‘Voor een communautaire big bang moet het dynamiet eerst hoog genoeg worden opgestapeld’, zegt Bart Maddens. De geestelijke vader van de Maddensdoctrine over goede Vlamingen, slechte landgenoten en het einde van de Van Rompuydoctrine.

‘Weet u wat het verschil is tussen mij en Guy Mathot?’ grinnikt professor Bart Maddens van het Centrum voor Politicologie (K.U.Leuven). ‘Mathot heeft zijn oneliner destijds ter plaatse bedacht toen hem een microfoon onder de neus werd geduwd. Ik heb een beetje langer over mijn strategie gedaan.’ Guy Mathot beweerde dat het gat in de begroting er vanzelf was gekomen en dus ook vanzelf weer zou verdwijnen. Bart Maddens daarentegen raadt de Vlaamse regering aan om geen euro meer opzij te zetten om de federale begroting te ontlasten. De bedoeling is dat de Franstaligen dan op den duur vanzelf om een staatshervorming zullen komen vragen. Volgens de liberaal Dirk Van Mechelen willen Mathot en Maddens in wezen precies hetzelfde: verrotting door niets te doen.

In het voorjaar publiceerde Bart Maddens in De Standaard een vrije tribune onder de titel ‘ On n’est demandeur de rien‘. Daarmee was de Maddensdoctrine geboren. De N-VA adopteerde die strategie, de kerngedachten kwamen in het Vlaamse regeerakkoord terecht en plots had iedereen er een mening over. In zijn nieuwste boek Omfloerst separatisme? legt Maddens uit hoe zijn strategie het logische gevolg is van een proces dat in 1999 in gang werd gezet door de goedkeuring van de vijf Vlaamse resoluties in het Vlaams Parlement. Daarbij trekt hij hard van leer tegen iedereen die het Vlaams-nationalisme met tricolore argumenten probeert te bekampen.

Bart Maddens: ‘Het Belgische establishment doet er nu alles aan om een Belgisch gevoel bij de bevolking aan te wakkeren. Daarom stelt het België zoveel mogelijk voor als een multiculturele modelstaat en een gidsland op institutioneel vlak. Die reflex zie je zowel bij het hof, de haute finance en het VBO als bij de vakbonden en de ziekenfondsen. Dat zijn dan ook allemaal organisaties die op dit moment een comfortabele machtspositie hebben en bang zijn voor de veranderingen die een grote staatshervorming zou meebrengen.’

Waarom tilt u zo zwaar aan dat Belgische nationalisme?

BART MADDENS: Omdat daar een heel staatsapparaat achter zit, waardoor repressief kan worden opgetreden tegen alle ‘slechte Belgen’. Elke vorm van nationalisme onderscheidt nu eenmaal twee groepen: de goeden en de slechten. Voor het Vlaams-nationalisme zijn er enerzijds goede Vlamingen en anderzijds mensen die meeheulen met België. Het Belgische nationalisme maakt dan weer een onderscheid tussen goede landgenoten die het belang van de natie verdedigen en ‘omfloerste separatisten’ die dat niet doen. Het verschil is dat het Belgische natio-nalisme over de middelen beschikt om tegen die slechte landgenoten op te treden, en op die manier dus gevaarlijker is dan het Vlaams-nationalisme.

Hoe gaan die Belgische nationalisten volgens u te werk?

MADDENS: Vlak voor de Vlaamse verkiezingen van 7 juni werd in Brussel bijvoorbeeld een Belgavoxconcert georganiseerd. Daar zat een duidelijke politieke bedoeling achter: het versterken van de Belgische identiteit. Op zich moet dat kunnen. Alleen werd dat concert via de NMBS, Belgacom, de Nationale Loterij, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de openbare omroepen gesponsord door de overheid. En dat gaat voor mij echt te ver. Het doet me zelfs een beetje denken aan totalitaire regimes die massa-evenementen organiseren om zichzelf te legitimeren. Want wat is het echte signaal dat je zo kort voor de verkiezingen met zo’n concert geeft? Stem niet op het Vlaams Belang of de N-VA! De overheid pompt dus veel geld in een evenement dat het Belgische gevoel moet stimuleren, terwijl Vlaams-nationale partijen door de wet op de campagne-uitgaven maar een heel beperkt bedrag mogen uitgeven om hun mening kenbaar te maken. Meer nog: men probeert het Vlaams Belang via juridische weg zelfs zijn centen af te pakken.

