U bent gedegradeerd? Proficiat!

BRIGITTE BALLINGS © TIM DIRVEN

Telkens weer een trap omhoog. Zo hoort je carrière te verlopen. Maar tegenwoordig zetten steeds meer mensen, al dan niet gedwongen, een stap terug. Meestal tot grote ontsteltenis van hun omgeving. ‘Zo iemand wordt nog vaak als een mislukkeling bekeken’, klinkt het. ‘Nochtans zijn carrièrewendingen onvermijdelijk geworden. In álle richtingen.’

12 december 2012 om 12 uur. Gespannen zit Brigitte Ballings in een luxehotel in hartje Brussel te wachten. Ze is hr-manager bij ING en krijgt straks te horen welke rol er nog voor haar is weggelegd na de herstructurering van haar departement. Wanneer ze de voor de gelegenheid tot kantoor omgebouwde hotelkamer binnenstapt, is ze doodzenuwachtig. ‘Ik heb slecht nieuws en goed nieuws voor je’, zegt haar directeur. Ballings begrijpt meteen dat ze mag blijven, maar niet in haar huidige job. ‘We zouden jou liever een stap lager zien functioneren. Zo kun je voldoende zuurstof opdoen om dan weer op te veren’, klinkt het. Ballings staat een kwartier later terug op straat, verdoofd. ‘Ik ben gedegradeerd!’ is het enige wat ze kan denken.

Het verhaal van haar demotie heeft Brigitte Ballings nu neergeschreven in het boek Een stap terug?Ik denk er niet aan! Daarmee hoopt ze mensen die hetzelfde is overkomen een hart onder de riem te steken. En zo zijn er tegenwoordig heel wat. Uit de Europese Statistics on Income and Living Conditions blijkt dat een op de drie Belgische managers van het ene jaar op het andere een stap terugzet: van het hogere naar het middenmanagement of van het middenmanagement naar de functie van gewone bediende. De kans is groot dat demoties alleen maar zullen toenemen in tijden dat bedrijven zichzelf constant moeten heruitvinden om de wereldwijde concurrentie aan te kunnen. Bij grote herstructureringen en fusies is het haast onvermijdelijk dat er banen verdwijnen, en besparingen zetten werkgevers ertoe aan om met minder directie- en kaderleden te werken. Ook de hogere pensioenleeftijd speelt een rol: niet iedereen zal 45 jaar lang alleen maar stappen omhoog kunnen of willen zetten. Bovendien houdt de nieuwe generatie werknemers heel nauwlettend in de gaten of hun job en privéleven wel nog goed op elkaar zijn afgestemd.

Toch worden mensen die al dan niet gedwongen een stap terugzetten nog altijd scheef bekeken. Hebben ze dáár al die diploma’s voor behaald? En wat hebben ze mispeuterd om zó zwaar afgestraft te worden? Veel werknemers en bedrijven zwijgen ook liever over demotie. Veel te pijnlijk allemaal. Bovendien jaag je er de vakbonden de gordijnen mee in. De VUB moest de leerstoel Demotie zelfs tot leerstoel Carrièrewendingen omdopen om het bedrijfsleven mee te krijgen.

Niet ambitieus genoeg

Als een werknemer verplicht wordt om een trapje lager te gaan staan, komt dat vaak doordat hij zijn werk niet naar behoren doet, verkeerd is gecast of niet future-proof is – zoals dat tegenwoordig heet. ‘Het komt geregeld voor dat een bedrijf heel andere producten of diensten wil aanbieden of op korte tijd zwaar in automatisering investeert’, zegt Sandra Peeters van Seven Miles, een bedrijf dat kmo’s bijstaat in hun personeelsbeleid. ‘Werknemers die daar niet op zijn voorbereid en hun werk al jarenlang op dezelfde manier doen, kunnen dan soms niet meer op hetzelfde niveau meedraaien.’

