Een grote fiscale hervorming is noodzakelijk, maar zal men er ook in slagen?

© Belga
Ewald Pironet

Terwijl wij ons buigen over onze belastingbrief wordt er nagedacht over een grote hervorming van de personenbelasting, die meer nettoloon moet opleveren. Maar of dat ervan zal komen?

‘Ik zal u een klein geheim vertellen’, zei minister van Financiën Johan Van Overtveldt recent in De Standaard. ‘Ik vul mijn belastingbrief niet zelf in.’ Het invullen van de belastingbrief is een jaarlijks terugkerende karwei waar velen tegenop zien – alleen boekhouders die er geld mee verdienen doen het met de glimlach. De voornaamste klacht is dat de belastingbrief veel te ingewikkeld is: er zijn te veel aftrekposten. Dat staat een rechtvaardig belastingsysteem in de weg.

En dan is er nog een probleem. De regering-Michel heeft de tarieven van de vennootschapsbelasting verlaagd. Daar profiteerden vooral de werkgevers van, voor de werknemers bleef er nauwelijks iets over. Het zal weinigen verbazen, maar België staat aan de top als het gaat over de totale belastingdruk op arbeid (sociale bijdragen plus personenbelasting). Voor een gezin met twee inkomens en twee kinderen bedraagt dat bij ons gemiddeld 46,2 procent. In Duitsland is het 42,7 procent, in Frankrijk 42,2 procent, in Nederland 29,7 procent. Velen vinden dat na de vennootschappen nu ook de werknemers weleens een belastingvermindering mogen krijgen. Van Overtveldt heeft trouwens al gezegd: ‘Werken moet meer lonen.’

Wie de personenbelasting onder handen neemt, komt voor hij het weet uit bij een nieuwe staatshervorming.

Wie de Belgische inkomstenbelasting vergelijkt met die in de buurlanden komt tot vijf vaststellingen. Eén, de totale belastingdruk is hoog en maakt onze arbeid duur. Twee, in verhouding tot het brutoloon houden we netto erg weinig over. Drie, je zit al heel snel in de hoogste belastingschijven, die stijgen met het inkomen: op de inkomsten van 21.190 tot 38.830 euro in 2017 betaal je 45 procent, op alles boven de 38.830 euro 50 procent. Vier, we betalen weinig btw in vergelijking met het buitenland. En vijf, op sommige inkomsten uit vermogen betaal je veel en op andere helemaal geen belasting.

De laatste grote belastinghervorming in ons land dateert van 1963, onder de regering-Lefèvre. Daarna volgde vooral knip- en plakwerk. De taxshift van de regering-Michel was zeker ingrijpend, maar een grote hervorming is na meer dan 50 jaar wildgroei geboden. Een half jaar geleden gaf Van Overtveldt daarvoor een opdracht aan de Hoge Raad van Financiën, het fiscale adviesorgaan van de regering: werk een grote fiscale hervorming uit waarmee de volgende regering aan de slag kan.

De specialisten van de Hoge Raad discussiëren nu over drie concepten. Een eerste behoudt grotendeels het bestaande systeem, maar wil wel wat vereenvoudigen. Dat is een cosmetische operatie, die niet zorgt voor een verlaging van de belastingdruk. Het tweede voorstel zou het aantal belastingschijven en aftrekposten drastisch verminderen. Het komt neer op het dual income tax-systeem, zoals dat in Scandinavië bestaat: in een eerste deel van de belastingbrief worden de inkomsten uit arbeid tegen een progressief tarief belast, in een tweede deel al de inkomsten uit vermogen tegen een vlaktaks. Het derde concept is een vlaktaks: álle inkomsten worden tegen een vast tarief belast. Dat is de richting die de nieuwe regering in Italië uitgaat, die dat nog aanvult met een basisinkomen van 780 euro per maand.

De taxshift van de regering-Michel was zeker ingrijpend, maar een grote hervorming is na meer dan 50 jaar wildgroei geboden

Tegen eind 2018 zou de Hoge Raad haar advies klaar moeten hebben, maar het is lang niet zeker of ze daarin zal slagen. De ideologische tegenstellingen zijn groot, en er zijn heel wat hordes te nemen. Zo mag een fiscale hervorming de schatkist niet minder geld opleveren. Sinds de taxshift weten we dat een budgettair neutrale belastinghervorming allesbehalve evident is, want toen ontstond een gat van bijna 5 miljard euro. Natuurlijk kan er gelijktijdig bespaard worden: de overheidsuitgaven liggen bij ons boven de 50 procent van het bruto binnenlands product (bbp), in onze buurlanden is dat gemiddeld 47 procent. Als de Belgische overheid evenveel wil uitgeven als onze buurlanden moet ze 14 miljard besparen.

De moeilijkste horde is dat ook de regio’s en lokale overheden door een grote fiscale hervorming worden getroffen. Zo wordt een deel van de opbrengst van de personenbelasting door de federale overheid verdeeld over de gewesten en gemeenschappen, wat geregeld is in de Bijzondere Financieringswet. Wie de personenbelasting onder handen neemt, komt dus voor hij het weet uit bij een nieuwe staatshervorming.

Het is de hoogste tijd voor een grote fiscale hervorming, daar is iedereen het over eens. Of men daar ook in zal slagen, is erg onzeker. Eenvoudig wordt het zeker niet. Maar wat is dat wel in dit land?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content