Ook na de aanslagen in Brussel zullen hoeraberichten over tolerantie en kaarsenwakes niets aan de realiteit veranderen, meent JONATHAN HOLSLAG. Onderzoek wijst namelijk uit dat de Belgen steeds meer verdeeld zijn over thema’s als migratie en integratie.

In de nasleep van de gruwelijke aanslagen in Brussel circuleerden er in de klassieke en op de sociale media talrijke beelden van samenhorigheid: moslims hand in hand met niet-moslims, Brusselaars van allerlei slag vreedzaam met krijt in de weer op de stoep van de Anspachlaan. De berichtenschrijvers die ik op Facebook las, deden hun uiterste best om matigend over te komen. Zij benadrukten dat niet alle moslims terroristen zijn, dat we vooral de voedingsbodem van het radicalisme moeten neutraliseren en dat het sluiten van de grenzen geen oplossing biedt. De Nederlandse journalist Rob Wijnberg wijdde er meteen een stuk aan. Zijn insteek: hoewel gematigde stemmen zelden voor krantenkoppen zorgen, is nagenoeg iedereen nuchter en genuanceerd, en dus niet geneigd om zich te laten meeslepen door angstzaaierij van rechts. Maar klopt dat beeld?

Ik vrees dat mensen als Wijnberg dezelfde fout maken als de progressieven die de voorbije decennia dachten dat het goed zou komen met de multiculturele samenleving, dat de migranten zich geleidelijk aan wel zouden integreren. De samenleving als een grote smeltkroes, weet u nog? In de meeste Europese landen hebben we die veronderstelling op een pijnlijke manier moeten herzien: de integratie liep namelijk niet zo vlot. Op dezelfde manier riskeert gematigd Europa de komende jaren op een heel onsentimentele manier geconfronteerd te worden met een tweede desillusie. De meeste burgers zijn namelijk helemaal niet zo ‘matigend’ of ‘centrum’ als Wijnberg beweert. De Europese samenleving is vooral erg verdeeld. Dat heeft aanzienlijke gevolgen voor de verstandhouding met de groeiende groep moslims in Europa.

Verscheidene opiniepeilingen laten ons toe om dieper in te gaan op de houding van Belgen en Europeanen ten aanzien van migranten en de islam. De Eurobarometer bijvoorbeeld, waarmee de Europese Commissie sinds 1973 aan de hand van opiniepeilingen maatschappelijke trends bij de bevolking van de Europese lidstaten onderzoekt. Uit een recente peiling blijkt dat de Belgen migratie en terrorisme reeds voor de aanslagen belangrijker vonden dan de economische toestand van het land. Dat is al een duidelijk signaal. Maar het is pas wanneer we de gegevens van de European Social Survey bestuderen, dat we merken dat de perceptie grondig van de werkelijkheid verschilt. Uit die cijfers blijkt dat de houding van autochtone Belgen ten aanzien van migranten eerder negatief dan positief is. Liefst 39 procent vindt dat migranten jobs stelen, 36 procent is neutraal en 25 procent is het niet met de stelling eens. De helft van de respondenten vindt dat migranten meer kosten aan de staat dan ze ertoe bijdragen. Ook de cijfers met betrekking tot criminaliteit zijn duidelijk: 67 procent van de autochtone Belgen is geneigd te geloven dat migranten meer criminaliteit veroorzaken. Van het gematigde midden is ook op het eerste gezicht geen spoor meer.

Dit beïnvloedt in aanzienlijke mate de verwachtingen die Belgen van het overheidsbeleid koesteren. Van de autochtone Belgen vindt 46 procent dat de overheid niet genereus mag zijn in het toelaten van vluchtelingen tot ons land, 25 procent is neutraal en 29 procent positief. 48 procent vindt dat slechts weinig of helemaal geen migranten uit arme landen mogen worden binnengelaten. 50 procent is gewonnen voor een zeer beperkte of helemaal geen toelating voor islamitische nieuwkomers. Slechts 10 procent van de respondenten vindt dat migranten steun mogen genieten. Het draagvlak voor een open migratiebeleid is dus klein.

Dit heeft eveneens gevolgen voor de keuzes die Belgen in hun persoonlijke leven maken. Onderzoek door Eurobarometer toont dat 53 procent van de Belgen zich er niet geheel comfortabel bij zou voelen als hun kind een relatie met een moslim zou aangaan. 31 procent zou zich niet geheel comfortabel voelen om met een moslim samen te werken. Dit fenomeen blijft niet beperkt tot ons land. Onderzoek door Pew in het voorjaar van 2014, dus vóór de aanslagen in Parijs en Brussel, wees uit dat zowat 40 procent van de Europeanen een negatieve houding heeft ten aanzien van de islam. Een peiling in 2011 gaf aan dat 40 procent van de Fransen en de Duitsers de islam beschouwt als een bedreiging voor hun identiteit. Vooral ouderen, laaggeschoolden en mensen met een laag inkomen staan negatief tegenover migranten, maar ook binnen sterkere maatschappelijke groepen is die negatieve houding erg aanwezig.

