VAN PLATO TOT VAN ROMPUY

HERMAN VAN ROMPUY In de Europese Raad spreken alle leiders vrijuit. © YVES HERMAN/REUTERS
Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

‘De politieke democratie kan alleen maar bloeien wanneer ze niet alleen op papier bestaat, maar ook leeft in de harten en de geesten van de burgers’, zo besluit Europees voorzitter Herman Van Rompuy zijn postscriptum bij The Road to Political Democracy.

‘Het gevaar van de hedendaagse vrijheid is dat wij, in beslag genomen door het genieten van onze ongebondenheid en het najagen van persoonlijke voordelen, verzaken aan ons recht om te delen in de politieke macht. En de machthebbers zullen niet nalaten ons daarin aan te moedigen. Ze zijn bereid om ons elke moeite te besparen, tenzij die om te gehoorzamen en belastingen te betalen.’ Het is een overbekend citaat uit De la liberté des anciens comparée à celle des modernes van de negentiende-eeuwse Zwitsers-Franse liberale denker Benjamin Constant, wiens geschriften een verregaande invloed hadden op de opstellers van de Belgische Grondwet van 1831.

De tekst van Constant past perfect in The Road to Political Democracy, een indrukwekkend naslagwerk met de bronteksten van onze politieke democratie, in het licht gegeven door de professoren Robert Senelle en Edgard Van de Velde en door Emile Clément, eredirecteur van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Dit opmerkelijke trio signeerde de voorbije decennia tal van onmisbaar geworden boeken over de staatshervormingen, het grondwettelijk recht en de rol van de monarchie. Enkele jaren geleden publiceerde Robert Senelle samen met Emile Clément het intussen stilaan onvindbare Léopold II et la Charte Colonial, een unieke analyse van het indrukwekkende parlementaire debat gevoerd in de loop van 1908 naar aanleiding van de overname van Kongo-Vrijstaat, het persoonlijke eigendom van Leopold II, door de Belgische staat.

In The Road to Political Democracy verzamelen de auteurs de basisteksten die uiteindelijk hebben geleid tot onze parlementaire democratie, naar het woord van Winston Churchill ‘het slechtste politieke systeem, buiten alle andere’.

Het is uiteraard niet de eerste keer dat wordt getracht dit soort teksten tot een geheel te smeden. De bekende tweedelige Politeia, destijds uitgebracht door Elsevier, stond bij elke weldenkende lettervriend op de plank. Politeia was echter niet meer dan een bloemlezing uit de teksten van de grote denkers over de staat, het politieke bedrijf en de vorming van de samenleving.

In The Road to Political Democracy trekken de samenstellers en commentatoren een rode draad door de voorgelegde teksten die 25 eeuwen overspannen, van Plato tot het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Rechter Stephen Breyer van het Amerikaanse Hooggerechtshof en Europees voorzitter Herman Van Rompuy signeerden inleiding en postscriptum.

De rode draad in de ontwikkeling van de politieke democratie wordt volgens de samenstellers gevormd door de vier grote kenmerken aangereikt door Aristoteles: de wissel van de macht, de rechtsstaat, het onderwijs en de rol van de middenklasse.

Maar zoals in het inleidende essay wordt aangetoond, demonstreert The Road to Political Demo-cracy niet alleen hoe politieke denkers – van Plato over Montesquieu, Thomas Paine en Tocqueville tot Raymond Aron en Fukuyama – de weg hebben geëffend, maar ook hoe zij, zoals de hoger aangehaalde Benjamin Constant, hebben gewaarschuwd voor mogelijke valkuilen.

Een van die mogelijke valkuilen waar de samenstellers in hun inleidende essay voor waarschuwen, is de toenemende armoede, ook in Europa. Geheel in overeenstemming met Thomas Paine, de auteur van The Rights of Man, schrijven zij: ‘Vooruitgang op de weg naar de politieke democratie is slechts mogelijk wanneer de minderbedeelden ondervinden dat versterking van hun zelfbeschikking een verhoging van hun levenskwaliteit tot gevolg heeft.’

Voor de samenstellers van The Road to Political Democracy is de democratie een universeel goed. Ze sluiten zich aan bij Fukuyama die schreef dat op het einde van de twintigste eeuw de liberale democratie als enige universele ideologie overeind bleef.

De volkssoevereiniteit is echter nooit volkomen, want die wordt uitbesteed aan – weliswaar verkozen – machtsdragers die wel volop gebruik kunnen maken van het recht op vrije mening, de politieke discussie voeren en vooral de politieke besluiten trekken. Wat Thomas Jefferson, medeauteur van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring en latere president van de Verenigde Staten, al vreesde. Jefferson had het dan over ‘ elective despotism‘.

Dat laatste lijkt ook een kernmerk van de Europese Unie, die bezwaarlijk als een ‘republiek van republieken’ kan worden beschouwd. Zij is veeleer een alliantie van onafhankelijke staten die voor haar Europese beslissingen niet meteen steunt op die Europese volkssoevereiniteit. Want daarvoor is het gewicht van de grote lidstaten Duitsland en Frankrijk in dat beslissingsproces al te doorslaggevend.

Toch heeft voorzitter Van Rompuy het over de Europese Unie als ‘een club van democratieën’. In de raad, zo getuigt Van Rompuy, spreken alle leiders vrijuit. En ieder van hen is verantwoording verschuldigd tegenover zijn of haar nationale parlement.

De samenstellers van The Road to Political Democracy geven de volledige tekst van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, volgens hen de jongste loot van die politieke democratie. Bovendien is, naar hun mening, de Europese Unie het mooiste voorbeeld van Friedrich Hayeks definitie: ‘Democratie is boven alles een middel tot vreedzame ver- andering.’

In de preambule van het Handvest klinkt alvast stellig: ‘ De volkeren van Europa hebben door onderling een steeds hechter verbond tot stand te brengen besloten een op gemeenschappelijke waarden gegrondveste vreedzame toekomst te delen.

Zich bewust van haar geestelijke en morele erfgoed vestigt de Unie haar grondslag op de ondeelbare en universele waarden van menselijke waardigheid en van vrijheid, gelijkheid en solidariteit; zij berust op het beginsel van de democratie en het beginsel van de rechtsstaat. Zij stelt de mens centraal in haar optreden door het burgerschap van de Unie in te stellen en een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen.

Maar de eerste bewakers van die universele waarden van menselijke waardigheid blijven, voorlopig, de lidstaten en hun parlementen. En dat zal de eerstkomende jaren niet meteen veranderen.

In zijn uitgeleide bij dit boek beklemtoont Herman Van Rompuy dat de politieke democratie alleen maar kan bloeien als ze niet alleen op papier bestaat, maar ook leeft in de harten en de geesten van de burgers. Dat geldt ook voor het Europese politieke project, dat alleen kan voortbestaan en ontplooien als het gaat leven in de geesten en de harten van diezelfde burgers.

ROBERT SENELLE, EMILE CLÉMENT, EDGARD VAN DE VELDE, THE ROAD

TO POLITICAL DEMOCRACY. FROM PLATO

TO THE CHARTE OF FUNDAMENTAL RIGHTS

OF THE EUROPEAN UNION. ACADEMIC

& SCIENTIFIC PUBLISHERS (ASP), 50 EURO.

Rik Van Cauwelaert

Een van de mogelijke valkuilen voor de democratie is de toenemende armoede, ook in Europa.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content