Peter Vandeweerdt

Het duo Gatto – Popovic gaat Centraal-Europees.

Dank, columnist Toon Horsten, dat je onlangs die uitspraak van Kurt Tucholski uit 1927 nog eens bovenhaalde over Ulysses van James Joyce. Hij vergeleek het boek met een Liebigblokje: ‘Je kunt het niet eten, maar er zal nog veel soep van worden getrokken.’ Ik dacht meteen aan die keer dat ik op de Schotse distillery Bruichladdich een onversneden turfwhisky van 65 graden proefde: het was alsof ik in de grond beet. Ik ben dan ook geen kenner, want die zou wel weten hoe hij daaraan moest beginnen. Net hetzelfde gaat op voor pakweg Schönberg. De zo vaak gestelde vraag waarom zijn muziek van meer dan een eeuw oud nog altijd niet aanslaat bij een breed publiek, is fout. De muziek is zo complex en gecondenseerd dat je er als argeloze luisteraar beter niet zomaar je oren in steekt. Overigens heb ik absoluut niets tegen een uitstekende Bruichladdich van 40 graden.

Wat een omweg om weer maar eens te zeggen dat ‘hedendaagse’ muziek absoluut niet gelijk hoeft te staan met onbeluisterbaar. En dat geldt zeker nier voor de drie componisten op de cd Deconstructing the Wall van pianist Milos Popovic en violist Lorenzo Gatto. De twee bekendste – Georges Enesco en Bohuslav Martinù – zijn overigens al meer dan vijftig jaar dood, en de derde – Vasije Mokranjac – wordt beschreven als een neo-expressionist. Hoe het ook zij: dit zijn geen Liebigblokjes, dit is fijne muziek die misschien iets minder lekker weg luistert dan Bach of Mozart maar heel expressief, sensueel, emotioneel en intrigerend kan zijn. Vooral de Derde sonate van de Roemeen Georges Enesco is een meesterwerk: de basis is zigeunermuziek, maar dan niet geromantiseerd of ingekapseld. Je hoort geen pastiche of imitatie, wel een enorme levenskracht en vrijheidsdrang.

Ik heb in het verleden weleens minder fraaie dingen geschreven over violist Lorenzo Gatto, vooral dan over de leegte in zijn keuzeconcerto (Paganini 1) tijdens de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd. Met vorige opnames en ook met deze cd heeft Gatto bewezen dat hij een excellent en – op zijn 23e – rijpe violist is met een bijzonder brede expressiviteit en een meer dan indrukwekkende techniek. Hij vormt bovendien een uitstekend duo met de Belgische Serviër Milos Popovic, die altijd het perfecte register weet te treffen, nooit over the top, al kan de muziek (zeker die van Mokranjac) krachtig, dramatisch en donker zijn.

Een knappe cd, als een perfect versneden moutwhisky – ook voor liefhebbers zeer genietbaar, dus.

LORENZO GATTO EN MILOS POPOVIC, DECONSTRUCTING THE WALL (ENESCO, MARTINù, MOKRANJAC), FUGA LIBERA FUG 565.

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content