Het beeld van het ‘grote gematigde midden’ klopt dus niet. Migratie en de islam verdelen de autochtone bevolking. En dat is nog maar één kant van het verhaal. 40 procent van de moslims in Spanje, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ervaart de Europeanen als vijandig ten aanzien van hun gemeenschap. Ongeveer 30 procent van de moslims in Europa geeft aan te worden gediscrimineerd. Dat gevoel van discriminatie zet hen doorgaans aan om zich verder terug te trekken uit de samenleving. Het wederzijdse onbegrip is dus groot. Daarmee zijn in Europa voldoende elementen aanwezig voor een botsing der beschavingen, een clash tussen gemeenschappen. Ze zien hun cultuur als onverzoenbaar met de andere.

In het dagelijkse leven gebeurt die botsing heel subtiel. Een concreet voorbeeld: in mijn stad wonen ongeveer 200 moslims op een bevolking van 15.000. Die moslims openden vorig jaar een klein centrum in mijn straat. Een handvol mannen komt er op vrijdag samen om te bidden. Op woensdag is er les voor kinderen. Aanvankelijk wilde niemand in de straat erover praten. Maar na enkele weken begon het, heel aarzelend en onrechtstreeks: opmerkingen over overlast en vooral veel vragen over de aanwezigheid van kinderen op laatavondactiviteiten. De spanning was niet meteen te snijden, maar er broeide wat. Toen ik op een avond het centrum binnenstapte, werd ik bijzonder vriendelijk onthaald, maar hoorde ik ook frustratie: ‘Vlamingen willen ons niet begrijpen en beseffen maar half hoezeer moslims hier afzien.’ Ik raadde hen aan om de deuren open te zetten en de buurt uit te nodigen. Dat gebeurde, op een heel warme manier overigens, maar het effect van die geste bleef beperkt omdat nauwelijks een dozijn buurtbewoners kwam opdagen en slechts enkele leden van het centrum zich in het Nederlands konden uitdrukken.

De uitdaging zal alleen maar groter worden. Aanslagen zoals in Parijs en Brussel vergroten het wederzijdse wantrouwen. Niets sluit uit dat er nieuwe drama’s in Europa zullen volgen. De Europese veiligheidssituatie blijft verslechteren. Naast Irak, Libië, Syrië en Afghanistan staan vele andere staten onder druk. Jordanië, Turkije, Egypte en Algerije worstelen met instabiliteit en de zwarte vlaggen van de IS, Al-Qaeda en Boko Haram zullen in de journaals blijven opduiken. De migratiedruk op Europa wordt gigantisch. De bevolking in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zal de komende 25 jaar met 130 miljoen groeien. Tezelfdertijd zal de moslimbevolking in ons eigen land groeien van 6 tot minstens 9 procent. In het Brussels Gewest zal tegen 2030 ongeveer 30 procent van de bevolking moslim zijn, in Antwerpen 25 procent.

Dat het tolerantere deel van de bevolking niet kan vatten voor welke uitdagingen we staan, is gevaarlijk. Men kan zich eigenlijk perfect voorstellen wat er zal gebeuren. Er zullen zich nieuwe terreurdreigingen en vluchtelingendrama’s voordoen. De progressieven in de samenleving zullen zich opnieuw op de borst kloppen over het korte, euforische gevoel van verbondenheid dat daarop volgt, de marsen, de kaarsjeswaken, de steunbetuigingen via sociale media. Maar telkens opnieuw zullen het wederzijdse onbegrip en de intolerantie groeien. Misschien niet altijd even uitgesproken, maar de polarisatie zál toenemen, tot op het punt dat die zich vertaalt in een regelrechte politieke impasse met rechtse populisten wier discours onontkombaar wordt.

Als we het goed menen met onze maatschappij en willen bouwen aan een harmonieuze samenleving, mogen we ons dus niet beperken tot hoeraberichten over tolerantie. Door het ideaal van een multiculturele samenleving verkeerdelijk voor de realiteit te nemen, zouden we dezelfde fout maken als in het verleden. Erkenning van de spanningen is een eerste stap. Vervolgens moeten we op zoek naar de verklaringen. Als we de fout van de miskenning willen rechtzetten, wacht ons onvermijdelijk een lange, moeizame weg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content