Anderen moeten dan weer de prijs betalen voor een niet zo geslaagde bevordering. Alle assessment- en andere proeven ten spijt, worden er nog altijd mensen onterecht gepromoveerd. ‘Het is bijvoorbeeld niet omdat iemand inhoudelijk heel goed werk levert dat hij ook leiding kan geven: een uitmuntende expert is nog geen goede peoplemanager’, zegt communicatiewetenschapster Tanja Verheyen, die de leerstoel Carrièrewendingen aan de VUB bekleedt. ‘Dat wordt nog al te vaak vergeten.’

Dikwijls wordt er ook amper informatie gegeven over wat er in zo’n nieuwe job precies van je wordt verwacht. Maar ook als de betrokkene heel goed weet dat het moeilijk zal worden, wil dat nog niet zeggen dat hij de bevordering weigert. Dat is nu eenmaal not done. ‘Er is niet veel begrip voor mensen die geen promotie willen, ook niet bij de werkgevers’, zegt Ballings. ‘Wil je niet hogerop, dan krijg je al snel het etiket dat je niet ambitieus genoeg bent. Dat is natuurlijk geen goede zaak voor de rest van je carrière.’ Ook hun ego zit veel werknemers in de weg om een job af te slaan die eigenlijk niet bij hen past. ‘Mensen die kiezen voor een hiërarchisch gestructureerd bedrijf doen dat meestal omdat ze carrière willen maken en aangetrokken worden door de status die daarmee gepaard gaat’, legt Peeters uit. ‘Een promotie weigeren komt bij hen simpelweg niet op.’

Blijkt de nieuwe job niet zo’n goede match te zijn, dan doen de meeste managers er toch alles aan om zo goed mogelijk te presteren. Ook als dat betekent dat ze tot het uiterste moeten gaan, onder zware stress staan en thuis problemen dreigen te krijgen. Zoals de man die Sandra Peeters onlangs coachte omdat hij er maar niet in slaagde om zijn team goed te leiden. ‘Verschillende keren verwees hij naar de tijd dat hij nog gewoon expert was en louter inhoudelijk werk deed’, zegt ze. ‘Toen ik opperde dat hij misschien naar die job kon terugkeren, schrok hij enorm. Had hij daar zo lang voor gestudeerd? En wat zouden de mensen denken? Uiteindelijk is hij elders gaan werken, in een nóg hogere functie. Dat kan niet goed aflopen.’

Ook wie wel op de juiste plek zit en alleen maar lof krijgt toegezwaaid, is niet veilig voor demoties. Veranderingen in de organisatie van een bedrijf kunnen iedereen raken. Zelfs de beste krachten. Zeker als firma’s herstructureren, afdelingen worden samengevoegd of fusies worden aangegaan, is de kans groot dat er met werknemers wordt geschoven. ‘Als er na een fusie bijvoorbeeld twee hr-managers zijn, is het evident dat maar één van hen op post kan blijven’, legt Verheyen uit.

Financiële aderlating

Wie een demotie gepresenteerd krijgt, moet een keuze maken: de lagere job aanvaarden of ontslag nemen. ‘Dat ik bij ING ben gebleven, was voor een stuk uit angst voor het onbekende en door mijn behoefte aan veiligheid’, zegt Brigitte Ballings. ‘Maar ook omdat ik het gevoel had dat het bedrijf nog altijd in me geloofde en me waardeerde. Ondanks mijn boosheid behield ik mijn vertrouwen in mijn manager, die de herstructurering had doorgevoerd.’

Toch maakte ook Ballings een heel verwerkingsproces door. ‘Psychologisch is zo’n demotie ontzettend zwaar’, zegt ze. ‘Het haalt je zelfvertrouwen onderuit en je voelt je een loser. Niet alleen verlies je je baan, maar ook je netwerk en je status. Ik had het er ook heel moeilijk mee dat ik plots uit meetings werd geweerd en daardoor van veel informatie was afgesloten.’

