De aanslagen in Moskou leren dat Rusland de situatie in de Kaukasus niet onder controle heeft.

Drie dagen na de bomaanslagen in twee metrostations in Moskou nam Doku Umarov in een videoboodschap de onzekerheid weg. De Tsjetsjeense verzetsleider noemt zich graag ‘emir van de Kaukasus’. Hij eiste de verantwoordelijkheid voor de bommen op, zei dat het om een represaille ging voor een bloedige actie van Russische veiligheidstroepen in Ingoesjetië en beloofde de Moskovieten nog meer onheil. ‘De Russen moeten niet denken dat de oorlog iets is wat ze alleen op hun televisie zien.’

Dat het erger kan, bewezen de gijzelingen in een Moskous theater in 2002 en van een hele school in de Noord-Ossetische stad Beslan in 2004. Daarbij vielen telkens honderden doden, onder wie veel kinderen. Het was vorige week trouwens de tiende aanslag op de metro in Moskou sinds 1974. In 2004 was de beroemde ondergrondse zelfs twee keer het doelwit van terroristen.

De aanslagen bewijzen opnieuw dat het Kremlin de situatie in de noordelijke Kaukasus veel minder onder controle heeft dan het beweert. Dat heeft het ook aan zichzelf te danken. Wat in de jaren negentig als een bijna klassieke strijd voor meer autonomie begon, is na twee oorlogen en veel brutale repressie geëscaleerd tot een uitgesproken islamitische guerrilla die over de hele regio is uitgewaaierd. Van Dagestan aan de Kaspische Zee tot Karatsjajevo-Tsjerkessië, bijna aan de Zwarte Zee. Een dag na de aanslagen in Moskou maakte een zelfmoordterrorist in Dagestan 12 doden. In Tsjetsjenië zelf zwaait nu de verschrikkelijke Ramzan Kadyrov de plak, een zetbaas van Moskou.

De bommen in het hart van de Russische hoofdstad voedden meteen de speculatie dat premier Vladimir Poetin van de gelegenheid gebruik zou maken om zijn greep op het land te versterken. Poetin vestigde zijn reputatie voor een stuk door de harde aanpak van de opstand in Tsjetsjenië. Na de aanslagen in 2004 versterkte hij de veiligheidsdiensten en besliste dat regionale gouverneurs niet langer worden verkozen, maar dat ze vanuit het Kremlin worden aangewezen. Maar kan meer druk hem nog winst opleveren? Als zijn aanpak niet werkt en het conflict loopt verder uit de hand, kost hem dat groot gezichtsverlies. Precies wat elke politicus wil vermijden.

Eind vorig jaar kon de indruk ontstaan dat president Dimitri Medvedev van tactiek zou veranderen. Zoals de Amerikanen in Afghanistan ook niet met bommen en granaten alleen van de taliban kunnen winnen. Hij sprak bij een bezoek aan de regio heel andere taal dan zijn voorganger en huidige eerste minister. Medvedev had het over de armoede en de economische achterstand. Hij verwees naar de corruptie en de werkloosheid. De Kaukasus is op meer dan één vlak een rampgebied. Begin vorige maand nog vroeg de president om de toegenomen instabiliteit ‘rustig en zonder hysterie’ aan te pakken.

De twee bommen in Moskou maken nu een heel verschil. Ze lieten de hele wereld zien dat Rusland een probleem heeft dat zich niet laat indijken. Vladimir Poetin en Dimitri Medvedev spraken meteen stoere taal. Maar die kon hun vertwijfeling niet echt verbergen.

//BLOG Reageer op www.knack.be/opinie

door Hubert van Humbeeck

De harde aanpak van Vladimir Poetin heeft het probleem in de Kaukasus alleen groter gemaakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content