Het stond in de krant. ‘Bijna zeker’ wordt Peter Verhelst de stadsdichter van Gent. Daarmee lijkt een soap ‘bijna zeker’ afgesloten. Hoewel. De politieke mandatarissen van de Arteveldestad maakten de voorbije maanden een slechte beurt door eerst Miriam Van hee een aalmoes te bieden. En daarna door slecht te communiceren en vervolgens de beweegreden voor haar weigering in alle toonaarden te ontkennen.

Na Roel Richelieu van Londersele en Erwin Mortier, en tussendoor twee stadscomponisten (Peter Vermeersch en Dick van der Harst), zal Verhelst de derde stadsdichter van Gent zijn.

Dat het cultuurbeleid in Gent, en het letterenbeleid in het bijzonder, meer geblaat dan wol produceert, heb ik al eerder betoogd. Zo vermeldt het beleidsplan in een sloganeske oneliner dat Gent een ‘letterenstad’ zal zijn. Daar heb ik eerlijk gezegd nog steeds niet veel van gezien. En toch broeit er wat.

Naar verluidt is Gents schepen van Cultuur Lieven Decaluwe ‘erg opgezet’ met de ‘originele invulling van het stadsdichterschap’. Peter Verhelst zou een ‘hoop verhalen uit de stad verzamelen’, maar dus geen gedichten schrijven. Een stadsdichter hoeft geen gedichten te schrijven. Daarvoor is hij stadsdichter. Nu a rato van een veelvoud van die schamele 625 euro.

Cultuurfunctionarissen zijn opgetogen dat Verhelst verhalen uit de stad zal verzamelen. Men is vooral ‘erg opgezet’ met deze ‘originele invulling’. Dit sluit aan bij de claustrofobische invulling van letterenbeleid in Gent. Wat we in Gent doen, doen we namelijk beter. Terwijl de stadsmuren geslecht en de literatuur van zijn provincialisme bevrijd zouden moeten worden. Daar is literatuur in Gent aan toe.

Een laatste staaltje van die lokale reflex van Gents cultuurbeleid. De soap rond Poëziecentrum. Het instituut was jarenlang een structureel betoelaagd focuspunt van het VFL. Sinds enige tijd ressorteert het centrum niet langer onder het VFL, maar is zijn voortbestaan een zaak van het ministerie van Cultuur geworden. Bert Anciaux weekte niet alleen Behoud de Begeerte los uit het VFL, nu ook Poëziecentrum. We weten al langer dat de minister, nu einde mandaat, tegen ‘de verfondsing’ van het culturele landschap in Vlaanderen is.

De directeur van het Poëziecentrum gaat met pen-sioen. Er is een vacature uitgeschreven. En er worden namen genoemd. Dat de meest getipte naam uit het kabinet van Anciaux komt, kan misschien verbazen. Maar dat ook de schepen in Gent een aandeel zou hebben in het nieuwe statuut van het Poëziecentrum, doet me verbaasd opkijken. Hoewel, de politieke verankering van het instituut is al lang bekend. Zeker als je weet dat schepen en minister het politiek wel goed konden vinden. Is letterenbeleid in Vlaanderen dan toch vooral een zaak van vriendendienst en coulissen?

YVES T’SJOEN IS PROFESSOR NEDERLANDSE LETTERKUNDE AAN DE UNIVERSITEIT GENT

door Yves T’Sjoen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content