We zijn met zijn allen te streng geweest voor Franky Vercauteren, vindt Francky Dury, zijn vroegere assistent bij de Rode Duivels. Dury speelt zaterdag met zijn Zulte Waregem op Standard.

Twee ploegen wisten vorig seizoen landskampioen Standard in eigen huis te verslaan, Europese campagne inbegrepen. Sporting Charleroi won er de Waalse derby, maar dat was wat ze in Luik een accident de parcours zouden noemen. Gekrulde vrije trap van Sébastien Chabaud op de kruising en Habib Habibou die in de rebound een klutsgoal scoort. Boeken toe, de goal viel in de voorlaatste minuut.

De enige ploeg die op Sclessin kon winnen en het verdiende, was echter Zulte Waregem. We schreven bijna: het bescheiden Zulte Waregem. Maar mag je een ploeg die jaar in jaar uit subtop speelt nog wel bij de kleintjes rekenen? Zaterdag trekken de Oost- en West-Vlamingen, Zulte en Waregem liggen immers in verschillende provincies, opnieuw naar Luik. Trainer Francky Dury is alvast van plan de stunt van vorig jaar nog eens over te doen.

‘Er is één fout die je op Standard nooit mag maken’, weet hij. ‘Kruip daar voor eigen doel en hun twaalfde man doet je dood. Hun fans beginnen met duizenden tegelijk te joelen wat van Standard, sowieso een fantastische ploeg, een onstuitbare machine maakt. Om op Sclessin te winnen, moeten er twee zaken gebeuren. Eén, je moet hopen dat de focus van het thuisteam niet optimaal is, dat ze juist een zware Europese wedstrijd hebben gespeeld bijvoorbeeld. En twee, je moet zelf voor honderd procent voetballen. Of ze leggen je genadeloos over de knie.’

De eerste voorwaarde is alvast vervuld, Standard trok dinsdag naar Piraeus voor een zware en belangrijke uitmatch in de Champions League. Nu voorwaarde twee nog.

Hoe dikwijls is je ploeg dit seizoen al honderd procent geweest?

FRANCKY DURY: Eigenlijk nog niet. Ik vond ons vrij knap in de eerste helft tegen Gent, en op Sint-Truiden was het ook oké, maar voor de rest… We zijn duidelijk nog lang niet het Zulte Waregem van vorig jaar. Dat is ook niet abnormaal. Als een spelersgroep zichzelf een seizoen overtreft, is het altijd moeilijk om dat succes te herhalen. Kijk maar naar wat AZ overkomt in Nederland.

Wat het extra moeilijk maakt, is dat onze tegenstanders Zulte Waregem sinds dit seizoen op een andere manier zijn gaan benaderen. Genk is bij ons bijvoorbeeld met veel respect komen spelen. Ze verdedigden erg laag, in feite niet logisch voor een topclub die op bezoek komt bij een bescheiden ploegje als het onze. Anderlecht zakte hier zelfs nog verder terug. Dat betekent dat wij om resultaten te halen nog harder moeten werken dan vroeger.

Je benadrukt graag en vaak dat Zulte Waregem maar het elfde budget in eerste klasse heeft, toch verwacht bijna iedereen jullie in de top zes en dus in play-off I.

DURY: Hein Vanhaezebrouck verwacht ons team in de top zes en zijn eigen team niet. ( blaast) Niet normaal, want Genk is drie keer zo rijk als wij. Peter Maes ziet ons zelfs voor de titel gaan, lees ik. Een onrealistisch compliment. Wij presteren al jarenlang flink boven ons budget, maar zó hard boven ons budget, dat kan normaal niet. Wij willen naar play-off I, en als we het niet halen, zou dat een ontgoocheling zijn, maar het wordt zeker niet zo makkelijk als mijn collega’s schijnen te denken.

Behalve in het seizoen dat Zulte Waregem Europees speelde, eindigde de club altijd tussen plaats 5 en 7. Hoe doe je dat? Nog niet zo heel lang geleden was de club zogoed als failliet en speelden jullie in derde klasse.

