Wordt 2019 een verloren jaar? We dreigen in elk geval veel te verliezen

© BelgaImage
Ewald Pironet

Het belooft een moeilijk jaar te worden voor Europa en zeker voor ons land: het beste ligt voor even achter ons, de toekomst schiet niet te hulp.

2019 wordt niet alleen een verkiezingsjaar in België maar in de hele Europese Unie. Tussen 23 en 26 mei wordt in alle lidstaten gekozen voor een nieuw Europees Parlement. Wij stemmen op Superzondag ook voor een regionaal en federaal parlement. Die Europese verkiezingen lijken ook nu weer weinig enthousiasme op te wekken. Volgens een Eurobarometer van midden vorig jaar heeft de helft van de Europese burgers geen interesse in de Europese stembusgang. ‘We worden toch niet gehoord’, klinkt het nog altijd. Het is niet alleen uitkijken hoeveel Europeanen zullen gaan stemmen voor een Europees Parlement, maar ook en vooral hoe sterk de anti-EU-stem zal zijn. Die lijkt overal, ook in ons land, aan belang te winnen.

We hebben geen buffer om een economische crisis op te vangen.

Maar net nu krijgt een nieuwe wereldorde vorm. Na de val van de Muur in 1989 leek het erop alsof alleen het westerse model overbleef. De Amerikaanse socioloog Francis Fukuyama gewaagde zelfs van ‘het einde van geschiedenis’. Dat monopolie van de westerse liberale democratie wordt al enige tijd aangetast. Her en der treden autoritaire leiders op de voorgrond. De Amerikaanse president Donald Trump probeert ondertussen met zijn America First-politiek de Europese Unie uit verband te spelen. ‘Als Europese landen samen optrekken, kunnen ze een stem krijgen bij de geboorte van een nieuwe wereldorde’, schreef Caroline de Gruyter in de Nederlandse krant NRC Handelsblad. ‘Zo niet, dan beslissen anderen voor hen.’ Hoe eensgezind zal die Europese stem na 26 mei klinken? Zal er nog veel Europese stem zijn? Of zullen anderen over ons beslissen?

Net nu verslechteren de economische vooruitzichten. Het groeicijfer van Europa werd voor dit jaar naar beneden bijgesteld tot 1,7 procent. Dat is pijnlijk, want ‘de toekomst schiet niet langer te hulp’, merkte politiek filosoof Luuk van Middelaar op. Dankzij een sterke groei konden de voorbije jaren verliezers worden zoetgehouden, via sociale onderhandelingen ging iedereen erop vooruit. En het zorgde voor inflatie, stijging van de levensduurte, wat de schulden deed verdampen. ‘De toekomst, dat was generaties lang: de belofte van een beter leven, die je vandaag doet slikken voor wat je kinderen morgen krijgen’, aldus Van Middelaar. Daar zal nu minstens voor even geen sprake van zijn. De groeivooruitzichten voor België zijn zelfs verlaagd tot 1,4 procent, dus ónder het Europese gemiddelde. Daar komt nog bij dat ook de regering-Michel de voorbije jaren, ondanks alle beloften, de overheidsfinanciën niet op orde heeft gebracht. We hebben nog altijd een schuldgraad van meer dan 100 procent van het bbp – alleen Italië, Portugal en Griekenland scoren in Europa nog slechter. Onze belastingdruk bedraagt 44,5 procent, alleen in Frankrijk ligt die nog hoger. We hebben dus geen buffer om een economische crisis op te vangen.

We mogen er niet aan denken dat de regeringsvorming na 26 mei, zoals in 2010-2011, 541 dagen zou aanslepen.

Net nu heeft België geen regering die het land daadkrachtig kan besturen. De regering-Michel II zit in lopende zaken, moet regeren met ‘voorlopige twaalfden’ en mag dus niet méér uitgeven dan vorig jaar. Dat betekent dat we niet meer moeten hopen op de broodnodige structurele hervormingen, bijvoorbeeld om meer mensen aan het werk krijgen, de pensioenen te hervormen, de schuld af te bouwen. Deze regering in lopende zaken kan bovendien slechts rekenen op 52 van de 150 parlementszetels. Het wordt aartsmoeilijk om voor elke beslissing een meerderheid te vinden. Sommigen denken dat deze minderheidsregering slechts voor zes maanden, tot aan de verkiezingen, in lopende zaken zal zijn. Dat is een vergissing, want daarna volgt de regeringsvorming. Zelfs als die in 139 dagen lukt – zoals de formatie van Michel I, die naar Belgische normen vrij vlot tot stand kwam – zal de huidige regering bijna een jaar in lopende zaken zijn. We mogen er niet aan denken dat de regeringsvorming na 26 mei, zoals in 2010-2011, 541 dagen zou aanslepen.

2019 kondigt zich dan ook aan als bijzonder moeilijk, voor de Europese Unie in het algemeen en België in het bijzonder. Wordt het een verloren jaar? In elk geval een jaar waarin we veel dreigen te verliezen. Natuurlijk, het zou kunnen dat de brexit niet doorgaat, dat de VS en China hun handelsoorlog begraven, dat het migratieprobleem opgelost wordt en dat we nog vóór de zomer een nieuwe regering hebben die de hand aan de ploeg slaat. Zoals de treinen op tijd kunnen gaan rijden, het beton in de Brusselse tunnels niet meer kan afbrokkelen en Theo Francken (N-VA) zich wat meer gaat gedragen op Twitter. Maar net nu lijkt de kans erg klein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content