De meeste werknemers die een demotie krijgen, schamen zich daarvoor. Ze durven het amper aan collega’s, vrienden en familie te vertellen. ‘Goede communicatie is cruciaal om hen zo veel mogelijk in hun waardigheid te laten. Een gedemoveerde werknemer heeft een verhaal nodig om aan zijn omgeving te vertellen, en de personeelsdienst kan hem daarbij helpen’, zegt Verheyen. Wordt er niet duidelijk gecommuniceerd, dan is het gespeculeer aan de koffieautomaat al snel niet meer te stoppen en wordt het voor de betrokkene nóg moeilijker om in het bedrijf te blijven werken.

De nieuwsgierige blik van collega’s, kennissen en vrienden is sowieso niet makkelijk. Ook Brigitte Ballings had het een hele tijd moeilijk met de manier waarop er naar haar werd gekeken. ‘Pas een paar maanden nadat ik te horen had gekregen dat ik iets anders moest gaan doen, verloor ik officieel mijn statuut van directielid’, vertelt ze. ‘Die dag kreeg ik een vetplantje cadeau van een vroegere collega van het managementteam. Ze dacht dat ik wel wat extra steun kon gebruiken. Ik antwoordde dat ik het er helemaal niet meer moeilijk mee had, maar ’s avonds, thuis, begon ik toch te snotteren. Zelf had ik niet echt het gevoel dat ik er niet meer bij hoorde, maar anderen zagen het blijkbaar wel zo.’

Vaak is een demotie ook een financiële aderlating. Al kan het brutoloon van een werknemer in België niet zomaar worden verlaagd. Dat is alleen mogelijk als hij het er zelf mee eens is en zijn arbeidscontract wordt aangepast. Maar in allerlei extralegale voordelen en bonussen kan wel vlot worden geknipt. ‘Na mijn demotie kon ik mijn tankkaart niet meer in heel Europa gebruiken, werd het bedrag van mijn levensverzekering verlaagd en kreeg ik ook minder hoge bonussen’, vertelt Ballings. ‘Voor mij was dat niet zo heel erg, maar voor mensen die een zware hypotheeklening moeten afbetalen of studerende kinderen hebben, kunnen zulke ingrepen grote gevolgen hebben.’

Drukke loopbaancoaches

Een minderheid van de werknemers kiest zelf voor demotie. Uit een internationale studie van het Amerikaanse onderzoekscentrum Gallup blijkt nochtans dat vijftig procent van de mensen ontevreden is over zijn job en zestig procent een andere loopbaan zou kiezen als die kans zich zou voordoen. Wie daadwerkelijk een stap terugzet, doet dat vaak omdat hij zijn werk niet gecombineerd krijgt met de rest van zijn leven, maar soms ook omdat hij zich om een andere reden niet op zijn gemak voelt in zijn job. ‘Steeds meer mensen vragen zich af of hun werk wel echt bij hen past en praten daar ook met hun werkgever over’, zegt Sandra Peeters. ‘Meestal beginnen ze daarover na te denken op een cruciaal moment in hun leven: als ze scheiden, geconfronteerd worden met de ziekte van een familielid of zelf gezondheidsproblemen krijgen.’ Loopbaancoaches komen dezer dagen dan ook handen te kort en de loopbaancheques van de VDAB vliegen de deur uit.

Toch staan lang niet alle bedrijven open voor een werknemer die liever wat lager op de ladder wil staan. Vaak vertrouwt de personeelsdirecteur het zaakje ook niet helemaal. Waarom zou iemand vrijwillig ‘onder zijn niveau’ willen werken? Is hij misschien een beetje lui? Heeft hij stiekem andere plannen? Geen wonder dat veel werknemers er dan maar wijselijk niet over beginnen.

