In China trekken talloze arbeiders van het platteland naar de steden om er aan de slag te gaan als bouwvakker. De omstandigheden waarin ze wonen en werken zijn penibel. Tegen uitbuiting wordt door de overheid amper opgetreden. Fotograaf Franky Verdickt ging op werfbezoek in de miljoenenstad Xiamen.

hina wordt steeds welvarender, en dat is aan de Chinese steden te zien. Vooral de rijke steden in het oosten hebben de laatste decennia een spectaculaire metamorfose ondergaan. De grote bouwprojecten die er oprijzen, hebben een gigantische stroom Chinezen van het platteland gelokt, die hopen in de stad een beter (betaald) leven te vinden.

Deze fotoreportage is gemaakt in Xiamen, een miljoenenstad in de zuidoostelijke provincie Fujian. Fotograaf Franky Verdickt trok er naar de bouwwerven waar de arbeid(st)ers zowel werken als wonen. Hij ontmoette hen in hun tijdelijke appartementen, tussen het stof, in met beperkte middelen ingerichte leefruimtes. Of, degenen die iets meer geluk hadden, in een door de bouwonderneming ter beschikking gestelde slaapzaal. Al bleek ook die vaak niet meer dan een kale ruimte met een bed, een dak boven het hoofd en eventueel ramen, afhankelijk van de fase waarin de werf zich bevond. De arbeiders leven zo enkele jaren, tot de werken klaar zijn, en het tijd is om naar een andere werf te trekken.

Bouwvakkers kunnen 1500 à 4000 renminbi (150 à 400 euro) per maand verdienen. Het verdiende geld wordt voornamelijk gespaard en naar de familie op het platteland gestuurd. Omdat de arbeiders constant op de werf verblijven, kunnen ze veel uren kloppen, en dus meer loon opstrijken. Als dat tenminste betaald wordt: er wordt vaak zonder contract gewerkt en bazen komen mondelinge loonafspraken niet altijd na. Over uitbuiting gaan klagen bij de (corrupte) politie heeft volgens de arbeiders geen zin. Soms wordt het recht dan maar in eigen handen genomen en wordt de baas door de bouwvakkers vermoord, zo vernam onze fotograaf bij een familie in Sichuan die al maanden niet werd betaald.

Arbeidsongevallen bestaan officieel niet, volgens de veiligheidsmensen op de werf. Bij dodelijke ongevallen wordt wel een (kleine) som betaald aan de nabestaanden. Het dragen van een veiligheidshelm is in theorie verplicht maar weinig bouwvakkers houden zich aan die regel. Niet zo verrassend, als je ziet dat de arbeiders ook gewoon op sandalen werken.

De gebouwen die worden opgetrokken, gaan intussen vlot van de hand. Vooral mensen uit de groeiende middenklasse trachten zich te verrijken door appartementen aan te kopen, speculerend op een hogere verkoopprijs. Een gemiddeld appartement kost tussen de 700.000 en de 1 miljoen renminbi (70.000 à 100.000 euro). Of enkele duizenden maandlonen van de arbeider die ervoor in het stof heeft geleefd.

DE FOTOGRAAF DANKT ZENG YANFANG, ZONDER WIENS ENTHOUSIASME, TOLK- EN ONDERHANDELINGSWERK DIT PROJECT ONMOGELIJK ZOU ZIJN GEWEEST.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content