Voor Peking is het onaanvaardbaar dat Taiwan de hereniging blijft weigeren. Vroeg of laat, voorspelt JONATHAN HOLSLAG, zal dit conflict tot een gewelddadige confrontatie leiden.

We horen vaak dat handel het beste kalmeringsmiddel is in de internationale politiek. Handel, zo gaat de redenering, leidt tot gedeelde belangen tussen landen, tempert conflicten en vergemakkelijkt compromissen. Eerder deze maand maakten de Taiwanezen duidelijk dat zulke veronderstelling misplaatst is. Jarenlang heeft de Chinese overheid in Peking met meer economische samenwerking en toerisme geprobeerd om de Taiwanezen te overtuigen van het belang van nauwere relaties. Tijdens de recente verkiezingen gaven de Taiwanezen evenwel een overduidelijk signaal dat ze nauwe relaties, laat staan de eenmaking met het Chinese vasteland, helemaal niet zien zitten. Daarmee is Peking terug bij af.

De aanhechting van Taiwan blijft voor de Chinese overheid een bijna heilige missie en dat heeft evenveel met status als met strategische belangen te maken. Al sinds de vlucht van de Chinese nationalisten naar het eiland houdt de Communistische Partij in Peking vol dat ze de ‘provincie’ terug wil. Decennia van propaganda hebben dat er bij de Chinezen op het vasteland ingeprent, waardoor het een onaanvaardbare nederlaag voor de partijtop zou zijn als Taiwan die hereniging blijft weigeren of de onafhankelijkheid uitroept. ‘Geen enkele Chinese leider zal het gebrek aan respect tolereren’, verwoordde professor Shen Dingli het. ‘Het zou als een verwaand kind zijn dat zijn ouders beledigt.’

Taiwan blijft natuurlijk ook van enorm strategisch belang. Het vormt een van de belangrijkste voorposten in de eilandenketen die China toegang geeft tot de Stille Oceaan. Uit geopolitiek standpunt vervult Taiwan dezelfde rol voor China als Sicilië voor het Romeinse Rijk of Hawaï voor de Verenigde Staten. Zonder de controle ervan, blijft het moederland kwetsbaar en wordt het veel moeilijker om uit te groeien tot een maritieme natie. En laat dat net een van de ambities zijn van deze generatie leiders. De komende decennia wil China met zijn zeemacht permanent in de Stille Oceaan aanwezig zijn om zo de Amerikaanse suprematie te doorbreken. Taiwan zou in die context een uitvalsbasis van onschatbare waarde zijn.

De Chinese president Xi Jinping bevestigde aan het begin van zijn ambtstermijn dat de hereniging van Taiwan het doel blijft, het liefst op een vreedzame manier. Maar in de jaren daarna maakte hij ook duidelijk dat zijn geduld niet eindeloos is. ‘De twee partijen moeten een finale oplossing vinden’, opperde hij, ‘en die kwestie kunnen we niet langer van de ene generatie naar de andere doorschuiven.’ Er komt dus een einde aan het geduld van Peking. En net nu maken de Taiwanezen duidelijk dat Peking die hereniging op zijn buik kan schrijven. De nieuwe president, Tsai Ing-wen, wil vasthouden aan de zogenoemde status-quo, wat neerkomt op bijna-onafhankelijkheid.

Nu speelden er bij de verkiezing van Tsai meer zaken mee dan de relaties met Peking. De keuze voor Tsai was ook een keuze voor economische hervormingen. Maar ook de argwaan ten aanzien van de zeer positieve Pekingpolitiek van de vorige president was in tel. Sinds het aantreden van de vorige president Ma nam de Taiwanese uitvoer naar het Chinese vasteland met 34 procent toe, maar de steun voor hereniging kalfde verder af. Het gros van de Taiwanezen wil nu het behoud van de bijna-onafhankelijkheid of volledige onafhankelijkheid.

Een kentering in de Taiwanese publieke opinie is ondenkbaar, zeker nu de Taiwanezen vaststellen hoe de Chinese binnenlandse censuur groter wordt. Onderhandelingen over autonomie binnen één staat zijn al evenzeer onhaalbaar. Ze zouden symbolisch zo geladen zijn dat een vergelijk onmogelijk wordt. En dus gaan we een periode in waarin relaties onvermijdelijk zullen bekoelen, het doel van hereniging verder zal afdrijven en Taiwan nog argwanender zal worden over de groeiende Chinese militaire macht. Vroeg of laat zullen die spanningen ten top stijgen, waarbij de vraag niet zozeer is of er geweld gebruikt zal worden, maar op welke manier. Staat China dan nog relatief zwak ten aanzien van mogelijke Taiwanese bondgenoten zoals Amerika en Japan? Of is de Chinese krijgsmacht zo sterk geworden dat de strijd om de toekomst van Taiwan zinloos blijkt?

Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB. Recent verscheen zijn essay Vlaanderen 2055.

De Chinese president Xi Jinping zei nog eens dat een vreedzame hereniging met Taiwan het doel is. Maar zijn geduld is niet eindeloos.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content