Ook op praktisch vlak is het niet altijd eenvoudig om iemand een stap terug te laten zetten. Soms is er simpelweg geen geschikte job vrij. En dan is er ook nog het probleem van het loon: kiest iemand vrijwillig voor een lagere functie, dan lijkt het logisch dat hij ook minder zal verdienen. ‘Een werkgever kan je moeilijk je hoge loon laten behouden, want dat zou wel eens jaloezie en gemor kunnen opwekken in het team waarin je terechtkomt’, aldus Verheyen. ‘Maar als je een zekere levensstijl hebt opgebouwd, ligt het natuurlijk niet voor de hand om veel loon in te leveren.’

Promotie op proef

Moeten we er maar mee leren leven dat een loopbaan tegenwoordig alle richtingen kan uitgaan? ‘Carrièrewendingen horen er nu eenmaal bij en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen’, zegt Tanja Verheyen. Maar dat wil nog niet zeggen dat het personeelsbeleid en de organisatiestructuur van veel bedrijven niet beter kan. Om te beginnen zou het systeem van assessmentproeven nog meer kunnen worden verfijnd zodat minder mensen hoger worden bevorderd dan goed voor hen is. Ook een proefperiode voor werknemers die promotie krijgen, zou een stap vooruit kunnen betekenen. ‘Sommige bedrijven doen dat nu al’, zegt Sandra Peeters. ‘In het eerste halfjaar of jaar nadat iemand gepromoveerd is, worden zijn loon en arbeidsvoorwaarden nog niet aan zijn nieuwe functie aangepast. In die periode kan de werkgever hem ook constant evalueren en bijsturen.’

Om demoties écht de wereld uit te helpen, zal moeten worden afgestapt van de strikte hiërarchische structuur met functieclassificaties en bijbehorende loonschalen. ‘Veel beter is om op basis van rollen en taken te werken’, aldus Peeters. ‘Dan neemt een werknemer de rol op zich die het best bij zijn interesses en competenties past. Daarna kan hij doorschuiven naar een andere taak. Op die manier verlopen carrières dus eerder horizontaal dan verticaal.’ Sommige bedrijven experimenteren al met die aanpak, maar vele andere kunnen nog geen afstand doen van hun vertrouwde hiërarchie.

Ook heel wat werknemers blijven in die vaste patronen hangen en staan er niet bij stil dat ze ook een andere weg kunnen kiezen dan die naar de top. ‘Voor mijn demotie bleef ik nooit lang stilstaan bij de mogelijkheid dat ik ook iets anders zou kunnen doen’, zegt Ballings. ‘Ik ben niet de enige die een pijnlijke gebeurtenis als een demotie nodig had om wakker geschud te worden en echt na te denken over wat ik wilde.’ Ondertussen is ze er ook van overtuigd dat het al bij al zo’n slechte zaak niet was. ‘Mijn stap terug heeft me uiteindelijk vooruitgeholpen’, zegt ze. ‘Ik durf nu meer te laten zien hoe ik echt ben. Vroeger deed ik dat niet: in een bedrijf waar een prestatiecultuur heerst, moet je sterk en hard zijn en zo weinig mogelijk emoties tonen. Ik maak me ook geen zorgen meer over wat de volgende stap in mijn carrière zal zijn. Als ik mijn job maar graag doe. Wie had dát ooit gedacht?’

BERNIE CAESSENS (41) – ‘In het begin miste ik de intellectuele uitdaging’

– Was: programmanager bij een biomedische multinational

– Is: zaakvoerder van zijn eigen hr-bedrijf

‘Iedereen dacht dat ik een grote internationale carrière tegemoet ging. Ikzelf ook. Als jonge dertiger werkte ik in de Belgische vestiging van een Australisch biomedisch bedrijf. Na een paar maanden op de R&D-afdeling werd ik aangesteld als projectmanager voor de ontwikkeling van een nieuw hoogtechnologisch product. Ik werkte samen met een fantastisch team en leerde ontzettend veel bij. Dat ik heel hard moest werken en daardoor niet veel thuis was, nam ik er graag bij. Mijn vrouw klaagde ook niet, want ze wist dat ik carrière aan het maken was. De kans was groot dat er voor ons nieuwe product een aparte businessunit zou worden opgestart, en ik droomde er stilletjes van dat ik die zou mogen leiden. Tijdens evaluatiegesprekken werd wel eens over die mogelijkheid gepraat, maar concrete beloftes deden ze me niet.

