Spelen zonder brood

© Bruno Kelly/Reuters

In de afgelopen zestien jaar heeft Brazilië op tal van terreinen grote vooruitgang geboekt. Met de zachte coup tegen president Dilma Rousseff en het aantreden van de oude, corrupte politieke kaste wordt dat allemaal weggespoeld. Intussen roept oud-voetbalster Rivaldo de wereld op om volgende week níét naar de Olympische Spelen te komen: ‘Blijf thuis. Je zet je leven op het spel hier.’

‘Brazilië is altijd geliefd geweest in de wereld’, vertelde de vooraanstaande Braziliaanse econoom Marcelo Neri mij in 2008: ‘Ze vinden ons wel sympathiek. Maar we zijn natuurlijk nooit erg serieus genomen. De Braziliaan was niet het ondernemerstype, die wilde altijd liever een baan als ambtenaar. Maar dat is nu aan het veranderen, wij worden steeds ernstiger genomen.’

De specialist in inkomensverdeling ging daar actief aan meehelpen. Een paar jaar later benoemde president Dilma Rousseff hem tot minister van Strategische Zaken, waarmee hij een van haar voornaamste adviseurs voor de langetermijnplanning werd. Kon hij mooi zijn steentje bijdragen aan het verwezenlijken van de boude uitspraak in hetzelfde gesprek: ‘Brazilië is op weg een grootmacht te worden.’

Nu was er alle reden voor grenzeloos optimisme. De Zuid-Amerikaanse reus was eindelijk ontwaakt en begon zijn economisch potentieel te benutten. In de regio ontpopte Brazilië zich eindelijk als de dominante politieke macht en het land begon er zelfs al van te dromen, zoals Neri zei, een wereldmacht te worden. Aan de hand van de voormalige bankwerker Lula da Silva, de eerste arbeider die het tot president schopte, zette zich een ongekende economische groei in. In die dagen leek alles wat Brazilië aanraakte te veranderen in goud. Voor de kust werd het ene gigantische olieveld na het andere ontdekt, Brazilië was voorbestemd het Saudi-Arabië van het westelijk halfrond te worden. De enige verhalen die hiervandaan kwamen, waren juichverhalen.

Het succes had ook een gezicht: Lula. Terwijl de andere leden van zijn vriendenclub van linkse leiders (Nestor Kirchner in Argentinië, Evo Morales in Bolivia, om maar te zwijgen van Hugo Chavez in Venezuela) door de wereld met argwaan en verachting werden bekeken, ontwikkelde Lula zich tot een internationale vedette die overal welkom was. Hij was de officieuze woordvoerder van heel Latijns-Amerika. Hij was de aanvoerder van de linkse omwenteling op het continent, maar tegelijkertijd een graag geziene bezoeker in Wall Street. Een charismatisch man die in alle kampen goed viel.

Lula noemde Brazilië ‘een merk dat goed verkoopt’. Hij kon daarvoor stapels bewijzen overleggen. De rest van de wereld vertaalde zijn bewondering in het uitreiken van de ene beloning na de andere: Brazilië kreeg het voorzitterschap van de Wereldvoedselorganisatie FAO en de Wereldhandelsorganisatie WTO, en het mocht zich ontfermen over de grootste propagandistische evenementen verkrijgbaar op deze planeet: het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016).

Natuurlijk ging er nog veel mis en was er nog veel mis. Maar aan de oplossing daarvan werd hard gewerkt. In de propaganda heette het, net als in zoveel Latijns-Amerikaanse landen, dat ‘we’ al bijna behoren tot ‘de eerste wereld’.

Dwangarbeid en slavernij

En toen kwam de crisis. Zelfs het enorme Brazilië was niet een eiland, losgezongen van de wereldeconomie. Toen de internationale crisis in 2008 kwam overwaaien uit de Verenigde Staten, duurde het nog even voor Brazilië onderuitging, maar uiteindelijk bleek het land nog lang niet te staan waar het dacht dat het stond. De grondstoffenexporteur van vroeger was nog steeds een grondstoffenexporteur, en toen de prijzen van de exportproducten kelderden, stortte de economie in. De corruptie was nooit verdwenen, maar in tijden van hosanna bekommeren de mensen zich daar niet zo om. Komt de crisis, komt het corruptiedrama. Brazilië zit nu in de zwaarste economische crisis in 25 jaar.