Tegen het Vlaams Belang is geen klacht ingediend wegens separatisme maar wel wegens racisme.

MADDENS: Sommige mensen grijpen het xenofobe karakter van die partij dankbaar aan om het separatisme te bestrijden. Met zijn antimigrantendiscours heeft het Vlaams Belang destijds een electoraal potentieel van arbeiders en laaggeschoolden aangeboord dat geen enkele voeling had met het Vlaams-nationalisme. Maar gaandeweg zijn die kiezers zich ook met het Vlaamse gedachtegoed van hun partij gaan identificeren. Ik vraag me dan ook af wat er was gebeurd als die laaggeschoolde, ontevreden groep twintig jaar geleden was aangetrokken door een belgicistische partij met een xenofobe boodschap. Wellicht zouden linkse partijen er dan ook een cordon sanitaire rond hebben opgetrokken, maar ik betwijfel of het Belgische establishment zich even krachtig tegen die partij zou hebben afgezet. Want het is naïef om te geloven dat het Vlaams Belang louter uit antiracistische overwegingen wordt bekampt.

De koning moet het in uw boek nogal ontgelden. Terwijl hij normaal wordt voorgesteld als een bindmiddel tussen Vlaanderen en Wallonië, noemt u hem een splijtzwam.

MADDENS: Dat is toch zo? De laatste jaren hebben zijn interventies de communautaire controverse veeleer opgestookt dan getemperd. Mocht ik een belgicist zijn, dan zou ik pleiten voor de republiek. Vandaag wordt het hoogste politieke ambt immers buiten de politieke competitie gehouden. Maar in een republiek moet het staatshoofd worden verkozen, en daardoor zouden veel politici zich op communautair vlak gematigder opstellen. Want een kandidaat die sterk wordt geïdentificeerd met de belangen van één landsdeel, zou nooit president kunnen worden. Wie zou zowel in Vlaanderen als in Wallonië veel stemmen behalen? Figuren als Marc Eyskens en Herman De Croo natuurlijk.

Men probeert dezer dagen niet alleen om het Belgische gevoel aan te wakkeren, er worden ook voorstellen gedaan voor hervormingen die de kloof tussen de landsdelen moeten dempen. Hoe staat u bijvoorbeeld tegenover de invoering van een federale kieskring?

MADDENS: Dat zou om te beginnen haaks staan op de huidige confederale realiteit. Bovendien zou zo’n nationale kieskring van heel Vlaanderen één groot Brussel-Halle-Vilvoorde maken. Wat is vandaag het probleem van B-H-V? Brusselse boegbeelden van Franstalige partijen kunnen stemmen ronselen in de Vlaamse Rand en hebben er dus alle belang bij om daar de Franstaligheid te stimuleren. Mocht er een nationale kieskring worden ingevoerd, dan breidde die dreiging zich naar heel Vlaanderen uit. Dan zouden Franstalige boegbeelden campagne voeren in Tervuren en Huldenberg, in steden als Kortrijk en Gent, langs de taalgrens, aan de kust… Overal in Vlaanderen waar groepen Franstaligen wonen. En zodra in Knokke of Ronse een FDF-afdeling werd opgericht, zouden de Franstaligen er worden aangevuurd om voor hun rechten op te komen. Ik zie de kaart van Vlaanderen al hangen in de war room van Olivier Maingain, met de meest verfranste kieskantons paars ingekleurd.