Vijf jaar geleden trok ik met mijn vrouw en twee nog jonge kinderen naar Sydney om er twee maanden in het hoofdkantoor mee te draaien. Ik werkte van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en had elke dag contact met directie. Fantastisch vond ik dat. Tot ik op een donderdagavond – ik vergeet het nooit – telefoon kreeg van mijn directe chef. De beslissing was gevallen: er werd een aparte businessunit opgericht, maar ik zou die niet leiden. Ze kozen voor iemand die veel meer commerciële ervaring had. Dat was een klap in mijn gezicht. Mijn hart ging zelfs zo tekeer dat ik de volgende dag in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Waar was ik mee bezig? Plots werd me duidelijk dat mijn leven helemaal uit balans was. En waarvoor? Voor mijn ego en mijn hoge loon. Toen ik dat inzag, besliste ik om mijn ontslag te geven zodra we weer in België waren.

Mijn vrienden en familie begrepen dat niet goed. Hoe kon ik zo’n succesvolle carrière opgeven na één tegenslag? Zelfs mijn vrouw, die nochtans blij was met het vooruitzicht dat ik veel meer thuis zou zijn, vroeg zich af of ik niet beter nog even kon afwachten. Maar ik bleef bij mijn beslissing en nam een baan aan bij een kleine kmo. Natuurlijk was dat een enorme stap terug. Om te beginnen moest ik veel loon inleveren en vielen de internationale contacten waar ik zo van hield helemaal weg. Aanvankelijk miste ik de intellectuele uitdagingen van mijn vorige bedrijf ook erg. Toch heb ik er nooit echt spijt van gehad. Al was het maar omdat ik nu gelukkiger en meer ontspannen ben. Een halfjaar na mijn overstap stond ik op een familiefeestje met mijn ouders te praten. “We zijn zo blij dat we je eindelijk terug hebben”, zeiden ze. Eerst begreep ik niet wat ze bedoelden. Tot ze me uitlegden dat ze me toen ik bij dat biomedische bedrijf werkte haast niet meer herkenden omdat ik zo kort en zakelijk was geworden. Ze hadden een punt.

Zo’n anderhalf jaar geleden heb ik dan mijn eigen bedrijf opgericht, dat gespecialiseerd is in human resources. Ik werk weer veel en hard, maar wel waar en wanneer ik dat zelf wil. Toch bestaat het gevaar dat ik mezelf op een dag weer voorbijloop. Als ik één ding over mezelf heb geleerd, is het wel dat ik heel erg ambitieus ben. Mocht mijn bedrijf groeien en bloeien, dan is het best mogelijk dat ik me weer door mijn ambities laat meeslepen. Daarom heb ik mijn omgeving gevraagd om me met beide voeten op de grond te houden. Je weet maar nooit.’

KAREN DE CLERCQ (43) – ‘Door mijn demotie móést ik wel nadenken over wat ik echt wilde.’

– Was: accountmanager business-to-business Benelux bij Swarovski

– Is: businessmanager bij Randstad Inhouse Services

‘Ik was net dertig en behoorlijk ambitieus toen ik bij Swarovski aan de slag ging. Ik moest er kristalcomponenten verkopen aan mode-, juwelen- en interieurontwerpers uit de hele Benelux. Drie dagen per week was ik daarvoor in Nederland en ik bleef er ook vaak slapen. Daarnaast moest ik geregeld naar beurzen en meetings elders in Europa, vaak voor een hele week. Ik deed dat werk echt heel graag. Altijd weer ontmoette ik heel interessante mensen en ik kreeg ook de kans om verschillende talen te spreken. Boeiend, spannend en vooral heel afwisselend. Doordat ik jaarlijks een miljoenenomzet haalde, kreeg ik ook grote bonussen. Mooi meegenomen natuurlijk.

