Wellicht hebben ze mooiere bibliotheken in Oxford, Cambridge, Vassar of Zweinstein; het was niettemin een aangename verrassing, de Leuvense leeszaal met de krakende leeuwentrappen en minzame borstbeelden op televisie te zien, als decor voor een episode in het leven van Annie M.G. Schmidt.

Bij de rekken met levensbeschrijvingen overwoog ik niet voor de eerste keer dat het Nationaal Biografisch Woordenboek een minder solide indruk maakt dan zijn voorloper, de Biographie Nationale. Waarom? Het is ook altijd mijn ervaring geweest dat veel (kunst)historici van een eeuw geleden onovertroffen blijven, alleen al door hun heldere kijk op hun vakgebied en de bijna ongelooflijke hoeveelheid bronnenmateriaal die ze doorploegden. ‘Dat komt omdat ze zich geen seconde met het huishouden moesten bezighouden’, zei iemand onlangs, een verklaring die me heel waarschijnlijk voorkwam, want in multitasking geloof ik geen seconde. Volgens het nieuwe seksisme kunnen vrouwen veel dingen tegelijkertijd, ik ben een vrouw dus ik moet dag in dag uit van het kastje naar de muur en vervolgens met een kluitje het riet in hollen? Ik concentreer me liever.

Naast seksisme is tijdsracisme te mijden: de gedachte dat je per definitie slimmer bent dan die sukkelaars van vijfhonderd of vijftig jaar geleden. Zo heb ik een nogal hoge dunk gekregen van de Gazet van Antwerpen in de jaren 1930-1950, alleen omdat Floris Prims daar toen zijn historische columns in publiceerde. Stel u voor, met de regelmaat van de klok een puik artikel over archiefstukken, Brabantse hertogen, schouten, schutters en ammans in de krant. Later gebundeld in de reeks Antwerpiensia, een ware goudmijn aan informatie. ‘Hij had een reëel historisch inzicht’, lees ik over Prims in het NBW. Zuinigjes geformuleerd, een groot compliment. Want wat is dat, historisch inzicht? De dichter Auden schreef: ‘Dankzij muurschilderingen en standbeelden kunnen we vermoeden waar de Ouden voor bogen, maar we kunnen niet bevatten in welke situaties ze bloosden of hun schouders ophaalden.’ Wie historisch inzicht heeft, is zich alvast van dat soort moeilijkheden bewust. Hoe noemde Helena Fourment Pieter Paul Rubens? Misschien wel Pierre. Antwerpen was namelijk sinds de zestiende eeuw behoorlijk verfranst, veel meer dan Brussel, betoogt Prims in een van zijn boeiende mini-essays. ‘Elk historisch feit heeft zijn oorzaak.’ De internationale taal van de middeleeuwen was het Latijn, maar aan het eind van de vijftiende eeuw begint men het middeleeuws Latijn te misprijzen; het rijke klassieke Latijn is voor de meerderheid der geletterden dan weer te hoog gegrepen; beide factoren doen het Latijn wegdeemsteren als algemene officiële taal, het Frans neemt die taak over, zeker in een internationaal georiënteerde handelsstad. En het woord Vlaams is in Antwerpen een puur gallicisme, Brabanders spraken namelijk Diets. Ik apprecieer het om op die manier aan het denken te worden gezet. Het leerzaamst is misschien wel Prims’ nuchterheid. ‘Als de synthese gebrekkig is, moeten we terugkeren tot de analyse.’ Een typische gebrekkige synthese is: de godsdienstoorlogen waren een strijd om de gewetensvrijheid. Uit die gebrekkige synthese is het cliché ontstaan dat de geuzen vrijdenkers waren. Enzovoort. Een historicus die bereid is tegen de stroom in te roeien om terug te keren naar detailstudie, lijkt mij te vertrouwen. Ook stuit je als lezer van Prims weleens op een mooie momentopname, bijvoorbeeld wanneer je hem over het pralende chauvinisme van sommige voorgangers hoort verzuchten: ‘Men goochelt zich zo graag een reuzenwereld uit het verleden op, terwijl er in werkelijkheid, schier immer, niets anders is in te vinden dan de miniatuur van het heden.’ Meer een opwelling van ergernis dan een grondgedachte, maar toch: tijdsracisme is te mijden, positieve discriminatie van het verleden ook? Een interessante kleine waarschuwing.

Leen Huet is schrijfster en bekijkt details in historisch perspectief.

door Leen Huet

Te mijden is ook de gedachte dat je per definitie slimmer bent dan die sukkelaars van vijfhonderd of vijftig jaar geleden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content