‘STOP MET STUDEREN EN JE KRIJGT 15.000 EURO’

De oorlog om talent woedt het hevigst in de hoogtechnologische sectoren. Daarvan getuigen twee Vlaamse start-ups in de ict: DataCamp en Collibra.

Dat er haast letterlijk gevochten wordt om de beste softwareontwikkelaars, daarvan getuigt Jonathan Cornelissen, oprichter en ceo van het snelgroeiende DataCamp aan de telefoon vanuit Boston. Cornelissen maakte onlangs bekend dat hij 15.000 euro – handje contantje – wil overhandigen aan studenten die hun studie willen beëindigen om bij hem te komen werken. Die opvallende campagne heeft nog geen resultaat opgeleverd. ‘We overwegen om het bedrag te verhogen’, klinkt het.

DataCamp is een spin-off van de KU Leuven. Het bedrijf ontwikkelt een platform dat onlinecursussen in data-analyse aanbiedt. En met succes: de omzet groeit met twaalf procent… per maand. Cornelissen: ‘Elke dag gebruiken 2000 nieuwe studenten onze diensten. Ook dit jaar willen we weer in omvang verdubbelen of verdrievoudigen. Daarom speuren we constant naar nieuw talent.’

Cornelissens aanbod geldt vooral voor studenten in de computerwetenschappen. ‘Als we niet in een hoger tempo mensen in dienst nemen, verliezen we groeikansen. Vandaar die cash. In de VS is het gebruikelijk dat de beste stagiairs beslissen om niet door te studeren, of hun studie te onderbreken en te proeven van het bedrijfsleven. De waarde van een diploma is er gedaald; skills en ervaring zijn belangrijker geworden. België heeft een andere cultuur: éérst moet je een diploma halen, anders zijn je ouders ontevreden.’

DataCamp is nog op een andere manier atypisch. ‘Bij aanwervingen filteren wij op een aantal technische vaardigheden, maar we willen ook ondernemende medewerkers. Als ze na enkele jaren een eigen start-up willen beginnen, zijn we daar niet rouwig om.’

Meet-ups en go-to’s

Hetzelfde geluid is te horen bij Collibra. Die spin-off van de Vrije Universiteit Brussel helpt grote bedrijven bij de analyse van hun zogenoemde big data. Om nog sneller te kunnen groeien, haalde het bedrijf onlangs 50 miljoen dollar op bij investeerders in Silicon Valley. Collibra’s hoofdkantoor ligt in New York: zijn omzet wordt grotendeels aan die kant van de Atlantische Oceaan gerealiseerd. Maar zijn producten worden in België en Polen ontwikkeld.

Het bedrijf, dat in 2016 zijn personeelsbestand verdubbelde, bereidt opnieuw een grootschalige wervingscampagne voor. ‘We zoeken minstens 80 nieuwe medewerkers’, zegt Véronique Vingerhoets, die de campagne coördineert. ‘Noem me alsjeblieft geen personeelsdirecteur. Dat is zo ouderwets. Ik ben de director of talent acquisition van Collibra.’ En dat is meer dan Engels jargon, verzekert ze: ‘Personeel is een strategisch middel. We trekken geen personeel aan, wij maken mensen warm om met ons mee te werken aan de toekomst.’

Om die mensen te vinden, rekruteert Collibra op de universitaire campussen, en dan vooral bij de ingenieursstudenten aan de KU Leuven. Vingerhoets: ‘Een competitief loon en bedrijfsauto zijn vanzelfsprekend. Maar daar komen nog andere incentives bij, want de concurrentie is hard. Wij vragen niet dat de kandidaten naar ons komen, wij zoeken hen op. Dat doen we bijvoorbeeld tijdens zogenoemde meet-ups en go-to’s: wanneer studenten op café samenkomen om een avond lang te praten over een technologisch thema. Daar spreken we de beste studenten aan. En zelfs dan blijkt weleens dat een kandidaat al elders een contract getekend heeft. Zo iemand kan zijn prijs behoorlijk opdrijven, gezien de krappe arbeidsmarkt. Tot op zekere hoogte begrijp ik dat, maar ze moeten ook niet overdrijven.’

‘Wij vragen niet dat de kandidaten naar ons komen, wij zoeken hen op.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content