Maar toen trouwde ik en kreeg ik twee kinderen. Jaar na jaar viel het me zwaarder om zo veel van huis te zijn. Dus probeerde ik wat minder vaak naar Nederland te rijden en kwam ik zo vaak mogelijk thuis slapen. Daardoor kon ik natuurlijk minder klanten bezoeken en daalde mijn productiviteit. Dat besefte ik zelf heel goed, maar mijn baas zei er nooit iets van. Tot ik te horen kreeg dat ik ontslagen werd. Zonder waarschuwing. Ze geloofden wel nog in mij, maar ze vonden me niet ambitieus genoeg meer voor de job die ik deed. Bovendien konden ze me op dat moment geen andere functie geven die beter bij mijn situatie paste. Dat kwam hard aan. Heel hard.

Toch was het achteraf gezien niet slecht dat het bedrijf die beslissing toen voor mij heeft genomen. Daardoor moest ik wel nadenken over wat ik echt wilde. Het zou niet moeilijk geweest zijn om weer een internationale salesfunctie te vinden, maar ik besefte dat ik dat niet meer zag zitten. Ook werk waarvoor ik constant naar Wallonië moest rijden, sloeg ik af. Ik ging op zoek naar een job onder de kerktoren met aantrekkelijke werkuren. Uiteindelijk keerde ik terug naar Randstad, waar ik vroeger nog had gewerkt. Natuurlijk was dat een stap terug. Ook financieel: mijn loon was een pak lager, ik had aanvankelijk geen auto of creditcard van het bedrijf en ook de hoge bonussen vielen weg. Dat betekende een beetje minder luxe, maar heel erg zat ik daar niet mee. De meeste mensen in mijn omgeving reageerden best positief, want ze begrepen dat ik meer bij mijn gezin wilde zijn. Alleen mijn vader was in het begin nogal sceptisch.

Nooit heb ik spijt gehad van mijn beslissing. In mijn nieuwe job heb ik genoeg afwisseling en verantwoordelijkheid om het boeiend te houden. Omdat ik maar vier dagen in de week meer werk en ’s avonds thuis ben, hou ik veel tijd over voor mijn gezin én voor mezelf. Ik denk niet dat ik ooit nog naar zo’n internationale salesjob terug wil, ook niet wanneer de kinderen groot zullen zijn. Er is meer in het leven dan werken alleen. Dat heb ik nu wel door.’

LUC DE SERANNO (51) – ‘De eerste maanden ben ik door de woestijn gegaan’

– Was: hoofd van de cel communicatie en woordvoerder op het kabinet van Kris Peeters

– Is: adviseur op het kabinet van Kris Peeters

‘Tien jaar lang zat ik heel dicht bij de zon. Als woordvoerder van Kris Peeters zag en hoorde ik ontzettend veel en maakte ik van alles mee. Ik deed die job ook heel erg graag. Maar op den duur raakte ik een beetje uitgeblust en merkte ik dat ik cynisch aan het worden was. Ik had alles al gezien, kende alle mediastrategieën door en door. Bovendien had ik genoeg van de waan van de dag en wilde ik meer in de diepte kunnen werken. Na al die jaren zeven dagen per week de klok rond beschikbaar zijn, wilde ik ook weer meer greep op mijn agenda krijgen. Tijd dus om mijn leven een nieuwe wending te geven. Dat ik daar niet lang mee moest wachten, stond buiten kijf: ik was al bijna vijftig.

