Het is niet erg netjes om een vrouw te verwijten dat ze niet op kantoor is tijdens haar zwangerschapsverlof.

Freya Van den Bossche (SP.A) was geen goede vicepremier. Freya Van den Bossche was zelfs een beroerde vicepremier. Toen Steve Stevaert in 2005 opstapte als partijvoorzitter was Johan Vande Lanotte beter in de regering blijven zitten. Daar is zogoed als elke socialist het ondertussen over eens. Sommigen zijn er zelfs van overtuigd dat het resultaat bij de federale verkiezingen van 2007 dan minder desastreus zou zijn geweest. Maar het is dus anders gelopen: Vande Lanotte werd partijvoorzitter en Van den Bossche werd naar het kernkabinet gekatapulteerd.

Dat ze niet zo’n goede beurt had gemaakt als vicepremier zag Van den Bossche zelf ook wel in. Toen haar partij naar de federale oppositie verdween, koos zij dan ook vrijwillig voor een rol in de schaduw. Meer nog: ze hield zich veel meer in haar thuisstad Gent op dan in Brussel. Maar toen vorig jaar een nieuwe Vlaamse regering moest worden samengesteld, mocht Van den Bossche toch weer aanschuiven. En nog altijd hield ze zich koest en liet ze zich weinig in Brussel zien. Of toch veel minder dan je van een minister in functie zou mogen verwachten. Maar daar was een uitleg voor: haar zwangerschap verliep niet al te best en ze zou pas echt uit de startblokken kunnen schieten als ze na haar bevalling weer aan de slag ging.

Van den Bossches derde kind werd eind november geboren en de minister is nog met zwangerschapsverlof. Dat ze dezer dagen niet op haar kabinet zit, is dus heel normaal. Zoals elke jonge moeder heeft ze drie maanden de tijd om zelf voor haar te zorgen. Is dat te lang? Het is evenveel als elke werkneemster krijgt, en Europa wil die termijn zelfs nog verlengen. Kan dat wel voor een minister? Sterker nog: zou een partijvoorzitter een zwangere vrouw eigenlijk wel naar de regering mogen sturen? In elke andere werkomgeving zou zo’n suggestie als puur seksisme worden verworpen. Maar niet in de Wetstraat.

Daar klaagt de Vlaamse oppositie zonder verpinken dat Van den Bossche te lang thuisblijft. Dat ze een kleine vijf jaar geleden net kritiek kreeg omdat ze haar zwangerschapsverlof na de geboorte van haar tweede kind inkortte, is iedereen gemakshalve alweer vergeten. Ook de Vlaamse coalitiepartners maken de laatste weken dankbaar gebruik van haar afwezigheid om de socialistische viceminister-president Ingrid Lieten, die Van den Bossches bevoegdheden ondertussen beheert, onderuit te halen. Hoe zwakker de socialistische regeringsleden lijken, hoe beter de anderen uit de verf komen. Maar het hardst van al wordt gespind bij de SP.A zelf. Want meer dan een half jaar na de verkiezingen kunnen teleurgestelde parlementsleden het nog altijd niet laten om te pas en te onpas te klagen over partijgenoten die wel naar de Vlaamse regering werden gestuurd.

Misschien blijkt Freya Van den Bossche straks geen goed Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie te zijn. Misschien blijkt ze zelfs een beroerd minister te zijn. Maar die rekening kan ten vroegste over een maand of twee worden gemaakt.

door Ann Peuteman

In elke andere werkomgeving zou de kritiek als seksistisch worden afgedaan. Maar niet in de Wetstraat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content