DURY: De truc is: altijd vertrekken vanuit een visie. Wij zijn niet rijk, topspelers zijn geen spek voor onze bek. Maar wat wij wel kunnen, is topspelers vormen. Dus moet je op zoek naar spelers aan wie een risico verbonden is. Voetballers uit de Franse derde klasse of gebuisde jeugdspelers van Belgische topclubs. Als je die zorgvuldig screent, kun je met bescheiden middelen iets moois neerzetten.

Maar ook dat is sinds dit seizoen eigenlijk zeer moeilijk voor ons geworden. Er spelen bij ons vier jongens die hun jeugdopleiding bij Club Brugge kregen: denk maar niet dat we daar nog vlot kunnen kopen. Voor meer ervaren mannen trokken we in het verleden nogal eens naar AA Gent, waar we Matthieu Verschuere, Tim Matthys en Tjörven De Brul bij manier van spreken voor een appel en een ei kochten. Maar dat gaat niet meer. Zulte Waregem is voor sommige ploegen te veel een concurrent geworden.

Goede transfers doen, komt eigenlijk neer op risico’s uitsluiten. Niemand komt hier binnen zonder een voorafgaand gesprek met de psycholoog. Ik vind dat nodig, zo weet ik wat voor persoonlijkheden ik voor me krijg en kan ik op voorhand al mogelijke moeilijkheden ontzenuwen. En komt er een negatief advies van de psycholoog, dan wordt daar rekening mee gehouden. Er zijn natuurlijk andere facetten die meespelen: iemand die ongelooflijk goed kan voetballen, een sterke fysiek heeft, mag al makkelijker een mindere kant hebben.

Maar als ik mag kiezen, werk ik veel liever met een mindere speler die mentaal sterk staat, dan met een topper die twijfelt. Maar over de Rode Duivels gaan we het straks nog hebben, neem ik aan? ( lacht)

Zeker. Veel van je collega’s moeten niets weten van sportpsychologen. Onverstandig van hen?

DURY: Vind ik wel. Volgens mij ligt in het mentale net de grote winst die een trainer kan boeken. In eerste klasse werk je bijna uitsluitend met goede voetballers. Denk je nu echt dat trainers die spelers qua techniek, snelheid of kracht nog stukken beter kunnen maken? Nee, in het mentale, in de psychologie, daar maak je op dit niveau het verschil.

Men onderschat de mentale belasting bij voetballers. Elke week moeten presteren voor het oog van heel de wereld, dat vergt zijn tol. En hoeveel spelers zijn er niet die iedere week pijnstillers moeten nemen voor een of andere oude blessure? Wel, zoiets kruipt in je hoofd en het beïnvloedt je prestatievermogen.

Ik laat me daarom graag omringen door professionals, en ik ben blij dat de club me die kans ook geeft en dat mijn spelers daarvoor openstaan. Misschien zijn er oudere, meer ervaren coaches die met hun knowhow eigenlijk precies hetzelfde doen als onze gediplomeerde psychologen, maar ik kan dat niet. Ik weet wanneer ik iets aan andere mensen moet overlaten.

Willy Naessens, de voorzitter van Zulte Waregem, zei twee jaar geleden in Knack: ‘Vroeg of laat botst Francky Dury op de limieten van deze club, want Zulte Waregem zal toch nooit een echte topclub worden.’ Zijn die limieten nog veraf?

DURY: Je voelt dat we daar nu tegen aan het vechten zijn. Een club kan zichzelf niet blijven overstijgen. Daarom moeten we dringend ons stadion uitbreiden. 12.000 plaatsen zou ideaal zijn, niet meer want dat krijgen we toch niet gevuld. Want waar zelden over wordt gesproken: Zulte Waregem haalt te weinig voordeel uit zijn thuismatchen. Dat komt door de atletiekpiste rond het veld, die de binding met onze twaalfde man vermindert. Die piste moet hier zo dringend mogelijk weg. Als ik zie hoe men bijvoorbeeld in Sint-Truiden of in Mechelen het publiek als versterkende factor kan gebruiken, ben ik groen van jaloezie.