De eerste wereld bleek toch nog heel ver weg te liggen. Zelfs Lula had zich vergaloppeerd met die retoriek. Toen de eerste protesten tegen de regering van zijn opvolgster Dilma Rousseff op gang kwamen, noemde hij de gezondheidszorg in Brazilië bijna perfect. Brazilianen zouden haast zin krijgen ziek te worden, zei hij schertsend, om te kunnen genieten van een van die fantastische ziekenhuizen. Kennelijk was het lang geleden dat hij zelf een van die armzalige staatsziekenhuizen bezocht.

De werkelijkheid van Brazilië ligt nog lichtjaren van het ideaalbeeld. Grote steden zien er modern uit, al is ook hier natuurlijk het enorme verschil tussen rijk en arm zichtbaar. Maar landinwaarts in dit halve continent zijn de feodale structuren nauwelijks aangetast, daar is het veelal nog steeds de negentiende of misschien wel achttiende eeuw. Zelfs de slavernij is nog altijd niet uitgeroeid. Officieel schafte Brazilië de slavernij af in 1888, als een van de laatste landen ter wereld, maar de praktijk is hardnekkig. Vandaag de dag leven nog vele tienduizenden mensen onder een vorm van slavernij, al heet die vaak dwangarbeid, doorgaans met als excuus het afbetalen van leningen. Lula begon in 2003 met het publiceren van een zwarte lijst van bedrijven die zich er schuldig aan maken. Die lijst omvat nog altijd meer dan 250 namen van bedrijven, en dan worden de almachtige particuliere landeigenaren niet meegerekend.

Officieel is Brazilië een land van volmaakte rassengelijkheid. Racisme zou niet bestaan dankzij de ver voortgeschreden mestizering. Ook dat is een mythe. Net iets meer dan de helft van de bevolking is zwart of mesties. Maar 80 procent van de armen in het land zijn zwart.

De wereld van de politiek onderstreept de ongelijkheid. Slechts vijf procent van alle parlementariërs, federaal en op het niveau van de staten, zijn Afro-Brazilianen. President Lula zette een eerste stap en benoemde in zijn eerste regering in 2003 vier zwarte ministers, onder wie de zanger Gilberto Gil die minister van Cultuur werd. In hetzelfde jaar kreeg Brazilië zijn eerste zwarte rechter in het Hooggerechtshof. Het was het begin van een lange weg, maar zelfs die is nu geblokkeerd door de blanke oude mannen die Rousseff hebben afgezet: in hun regering is geen plaats voor zwarten.

Dengue: de bottenbreker

Precies op het moment dat de economie en de politiek het lieten afweten, kwam ook de nationale gezondheid in gevaar. Brazilië heeft te kampen met het zikavirus, dat vooral desastreuze gevolgen voor ongeboren kinderen lijkt te hebben. Nu wreekt zich ook de zeer scherpe anti-abortuswetgeving. Zelfs de linkse presidenten Lula en Dilma hebben het nooit aangedurfd vrouwen meer ruimte voor abortus te geven. Niet alleen vanwege de traditioneel grote macht van de katholieke kerk in het land, maar evenzeer vanwege het onstuitbaar oprukken van de nieuwe evangelische groepen, die al een stevige vinger in de pap hebben en een hoofdrol speelden bij het afzetten van Rousseff. De huidige interim-regering wil er nog een schepje bovenop doen en abortus zogoed als helemaal verbieden.

De wereldwijde aandacht voor het zikavirus lijkt mede uitvergroot doordat de aanstaande Olympische Spelen alle schijnwerpers op Brazilië hebben gericht. Het land worstelt al jaren elke zomer met een dengue-epidemie waar de rest van de wereld de schouders over ophaalt.

Twee weken geleden luidde de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de noodklok over zika, maar een paar dagen later voegde zij eraan toe dat dengue, oftewel knokkelkoorts, veel gevaarlijker is: aan dengue kun je doodgaan, aan zika niet. Beide virussen worden net als dat van de gele koorts en de nieuwkomer chikungunya verspreid door een en dezelfde mug, de aedes aegypti.

Dengue, bijgenaamd de bottenbreker, rukt razendsnel op in heel Latijns-Amerika (en in Azië) en richt de laatste jaren elke zomer steeds omvangrijker epidemieën aan, waarbij duizenden doden vallen. Zo’n half miljoen mensen raken jaarlijks besmet met de gevaarlijke varianten van de ziekte, die gepaard gaan met interne bloedingen, en zo’n 12.500 van hen overlijden eraan.

Brazilië registreerde vorig jaar 1,6 miljoen gevallen van dengue, bijna 200 procent meer dan in 2015. Daaronder waren 70.000 besmettingen in de staat Rio de Janeiro. In totaal vielen er 863 doden, bijna een verdubbeling vergeleken met het voorgaande jaar. Tot nu toe bestaat er geen vaccin noch een medicijn voor de behandeling. De Braziliaanse (en de Mexicaanse) autoriteiten hebben inmiddels een experimenteel vaccin toegestaan waarvan het effect nog moet worden bewezen.

