Peter Vandeweerdt

Een week geleden sloeg ik ’s middags mijn enkel om op een stoeprand, krabbelde weer recht, liep terug naar mijn bureau, bleef daar werken en reed ’s avonds meteen naar Bozar voor een concert. Daar kreeg ik een verre plaats op het eerste balkon, eigen schuld omdat ik het kaartje te laat had aangevraagd. De pianist was briljant en mijn voet zat intussen uit mijn schoen te barsten. Na afloop duurde de strompeltocht van de zaal tot aan mijn auto, vijftig meter verderop, ongeveer een kwartier en de dag nadien liep ik op krukken. Het concert beschreef ik als technisch magistraal, maar met te weinig ziel.

In welke mate kleuren emoties en gebeurtenissen van het moment uiteindelijk de beoordeling? Recenseren is deels een technische job – heeft het orkest of de solist al zijn noten netjes gespeeld, wat wilde de componist en wat heeft de dirigent daarmee gedaan, waar staat deze interpretatie in verhouding met andere – maar uiteindelijk is dat het begin. De echte vragen die je wil beantwoorden gaan over de kracht van de visie achter een uitvoering, de artistieke waarde, het emotionele en/of intellectuele proces dat je als toeschouwer ondergaat. Zelf geloof ik dat voor een criticus sensiti-viteit hier in hoge mate een rol speelt. En die kan door foute omstandigheden flink worden verstoord.

Dat probleem van de sensitiviteit kom je dan nog eens in het kwadraat tegen bij premières van hedendaagse composities. De verschillen in de recensies zijn daar vaak bijna onbegrijpelijk en de historische vergissingen die recensenten al eeuwenlang hebben gemaakt en nog zullen maken ontelbaar. En dat terwijl de componist allicht nagelbijtend achter de coulissen zit te wachten hoe zijn stuk wordt beoordeeld.

Even terug naar die avond in Bozar. De aanwezigen waren wild enthousiast, maar als recensent wantrouw je dat natuurlijk: jong kereltje, technisch bijna té goed, mikte geregeld op effect (gooide aan het slot zijn armen in de lucht alsof hij Lang Lang was). De zaal sprong op het einde recht, ik niet. Ik had dan ook mijn voet verstuikt. Was het dat, of was het de zitplaats, of was de afstand die ik voelde écht het gevolg van mijn professionele oordeel? Wie had er die avond eigenlijk te weinig ziel?

De criticus als eeuwige twijfelaar – heeft de wereld daar wat aan? Zonder zelftwijfel geen verwondering, en dát is voor mij niet alleen van essentieel belang voor het beluisteren van een concert, maar nog meer bij het beschrijven ervan. De lezer die er zelf niet bij was heeft immers weinig aan dat striemende of zalvende slotoordeel. Niet dat einddoel is boeiend, wel de wandeling. Toch als die zonder ongelukken verloopt.

Peter Vandeweerdt

De zaal sprong op het einde recht, ik niet. Ik had dan ook mijn voet verstuikt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content