Blijft onze infrastructuur zoals ze is, dan komen we vroeg of laat in de problemen. Onvermijdelijk komen er seizoenen dat we voor de elfde plaats spelen, naar onze echte budgettaire status dus. En dat wordt psychologisch een moeilijk verhaal, zowel voor supporters, spelers, coach, als de rest van de club. Lukt het ons wel om die uitbreiding te verwezenlijken, dan denk ik dat het mogelijk moet zijn om ons budget te verdubbelen en dan worden wij op termijn een club à la AA Gent.

Met een stadion van 12.000 plaatsen ben je nog geen echte topclub.

DURY: Dat klopt, maar je speelt wel mee. Je bent een bedreiging voor de groten.

Kan Zulte Waregem ooit kampioen worden?

DURY: Als AZ het kan in Nederland, dan kunnen wij het hier ook. Of laat ik het anders formuleren. Als je mij vraagt: is AA Gent voor mij een titelkandidaat, dan zeg ik ja. Daarmee bedoel ik niet dat Gent dit jaar kampioen speelt, maar dat ze in principe de mogelijkheden hebben om dat te doen. Als het eens een seizoen een beetje meezit en er wordt goed gewerkt, kunnen zulke ploegen een titel pakken. Zulte Waregem moet op termijn zo’n ploeg worden.

De vraag is of jij dan al niet bij een echte topclub zit. Naar verluidt volgt Anderlecht jouw ontwikkeling met bijzondere interesse.

DURY: Daar weet ik niets van. Frank Vercauteren polste mij ooit voor de functie van assistent, in de periode voor Ariël Jacobs en na Glen De Boeck. Ik ben daar niet op ingegaan, onder meer omdat Anderlecht zelf mij nooit de vraag heeft gesteld, maar ook omdat ik gewoon heel graag trainer ben bij Zulte Waregem. Ik kan hier naar mijn gevoel nog altijd veel leren en nog altijd goed groeien. Ik vind mezelf bijvoorbeeld een veel betere coach dan vier seizoenen geleden, veel completer en veel geduldiger.

Ik ben zeker niet bang. Ik kom van heel ver en ben bijzonder ambitieus, maar tegelijk zou ik niet graag meemaken wat Jacky Mathijssen overkwam. Die was een paar maanden trainer van Club Brugge en je voelde al dat het voor hem een heel moeilijk verhaal zou worden. Ik blijf liever bij Zulte Waregem, dan coach te worden in een topclub en niets naar mijn hand te kunnen zetten, want dan ben je veel te veel slachtoffer van de omstandigheden.

Eer ik ooit de stap naar een topclub zet – je weet nooit – moet ik mij honderd procent goed voelen bij het project dat op tafel ligt. Vorig jaar belde Genk. Maar ik kreeg niet het gevoel dat ze mij echt honderd procent wilden, en ik ben dus niet gegaan. Zo werkt dat bij mij.

Je zei in Sport/Voetbalmagazine: ‘Ik mis een project bij de Belgische topclubs.’ Die uitspraak is je niet overal in dank aangenomen.

DURY: De waarheid heeft zijn rechten. Waarom doen de Belgen niet meer mee in Europa? Omdat ons voetbal niet evolueert. En de schuld daarvoor ligt niet bij de kleine teams. De topploegen moeten maar zorgen dat ze in de Belgische competitie weer winnen met 5-0. Dat zijn ze aan hun stand en aan hun mogelijkheden verplicht. Maar kijk eens hoeveel punten de topclubs nu al kwijt zijn! En we zijn amper elf matchen ver. Ik weet dat er mensen zijn die zulke commentaren niet graag horen. Maar als men eerlijk is: heb ik ongelijk?

Dat brengt ons naadloos bij het onderwerp nationale ploeg. Frank Vercauteren gaf voor de match tegen Turkije een reeks interviews waarin hij niet mals was voor de werkijver en het professionalisme van de huidige lichting Rode Duivels. Ben jij het eens met zijn lezing van de feiten?

