Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Ondanks recente kapingen en evacuaties blijft Artsen zonder Grenzen werken in de moeilijkste conflictzones.

In april 2009 werden in Somalië een Belgische arts en een Nederlandse verpleger ontvoerd. Een maand eerder, in maart, werden vijf medewerkers van de Belgische tak van Artsen zonder Grenzen ontvoerd. ‘De laatste jaren hebben vooral collega’s uit andere landen zware incidenten meegemaakt. Dit jaar zijn wij een van de hardst getroffen secties’, zegt Meinie Nicolai, operationeel directeur van Artsen zonder Grenzen in Brussel.

Welke impact heeft dat op uw activiteit? Kunt u op dezelfde manier blijven voortwerken?

MEINIE NICOLAI: In onveilige conflictzones moeten we de toestand steeds opnieuw analyseren, en constant afwegen hoe het verder moet. Soms beslissen we om minder mobiel te werken, meer vanuit een ziekenhuis. In sommige gebieden moeten we onze actie ook anders oriënteren. In Somalië bijvoorbeeld, waar geen permanente internationale staf meer is sinds er collega’s van Artsen zonder Grenzen werden gedood, doen we onaangekondigde bezoeken. We blijven proberen om de bevolkingen te helpen binnen de grenzen van wat mogelijk is.

Nadat het Pakistaanse leger het offensief tegen talibanstrijders in de Swatvallei had opgevoerd, hebt u het gebied moeten verlaten.

NICOLAI: Sinds het offensief in de Swatvallei waren onze teams er niet meer veilig. Nu focussen we ons op de stad Peshawar, die helaas ook zeer gevaarlijk is. Gelukkig zijn de aanslagen daar niet tegen ons gericht. Dat geeft ons hoop om verder te gaan. Tegen de strijdende partijen benadrukken we steeds weer dat we neutraal zijn. Dat moet, samen met de kwaliteit van ons werk, onze veiligheid garanderen.

Is Artsen zonder Grenzen nog aanwezig in Darfur, nadat er eerder vijf medewerkers werden gekidnapt?

NICOLAI: Onze collega’s uit Frankrijk en Nederland zijn het land uitgezet, maar wij zijn er nog steeds present. Het is en blijft een moeilijk gebied. Niet alleen kunnen we er in een vuurgevecht terechtkomen, soms is het ook een probleem om het land in te raken. Maar ondanks de inkrimping van onze ploeg ter plaatse zullen we nagaan hoe het mogelijk is om er te blijven werken.

Hoe stelt u zich op als onafhankelijke organisatie in een conflictgebied?

NICOLAI: Het feit dat we financieel onafhankelijk zijn, is zeer belangrijk voor de strijdende partijen. Daarnaast benadrukken we steeds weer dat we bereid zijn om te werken aan weerskanten van de frontlijn. Tot slot stellen we ook dat ons paspoort niet betekent dat we gelieerd zijn aan een bepaald land. We zijn niet-gouvernementeel in de strikte zin van het woord.

Ondanks de moeilijkheden blijven jullie aanwezig in tal van conflictgebieden?

NICOLAI: We werken momenteel in Pakistan, in Somalië, we starten in Af-ghanistan, we zijn aanwezig in Kivu (Congo), in de Centraal-Afrikaanse Republiek, in Irak. Conflictgebieden blijven voor ons een prioriteit. Ondertussen zijn we ook actief op het gebied van epidemieën en natuurrampen. We dienen vaccins toe, onder meer in Mali, waar kinderen sterven aan mazelen. Ook dat is een belangrijk onderdeel van ons werk. Maar onze aandacht blijft in de eerste plaats gaan naar slachtoffers van geweld.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content