In Rio is zelfs het leger ingeschakeld bij het op grote schaal besproeien van de broedplaatsen van de mug, te weten stilstaand water. Maar het lijkt een sisyfusarbeid. In januari nog zei de vorige minister van Gezondheid, die bij de parlementaire coup samen met Dilma werd afgezet, dat de mug aan de winnende hand is: ‘Al 30 jaar lang brengt de mug ziekten over op onze bevolking en al die tijd bestrijden we hem, maar we zijn de oorlog tegen de aedes aegypti aan het verliezen.’ Het enige positieve aspect voor de Olympische Spelen en hun buitenlandse bezoekers is dat het evenement plaatsvindt in augustus, dus in de Braziliaanse winter.

In 2009 besloot het Internationaal Olympisch Comité, die liefdadigheidsorganisatie met het onbevlekte blazoen, Rio de Janeiro de organisatie van de Spelen van 2016 te gunnen. Bij de bekendmaking barstte een groot feest los op het beroemde strand van Copacabana. Nu vragen de inwoners van Rio en Brazilië zich af of er een vloek op die gunst rust. Veranderde tot dat moment alles in goud, sindsdien is het een en al ellende: de president afgezet, het grootste corruptieschandaal in de geschiedenis, de diepste economische crisis in decennia, de zwaarste gezondheidscrisis met zika.

Zwemmen in de stront

Onlangs dreef er een losse arm in de Guanabara-baai. Een eerste vermoeden was dat het bijbehorende lichaam was opgelost in het stinkende water, maar het bleek ‘gewoon’ een afgehakt lichaamsdeel. In deze smerige teil waar de lucht van verrotting en stront uit opstijgt, moeten straks de olympische atleten te water voor de langebaanzwemwedstrijden. Ook de roeiers en zeilers moeten er niet alleen met elkaar maar ook met mogelijke fremdkörper de strijd aanbinden.

Een ander drama speelde zich af met de ciclovia, het splinternieuwe fietspad langs zee, dat plotseling instortte en twee fietsers de dood injoeg. Bij de bouw van olympische accommodaties zijn al elf doden gevallen.

De politieke chaos helpt niet mee. Minder dan honderd dagen voor het begin van de Spelen benoemde interim-president Michel Temer een nieuwe minister van Sport, de derde in minder dan een jaar tijd. Een verdachte benoeming? Belangenverstrengeling? Welnee. Leonardo Picciani behoort tot een machtige familie in Rio. Zijn broer is schepen van Transport van de stad, zijn vader voorzitter van het parlement van de staat Rio. Een bedrijf van de familie heeft een contract voor de levering van bouwmaterialen voor olympische projecten.

Het aanvankelijke enthousiasme voor de Spelen dat de Cariocas tentoonspreidden, lijkt goeddeels weggeëbd. Pas de helft van de kaarten is verkocht. Het algemene idee is dat de elite zoals altijd profiteert van het evenement en dat de gewone man alleen maar met de negatieve gevolgen ervan wordt opgezadeld. Denk maar eens aan al die nieuwe en dure stadions van het WK van twee jaar terug die leegstaan. Brood en spelen is de klassieker, maar gezien de economische crisis wordt het voor veel Brazilianen spelen zonder brood. En dan hoeven die Spelen ook niet meer. Alleen het IOC maakt zich zoals gebruikelijk geen zorgen: ‘De Spelen zullen een moment zijn voor Brazilië om de wereld zijn vastberadenheid te tonen om de huidige crisis te overwinnen.’

Buitensporig politiegeweld

Een oude bekende van Brazilië heeft zich inmiddels ook weer gemeld: Amnesty International. De mensenrechtenorganisatie is een grote campagne begonnen tegen het buitensporige politiegeweld in Rio. Sinds de toekenning van de Spelen in 2009 zijn meer dan 2400 mensen door politiekogels om het leven gekomen. De gewelddadige politie neemt daarmee zelf twintig procent van alle moorden in de stad voor haar rekening.

Al tijdens de grote protesten aan de vooravond van het WK bleek dat sommige ingesleten gewoonten in Brazilië nog niet waren verdwenen. De beruchte militaire politie, opgericht tijdens de dictatuur en gespecialiseerd in het uit elkaar slaan van betogingen, trad met een overdaad aan geweld op. En van de rechtse blanke mannen die de macht weer in handen hebben genomen valt ook op dit terrein weinig verbetering te verwachten. De nieuwe minister van Justitie Alexandre de Moraes, die in Sao Paulo verantwoordelijk was voor het harde politieoptreden, zei over de pro-Rousseff-demonstranten in Brasilia dat die ‘behandeld moeten worden als criminelen’. Deze man is als minister tevens de hoogst verantwoordelijke voor de naleving van de mensenrechten in het land.