Ondertussen zijn steeds meer partijen gewonnen voor het samenvallen van de federale en de regionale verkiezingen. Want nu zorgen de opeenvolgende verkiezingen voor aanhoudende verkiezingskoorts.

MADDENS: Zoals het er nu toegaat, is het inderdaad een zottekesspel. Maar wiens schuld is dat? Die van de politieke partijen zelf natuurlijk. Zij zorgen ervoor dat alle federale ministers ook kandidaat zijn bij de Vlaamse verkiezingen. Die situatie zou kunnen worden afgeremd met een aantal relatief simpele maatregelen. Zo zou men ervoor kunnen zorgen dat een kandidaat die op het ene niveau wordt verkozen automatisch zijn mandaat op het andere niveau verliest. En als een parlementslid minister wordt op een ander bestuursniveau zou de consequentie daarvan moeten zijn dat hij zijn parlementaire mandaat definitief kwijt is. Met een paar wetswijzigingen zou men dus al een groot deel van de problemen kunnen wegnemen. Maar dat willen de partijen niet.

Waarom niet?

MADDENS: Omdat ze hun kandidaten in volle vrijheid over het politieke schaakbord willen kunnen verschuiven. Daarnaast zou het voor de partijen op financieel vlak interessant zijn dat de verkiezingen weer samenvallen, want een aparte regionale verkiezing kost een partij ongeveer 2 miljoen euro. Al zou die overweging eigenlijk niet mogen meespelen, want de partijen krijgen tegenwoordig een Vlaamse dotatie om die kosten op te vangen.

De kans is behoorlijk groot dat de federale en de regionale verkiezingen uiteindelijk weer op dezelfde dag georganiseerd zullen worden?

MADDENS: Het zou me niet verbazen als dat door de Vlamingen als glijmiddel zal worden gebruikt voor de overdracht van meer bevoegdheden. Nochtans zou de autonomie van de deelstaten op die manier echt worden gefnuikt. Als het zover komt, zou ik ook pleiten voor de herinvoering van het dubbelmandaat. Na de verkiezingen zou ieder landsdeel dan eerst zijn eigen regering moeten samenstellen. Samen vormen die dan de confederale regering, net zoals het confederale parlement uit de twee deelstaatparlementen zou bestaan. Maar zo’n systeem is alleen democratisch aanvaardbaar als de bevoegdheid van de confederatie tot een minimum wordt gereduceerd.

En daar ziet het op dit moment niet naar uit: het communautaire immobilisme houdt aan.

MADDENS: Ja, en dat is vooral de schuld van de Vlamingen zelf. In de jaren negentig hadden ze nog een hefboom in handen om een staatshervorming af te dwingen: de structurele onderfinanciering van het Franstalige onderwijs. Bovendien moest er in 1999 hoe dan ook een nieuwe regeling worden afgesproken voor de verdeling van de btw-opbrengsten onder de gemeenschappen. Maar al tijdens de formatieonderhandelingen in 1999, die zouden leiden tot de vorming van de paars-groene regering, beloofde formateur Guy Verhofstadt de Franstaligen meer middelen. Later kregen ze in het Lambermontakkoord inderdaad een genereuze herfinanciering van hun onderwijs in ruil voor een beperkte bevoegdheidsoverdracht naar de gewesten.

Tegen 2007 hadden de Franstaligen dus niets meer te winnen bij een staatshervorming.

MADDENS: Inderdaad. Het enige wat nog kon werken om toch een staatshervorming af te dwingen, was wat ik de Van Rompuydoctrine noem. Al in 2005 zei Herman Van Rompuy in Knack: ‘Bij de volgende regeringsonderhandelingen zal men niets verkrijgen als niet alle Vlaamse partijen eensgezind zeggen: we stappen alleen in een federale regering wanneer die essentiële punten van de staatshervorming worden goedgekeurd.’ Een verstandige strategie, maar dat betekende wel dat CD&V – toch een staatsdragende partij – moest pokeren met het voortbestaan van België.

