Han Renard

Op de Europese top van eind vorige week werd een vaag akkoord over internationale klimaatfinanciering in elkaar geknutseld. Premier Van Rompuy rijdt intussen steeds hardnekkiger over de tong als toekomstig EU-voorzitter.

De Europese Raad moest proberen een Europese onderhandelingspositie vast te leggen voor de VN-klimaatconferentie volgende maand in Kopenhagen.

Aan conflictstof geen gebrek: hoeveel moeten de rijke landen bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering in de ontwikkelingslanden? Wat zal het Europese aandeel zijn in zo een mondiaal klimaatfonds? En volgens welke sleutel zal die ‘klimaatfactuur’ tussen de 27 intern worden verdeeld?

Diplomaten gaven vooraf toe dat de kwestie van de interne lastenverdeling nauwelijks was voorbereid en een grote splijtzwam kon worden. Donderdag zaten de gesprekken tussen staatshoofden en regeringsleiders urenlang muurvast. Vrijdag kwam er dan toch een – zij het vaag – akkoord over klimaatfinan-ciering uit de bus.

De Europese leiders stellen voor om vanaf 2020 internationaal jaarlijks 22 à 50 miljard publieke middelen vrij te maken – en niet 110 miljard euro, het bedrag dat klimaatwetenschappers en ngo’s noodzakelijk achten – om de ontwikkelingslanden te helpen in de strijd tegen de klimaatverandering. Maar ze zeggen niet hoeveel de EU daarvan op tafel wil leggen. Europa is bereid een ‘billijk deel’ te betalen, aldus het eindcom-muniqué.

De nieuwe lidstaten, maar ook Duitsland en Frankrijk willen vóór Kopenhagen geen concrete bedragen noemen. Ze willen eerst zekerheid hebben dat ook China en de VS met geld over de brug komen. Greenpeace reageerde teleurgesteld dat de Unie geen becijferde bijdrage naar voren schuift. ‘Door er geen getal op te plakken brengen de EU-leiders de internationale klimaatonderhandelingen aan de rand van de afgrond nog voor ze goed en wel begonnen zijn’, aldus de milieuorganisatie.

De centraal- en Oost-Europese lidstaten, hebben op deze top hun slag thuisgehaald. Zo kreeg Polen de verzekering dat bij die interne verdeelsleutel vooral rekening zal worden gehouden met wat landen kunnen betalen en niet met hun koolstofuitstoot.

Over de nieuwe topfuncties die door het Verdrag van Lissabon in het leven worden geroepen, is op de Europese Raad officieel niet gepraat. Maar in de wandelgangen ging het uiteraard over niets anders. Naar verluidt loopt onze premier Herman Van Rompuy dezer dagen op wolkjes. Verschillende lidstaten hebben hem dit weekend, na afloop van de EU-top, benaderd als hun fa-voriete kandidaat voor het vaste voorzitterschap van de Europese Raad. Ook de Duitse bondskanselier Angela Merkel, wier stem doorslaggevend is, zou zijn kandidatuur gunstig gezind zijn. De nieuwe voorzitter, zo was eind vorige week al duidelijk geworden, komt uit een van de kernlanden van de EU, is van centrumrechtse signatuur, en is geen ‘jetsetpoliticus’ zoals Tony Blair, maar eerder een grijze muis. Herman Van Rompuy zou volgens goede bron met stip genoteerd staan als de juiste man voor de job en een streepje voorhebben op die andere kanshebber, de Nederlandse premier Jan Peter Balkenende, die nog steeds achtervolgd wordt door zijn lauwe houding tegenover de Europese grondwet in 2005.

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content