Het dagelijkse geweld uit de favelas dringt af toe zelfs door in chique buurten als Leblon. Oud-voetballer en wereldkampioen Rivaldo roept buitenlanders vanwege het geweld op om weg te blijven. ‘Het loopt hier steeds verder uit de hand’, schreef hij op Instagram. ‘Ik raad iedereen met plannen om Brazilië te bezoeken voor de Spelen in Rio aan: blijf thuis. Je zet je leven op het spel hier. En dan heb ik het nog niet eens over de staat van de publieke ziekenhuizen en de complete Braziliaanse politieke puinhoop. Alleen God kan de situatie in ons Brazilië veranderen.’

Maar goed, het kan verkeren. In de aanloop naar het WK van 2014 werd Rio, net als vele andere steden, om de haverklap lamgelegd door eindeloze protesten. De stadions leken nooit op tijd klaar te zullen komen, maar uiteindelijk viel het allemaal reuze mee. De grootste zeperd was de 7-1 nederlaag van Brazilië tegen Duitsland, ook al had die dreun wellicht opgevat dienen te worden als een teken aan de wand. Wanneer zelfs de nationale trots zo genadeloos in eigen huis wordt afgedroogd, dan is er iets goed mis met het land. En sindsdien is de aftakeling in een stroomversnelling gekomen.

Assemblee van God der Laatste Dagen

Direct na het afzetten van president Dilma Rousseff (officieel heet het een schorsing voor 180 dagen, waarna ze definitief zal worden afgezet) gonsde het van de namen van intriganten die beloond zouden worden met een ministerpost. De meest absurde was die van Marcos Pereira, oprichter en zelfbenoemd bisschop van de evangelische sekte Assemblee van God der Laatste Dagen, een onderneming waar hij schatrijk mee is geworden. De ‘creationist’ Pereira, die de theorieën van Darwin hartstochtelijk bestrijdt, zou de nieuwe minister van Wetenschap worden. Het voornemen ging niet door, maar alleen al het feit dat zijn naam viel, spreekt boekdelen. De man werd in 2013 gearresteerd wegens verkrachting, in welke zaak zelfs zijn eigen vrouw tegen hem getuigde. Ook lopen er aanklachten tegen hem wegens moord, relaties met de drugswereld en witwassen.

Brazilië is nog altijd het grootste katholieke land ter wereld, maar de kerk van Rome zit in een vrije val. Meer dan een kwart van de Brazilianen is al overgelopen naar evangelische sekten. Veelal duistere groepen die verdacht worden van criminele activiteiten zoals de megasekte Universele Kerk van het Koninkrijk Gods. Sommige hebben een uitgebreid medianetwerk bijeengekocht met tv- en radiozenders, dag- en weekbladen. Andere geven zelfs hun eigen creditcards uit. Want in deze kringen draaien ze er niet omheen: het gaat om het geld.

Ook hun politieke macht groeit snel. 75 van de 513 afgevaardigden in het federale parlement vertegenwoordigen evangelische partijen. Dat is meer dan de Arbeiderspartij van Lula en Rousseff. Hét evangelische gezicht in de politiek is ex-parlementsvoorzitter Eduardo Cunha, de architect van de val van Rousseff. Cunha, die zich eigenaar mag noemen van meer dan 150 internetdomeinen met de naam Jezus, moest vorige maand aftreden toen bleek dat hij ettelijke miljoenen aan steekpenningen opstreek en stalde op Zwitserse bankrekeningen.

Interim-president Temer koos als woordvoerder van de regering in het Huis van Afgevaardigden André Moura, een duistere figuur van de Sociaal-christelijke Partij en onvoorwaardelijk trouw aan de geschorste Eduardo Cunha. Tegen Moura lopen drie rechtszaken, een wegens poging tot moord.

De Braziliaanse politiek heeft het aanzien van een misdaadsyndicaat. Tegen 7 van de huidige 22 ministers lopen aanklachten wegens betrokkenheid bij ‘Lava Jato’ (‘autowasserij’), het superomkoopschandaal rond het staatsolieconcern Petrobras. Liefst zestig procent van alle Congresleden moet zich bij de justitie verantwoorden voor allerhande aanklachten, variërend van corruptie tot moord. Een van de weinige politici die niet verdacht wordt van corruptie is Dilma Rousseff, en die is dus afgezet.