CD&V heeft dat uiteindelijk maar een paar maanden volgehouden. Wat heeft de partij er in het voorjaar van 2008 uiteindelijk toe gebracht om toch zonder staatshervorming in de overgangsregering van Guy Verhofstadt te stappen?

MADDENS: Eind 2007 draaide de publieke opinie. De inflatie nam toe, de voedsel- en brandstofprijzen stegen. De mensen werden ongerust, en daar werd gretig gebruik van gemaakt. Luc Coene, de vicegouverneur van de Nationale Bank, kwam bijvoorbeeld in de Kamer praten over de negatieve gevolgen van de politieke impasse voor onze economie. Later heeft hij zelf toegegeven dat hij wat overdreven had. In het belang van België.

U vermoedt dat de economische onheilstijdingen werden aangedikt om CD&V de regering in te duwen?

MADDENS: Zeker. Ik geloof dat het een en ander werd georkestreerd om de publieke opinie te doen omslaan. De vakbonden kwamen bijvoorbeeld op straat om voor het behoud van de koopkracht te pleiten. Maar wat was hun échte boodschap? Dat de unitaire sociale zekerheid koste wat het kost behouden moest blijven.

Zodra CD&V in de regering was gestapt, restte de Vlamingen maar één dreigement meer om een staatshervorming af te dwingen: de Maddensdoctrine. Past de Vlaamse regering uw strategie als een goede leerling toe?

MADDENS: De Vlaamse regering heeft zich ertoe verbonden geen overschotten op te stapelen om de federale begroting te helpen. Daarnaast wil ze haar huidige bevoegdheden zo ruim mogelijk invullen met onder meer een Vlaamse hospitalisatieverzekering en aanvullende kinderbijslag. En ze wil alle wettelijke middelen gebruiken om bevoegdheidsovertredingen te bestrijden. De essentie van wat ik voorstel, staat dus in het Vlaamse regeerakkoord. De vraag is nu of de regering die engagementen ook hard zal kunnen maken.

Critici beweren dat uw strategie niet zal werken: de Franstaligen blijven gewoon schulden opstapelen en zullen nooit vragende partij worden voor een staatshervorming.

MADDENS: Aanvankelijk was iedereen binnen de Vlaamse beweging nogal enthousiast over mijn zogenaamde doctrine. Zelfs het Vlaams Belang. Maar nu de strategie voor een stuk in de praktijk wordt gebracht, neemt de kritiek toe. Als het zo verder gaat, noemen ze mij binnenkort nog een slechte Vlaming en een verrader. (lacht)

Maar wat merken we nu aan Franstalige kant? De Maddensdoctrine werkt een beetje als een selfdenying prophecy. Voor het Vlaamse regeerakkoord was geschreven, leken de Franstaligen op budgettair vlak bijzonder laks. Een begrotingsevenwicht? Dat zouden ze wel bereiken in 2015 of zo. Sinds het Vlaamse regeerakkoord hebben ze echter ingezien dat ze hun communautaire onderhandelingspositie verzwakken als ze hun begroting te veel laten ontsporen. Maar ook al doen de Franstaligen misschien wat meer inspanningen dan ze van plan waren: structureel blijft de budgettaire situatie er veel minder rooskleuring dan in Vlaanderen.

In het Vlaamse regeerakkoord wordt met geen woord van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde gerept. Verwacht u dat er tijdens dit werkjaar nog een doorbraak komt in dat dossier?

MADDENS: Die discussie zit al volledig vast sinds de paarse partijen in 2005 dat bijna-akkoord bereikten, dat op de valreep door Spirit werd afgeschoten. Heel mooi is trouwens dat net Hugo Schiltz, die sinds de Egmontperiode als de meest compromisgeile politicus werd beschouwd, ervoor heeft gezorgd dat het akkoord alsnog werd tegengehouden. Want die tekst ging veel verder dan het Egmontpact, hè. Het was de totale uitverkoop van alles waar de Vlamingen sinds de Tweede Wereldoorlog voor hadden gevochten. Als twee belangrijke Vlaamse partijen, de Open VLD en de SP.A, in 2005 bereid waren om zo’n hoge prijs te betalen, zouden de Franstaligen vandaag wel gek moeten zijn om met minder genoegen te nemen.