DURY: Ik kan natuurlijk alleen spreken over de periode die ik heb meegemaakt, maar daarin zijn inderdaad zaken gebeurd die je niet professioneel kunt noemen. De spelers dragen dus zeker een deel verantwoordelijkheid.

Mijn conclusie is: Dick Advocaat had nog een stuk vroeger mogen komen. Dan was het nooit op die manier uit de hand gelopen. Frank Vercauteren was een interim. Terwijl iedereen al weet dat je gaat vertrekken in Spanje moeten spelen, daar een patat krijgen, naar Armenië trekken terwijl je al uitgeschakeld bent… dat was heel erg ondankbaar.

Het is nooit makkelijk voor een tussenpaus. Maar jij en Vercauteren wisten wel op voorhand waar jullie voor tekenden.

DURY: Dat is waar. We hebben er alles aan gedaan om het tij te keren en het is niet gelukt. Meer kun je daar eigenlijk niet over zeggen. Franky heeft wel het lef gehad om te stoppen toen hij voelde dat het echt niet meer lukte. Hij nam zijn verantwoordelijkheid en maakte de keuze waarmee de nationale ploeg het best gediend was. Dat moet je hem nageven.

Advocaat komt in ieder geval op het goede moment. De ploeg heeft een pak kritiek over zich gekregen. Hij zal niet blij geweest zijn dat er zoveel naar buiten kwam, maar anderzijds geeft het hem wel de gelegenheid om schoon schip te maken. Het zou best kunnen dat de interviews van Franky voor Advocaat de basis vormen waarop hij nieuwe successen bouwt.

Het moment dat Frank Vercauteren zijn ontslag aankondigde in de kleedkamer in Armenië, hoe was dat?

DURY: Koel en kil. Hij zei: ‘Jongens, jullie hebben kwaliteiten maar zonder te werken zullen jullie er niet komen.’ En toen heeft hij de deur achter zich dicht getrokken.

Advocaat haalde voor Turkije uit naar Vercauteren. Nadien de vuile was buiten hangen, noemde hij ‘een slap verhaal’. Een coach moet maar zorgen dat spelers niet buiten de lijntjes kleuren. Heeft hij geen gelijk?

DURY: Wij probeerden iets te veranderen, maar de omstandigheden waren tegen ons. Nu moet ik wel zeggen dat ik had gehoopt op een betere communicatie tussen Advocaat en Vercauteren. Franky verdient geen veeg uit de pan, maar ik begrijp de reactie van Advocaat wel: hij denkt aan de toekomst en door Franky op zijn plaats te zetten, neemt hij het op voor de bond én motiveert hij zijn spelersgroep. Bijzonder verstandig.

Communicatief is Advocaat erg professioneel, dat vond ik al bij zijn allereerste persconferentie voor de nationale ploeg. Ik heb hem daar, in een paar zinnen, het mediagevoel rond de Rode Duivels zien keren, schitterend was dat. Hij maakte van de journalisten zijn bondgenoten. Hij laat ze zo mee het klimaat rond de nationale ploeg verbeteren nog voor er een bal getrapt is. We zullen zien of dat zo blijft.

Advocaat bracht ontspanning in de persrelaties, maar waarom moesten de vorige bondstrainers ook zo chagrijnig omgaan met de media? Daarmee hebben ze het zichzelf niet makkelijker gemaakt. Jij bent zelf iemand die vlot communiceert, begreep jij dat?

DURY: Er zat te veel spanning in de communicatie, dat is zeker waar. Maar het is niet aan mij om te zeggen wie daarin fout is geweest. Ik vind wel dat Vercauteren in de pers veel te streng werd aangepakt. Franky is een correcte man en op en top een prof, die altijd alles gegeven heeft voor de nationale ploeg. Hij verdiende dit niet.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Zulte Waregem haalt te weinig voordeel uit zijn thuismatchen. Dat komt door de atletiekpiste, die moet dringend weg.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content