Afgevaardigde Jair Bolsonaro, eveneens van de Sociaal-christelijke Partij, droeg zijn stem vóór afzetting van de president op aan kolonel Brilhante Ustra, de man die haar tijdens de militaire dictatuur martelde. Deze voormalige parachutist, verdediger van de laatste dictatuur en pleitbezorger van een nieuwe, is niet zomaar iemand. Bij de laatste verkiezingen kreeg hij in zijn staat Rio 464.000 stemmen, meer dan welke kandidaat ook. Bolsanaro onderscheidde zich eerder in het parlement met de opmerking tegen een vrouwelijke collega dat zij nog niet de moeite waard was om verkracht te worden.

Parlementaire staatsgreep

Het hele beeld dat uit dit alles oprijst, is meer dat van een klassieke Latijns-Amerikaanse bananenrepubliek dan van een moderne swingende economie die op het punt staat naar de eerste wereld te promoveren.

Rechts is vier keer achter elkaar verslagen bij presidentsverkiezingen, luidt de analyse van politicoloog en socioloog Emir Sader. De mogelijkheid van een nieuwe kandidatuur van Lula, en daarmee een nieuwe nederlaag van de elite, heeft deze ertoe verleid de democratische weg te verlaten en een coup te organiseren. ‘Dáárom draait de Braziliaanse crisis, om een zachte coup, die het neoliberale programma wil herinvoeren dat de Brazilianen bij verkiezingen steeds hebben afgewezen.’

Een coup? Veel media, ook in het buitenland, aarzelden de term te gebruiken. Maar inmiddels is de gang van zaken bevestigd door de publicatie van afgeluisterde gesprekken van twee ministers. ‘We moeten de regering veranderen om een einde te maken aan deze shit’, zei de nieuwe minister van Planning Romero Juca vlak voor de afzetting van Rousseff tegen Sergio Machado, ex-president van oliebedrijf Transpetro, die net als hij wordt onderzocht in de Operatie Autowasserij. Rousseff moest weg want zij weigerde het onderzoek te laten stopzetten.

Juca moest opstappen na de publicatie, even later gevolgd door collega Fabiano Silveira van wie soortgelijke teksten waren afgeluisterd en in de media verschenen. Detail: Silveira was net benoemd tot minister van Transparantie. Oftewel, het hoofd corruptiebestrijding wilde het onderzoek naar de corruptie stoppen.

De opeenvolgende regeringen van Lula en Rousseff hebben natuurlijk de nodige fouten gemaakt, en vooral ook nagelaten de eigen corrupte stal uit te mesten. Maar hun prestaties zijn reusachtig. De armoede in het grootste land van Zuid-Amerika is met zoveel succes bestreden dat dankzij hun sociale programma’s 30 miljoen mensen de armoe vaarwel konden zeggen en tot de wereld van de middenklasse toetraden. Rousseff deed dat bovendien als eerste vrouwelijke president in een land waar het genderprobleem nog huizenhoog is. De Senaat telt 16 procent vrouwen, het Huis van Afgevaardigden minder dan tien procent. En nu is er dus het eerste vrouwloze kabinet sinds de militaire dictatuur. Brazilië is terug bij de klassieke rolverdeling. Interim-president Temer is 75 jaar, zijn vrouw Marcela 32. Hij begon met haar uit te gaan toen hij 60 was en zij een 19-jarige schoonheidskoningin. Het weekblad Veja omschreef vlak na de coup, voornamelijk om Dilma Rousseff af te zeiken, de interim-first lady als ‘knap, zedig en huisvrouw’.

In de afgelopen zestien jaar heeft Brazilië op tal van terreinen grote vooruitgang geboekt. Dat wordt nu allemaal in een handomdraai weggespoeld. De illusie is voorbij: niemand neemt een land serieus waar een horde corrupte politici een parlementaire staatsgreep organiseert om vervolgens als vanouds de buit te verdelen.

DOOR CEES ZOON

Aan zika kun je niet doodgaan, aan dengue wel. In Rio is zelfs het leger ingeschakeld voor het besproeien van de aedes aegypti.

Uit de Guanabara-baai stijgt de lucht van verrotting en stront op. Daar moeten straks de olympische atleten te water voor de langebaanzwemwedstrijden.

Landinwaarts in dit halve continent zijn de feodale structuren nauwelijks aangetast, daar is het nog steeds de negentiende of misschien wel achttiende eeuw.

Liefst zestig procent van alle Congresleden moet zich bij de justitie verantwoorden voor allerhande aanklachten, variërend van corruptie tot moord.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content