alvast voor het gebruik van videobeelden gewonnen.

Er zijn ook tegenstanders van hetzelfde kaliber. UEFA-voorzitter Michel Platini, bijvoorbeeld, onder meer omdat het systeem in de praktijk moeilijk te organiseren valt. Als men bij elke betwistbare fase het spel onderbreekt, ligt de match voortdurend stil. En als er geen voetbal is, is er kabaal. Hoe zullen de supporters daarop reageren? Veiligheidsmensen kunnen ze nu al moeilijk in toom houden.

Men kan het tijdverlies beperken door elke club slechts een paar challenges te geven, net als in het tennis.

Dat is misschien een optie, ja. Maar laten we eerst maar de evaluatie afwachten van het lopende experiment in de Europaleague. Een wedstrijd niet door vier maar door zes arbiters laten volgen kan al heel wat discussies vermijden, zo blijkt. Trouwens, geen enkele nationale voetbalbond kan op eigen houtje videobeelden in de arbitrage introduceren. Die beslissing komt alleen de wereldvoetbalbond, de FIFA, toe.

opgetekend door jan jagers

‘We mogen niet bang zijn voor verandering.’

‘Als niemand fouten maakt, eindigt elke wedstrijd op 0-0.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content