Al een jaar voor de verkiezingen van 2014 kondigde ik aan dat ik de nieuwe regeerperiode niet meer als woordvoerder zou beginnen. Keer op keer probeerde Kris me dat uit mijn hoofd te praten – en dat waardeerde ik enorm -, maar uiteindelijk had hij er wel begrip voor. En hij niet alleen. Ook familie, vrienden, collega’s en journalisten hadden veel respect voor mijn beslissing. Sommigen zeiden zelfs dat ze het moedig van me vonden. Uit die gesprekken heb ik geleerd dat er veel mensen rondlopen die hun leven wel een nieuwe wending zouden willen geven, maar dat niet durven.

Voor mij was wel meteen duidelijk dat ik op het kabinet van Kris wilde blijven werken. Het klikt nog altijd heel goed tussen ons, ik hou van de politieke wereld en ik wil ook een beetje verder kunnen bouwen op de ervaring die ik heb opgedaan. Toen Kris in het najaar van 2014 federaal vicepremier werd, ging ik in de cel economie als adviseur aan de slag. Een hele aanpassing. Hoewel mijn overstap een rationele keuze was, besefte ik pas echt wat de consequenties waren toen het zover was. Die eerste maanden ben ik door de woestijn gegaan. Zo moest ik eraan wennen dat mijn telefoon niet meer de hele tijd rinkelde. Als woordvoerder had ik mijn gsm altijd bij de hand, zelfs in de douche. Dat hoefde plots niet meer. Op zich is dat natuurlijk positief, maar ik miste de adrenaline. Ik was ook jaren gewoon geweest om een team te leiden en nu zat ik plots zelf in een team. Vooral voor mijn collega’s moet dat wennen geweest zijn. Ook op inhoudelijk vlak ben ik uit mijn comfortzone gehaald. Na anderhalf jaar ben ik nog altijd aan het bijleren en dat zal nog wel een tijdje doorgaan. Loon heb ik dan weer niet moeten inleveren, maar in plaats van een auto van het kabinet heb ik nu een treinabonnement. Natuurlijk heeft Kris ondertussen een nieuwe woordvoerder. Daar heb ik totaal geen moeite mee. Ik probeer vooral geen schipper aan wal te zijn en dus ook geen commentaar meer te geven op de actualiteit. Ik ga nu helemaal voor mijn nieuwe job. Ik werk geen zeven dagen per week meer, maar ik leg de lat voor mezelf wel nog altijd heel hoog. Ook in mijn nieuwe opdracht wil ik excelleren. Dat is de aard van het beestje.

Mijn beslissing om te stoppen was een goede. Ik ben weer meer open-minded en mijn cynisme is helemaal verdwenen. Bovendien heb ik weer leren genieten. Meteen nadat ik was gestopt als woordvoerder ben ik vijf dagen met mijn zoon naar Rome geweest. In mijn vorige leven was zoiets onmogelijk. En onlangs ben ik in de vooravond naar een voordrachtoptreden van mijn dochter gaan kijken. Ook daar had ik vroeger geen tijd voor. Altijd kwam er wel iets tussen. Ik ben dus tevreden over mijn remotie – zoals ik het noem. Less is more.’

DOOR ANN PEUTEMAN, FOTO’S TIM DIRVEN

‘Er is niet veel begrip voor mensen die geen promotie willen.’ Brigitte Ballings

‘Ik zei dat ik het helemaal niet moeilijk had met mijn demotie, maar thuis begon ik toch te snotteren.’ Brigitte Ballings

‘Mijn ouders vertelden me dat ze blij zijn dat ze me terug hebben. Zo kort en zakelijk was ik geworden.’ Bernie Caessens

‘Plots werd ik ontslagen. Ze vonden me niet ambitieus genoeg meer.’ Karen De Clercq

‘Ik heb de juiste beslissing genomen. Ik ben meer open-minded en mijn cynisme is verdwenen.’ Luc De Seranno

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content