U gelooft niet meer in een onderhandelde oplossing voor B-H-V?

MADDENS: Wat mij betreft, is een onderhandelde oplossing ondertussen een gepasseerd station. De Vlamingen hebben een meerderheid in de Kamer en kunnen de splitsing dus goedkeuren. Dan is het aan de Franstaligen om te zeggen wat die paar tienduizenden Franstalige kiezers in de Rand hen waard zijn. Willen ze België voor dat uiteindelijk marginale probleem aan de rand van de afgrond brengen? Die afweging moeten zij maken. Als de Vlamingen het hard spelen, tenminste.

Maar dat doen de Vlamingen niet.

MADDENS: Meer nog: ze verzwakken hun eigen onderhandelingspositie. Want ze smeken de Franstaligen om belangenconflicten te blijven inroepen zodat ze wat meer tijd krijgen om buiten het parlement naar een oplossing te zoeken. CD&V-voorzitster Marianne Thyssen geeft zelfs publiekelijk toe dat haar partij eigenlijk niet meer wil dat er in de Kamer over de splitsing wordt gestemd. Dat is toch niet te geloven? Daarbij komt nog dat men de besprekingen over B-H-V blijkbaar aan een ministaatshervorming wil koppelen. Oliedom vind ik dat.

Wat verwacht u van die communautaire ronde in het voorjaar van 2010?

MADDENS: Er wordt beweerd dat Herman Van Rompuy het zogenaamde borrelnootjesakkoord van februari 2008 opnieuw aan B-H-V wil koppelen. Daarin werden een paar onbeduidende bevoegdheden overgeheveld, zoals de regionalisering van het vestigingsbeleid voor handelszaken en onderdelen van het verkeersreglement. Anderhalf jaar geleden waren de Franstaligen bereid die prijs te betalen om de Vlamingen een regering onder leiding van Yves Leterme te laten slikken zonder grote staatshervorming. Maar toen de splitsing van B-H-V begin mei 2008 op de agenda van de Kamer werd gezet, kwamen ze daarop terug. En nu zal er dus nog eens moeten worden onderhandeld over die schamele borrelnootjes.

Wanneer verwacht u weer een échte staatshervorming?

MADDENS: In elk geval niet voor de volgende federale verkiezingen. Voor een big bang moet het dynamiet eerst hoog genoeg worden opgestapeld. Er kan pas een doorbraak worden bereikt als alles zo geblokkeerd is dat een staatshervorming de enige uitweg is. Dat kan in de hand worden gewerkt door de begrotingsproblemen, of misschien wel doordat de Vlamingen consequent belangenconflicten indienen en hun eigen bevoegd-heden maximaal benutten. Het zou ook kunnen dat er een institutionele chaos ontstaat als er ongrondwettelijke verkiezingen worden georganiseerd omdat B-H-V niet is gesplitst.

Moeten de Vlamingen na de federale verkiezingen van 2011 weer weigeren in de regering te stappen zonder staatshervorming?

MADDENS: Denkt u nu echt dat de Franstaligen ons nog ernstig zullen nemen als we weer met de Van Rompuydoctrine komen aanzetten? Ik denk dat dan uit heel Wallonië hoongelach zal opstijgen.

OMFLOERST SEPARATISME? VAN DE VIJF RESOLUTIES TOT DE MADDENS-STRATEGIE, BART MADDENS, UITGEVERIJ PELCKMANS, 180 BLZ., 15,50 EURO.

DOOR ANN PEUTEMAN/foto’s lieven van assche

‘Een federale kieskring maakt van heel Vlaanderen één groot Brussel-Halle-Vilvoorde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content