Rudy Tambuyser

De week van Wapenstilstand nadert, en Concertgebouw Brugge is zo ambitieus ons daarbij Benjamin Britten te serveren. Zijn War Requiem, naast Brahms’ Ein Deutsches Requiem de beroemdste profane dodenmis, moet iedereen minstens één keer gehoord hebben. Als uitgangspunt nam Britten de Latijnse ritus, die hij toebedeelde aan de sopraansoliste, de koren en het grote orkest. Hij verweefde die met gedichten van Wilfred Owen – een soldaat die een week voor 11 november 1918 sneuvelde in Frankrijk – uitgevoerd door de mannelijke solisten en het kamerorkest. Voor de premièresolisten had Britten in 1962 overigens een Russische (Galina Visjnevskaja), een Brit (Peter Pears) en een Duitser (Dietrich Fischer-Dieskau) voorzien. Maar Visjnevskaja mocht haar land niet uit. Uiteindelijk gaf de Sovjet-Unie haar wel de toestemming om de eerste opname van het Requiem te maken.

War Requiem, Benjamin Britten

Concertgebouw

Brugge

10/11 & 11/11

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content