Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Het is nooit anders geweest: kunstenaars en politici zijn tot elkaar veroordeelde antipoden.

Nu is het nog hommeles tussen Bart De Wever en Luc Tuymans, maar tegen de tijd dat u dit leest, is het bijgelegd, of toch uit de media verdwenen wegens een ander belangrijk conflict.

Wat is er gebeurd? Tuymans noemt N-VA ‘gevaarlijker dan het Vlaams Belang’. De Wever reageert met een column die over de geschiedenis van het Frans in het Vlaams lijkt te gaan. Maar hij is zoals Beethoven: he can be pretty nasty in his endings. Het stuk loopt uit op een por voor Tuymans, een ‘ongemanierde schilder’. Er komt je een vloekend spugende Tuymans voor, die maar moeilijk bij de laatste hoekjes en kantjes van een pas geschilderde gevel kan. De Wever debiteert ten slotte nog een fraaie, kwaadaardige volzin over de linkse culturele elite in het algemeen en de incrowd van de Brusselse KVS in het bijzonder.

Wil ik partij kiezen? Geenszins. Kiezen tussen Mozes en Muze is niet aan een eenvoudige muziekliefhebber besteed.

Wel vraag ik me af of het hier om een – flauwe – verschijningsvorm gaat van de aloude spanning tussen kunst en politiek, of tussen links en rechts, of tussen flaminganten en belgicisten. Misschien is er een correlatie tussen die spanningsvelden, maar anders dan rechtse politici graag beweren, vallen ze verre van samen.

Debussy was een nationalist, maar als muzikale vooruitgangsdenker is zijn werk onschatbaar. Wagner was een vreselijke mens, maar hoe ver hadden Bruckner en zelfs Schönberg zonder hem gestaan? Palestrina’s muziek maakte deel uit van de gewetenloze praal- en tortuurcultuur van de Contrareformatie. Maar op Berlioz na kan niemand om haar tijdloze kwaliteit heen.

Het is nooit anders geweest: kunstenaars en politici zijn tot elkaar veroordeelde antipoden. De kunstenaar wil een leefbaar kader – of het nu subsidies zijn of gefortuneerde medeburgers die zijn werk kunnen kopen – maar kan niet verdragen dat de politiek op zijn werkterrein komt. De politicus kent of ziet wel het wervende potentieel van kunst, maar hij wil er ook door geflatteerd worden.

Wat evenmin verandert, is dit: ondanks het hedendaagse dictaat van de maatschappelijke relevantie, waarvoor zelfs de definitie van relevantie naar goeddunken wordt aangepast, ontstaat goede kunst in zekere zin altijd onder een stolp. Soms een glazen stolp, maar wel een stolp. Het vertellen, het meeslepen en het ambachtelijk verwerkelijken, overvleugelen voor de artiest altijd hun aanleiding en anekdotiek.

Ik eindig met een licht nationalistisch geïnspireerde plaat van de week. Pianist Krystian Zimerman heeft zopas een van zijn zeldzame opnamen bij Deutsche Grammophon gewijd aan Grazyna Bacewicz, een Poolse componiste over wie ik nooit had gehoord, maar die door Lutoslawski een der grootste componistes aller tijden werd genoemd. Ze krijgt van Zimerman en vier strijkende mede-Polen een laat eerbetoon.

Bij deze twee klavierkwintetten en Tweede Pianosonate past een vraag: als er dan al eens een grote vrouwelijke componist is, waarom valt ze dan nog tussen de plooien van de tijd? Maar ik wil er geen politieke kwestie van maken.

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content